De vallei van Sint Maarten – hoofdstuk 25 van ‘Mysteriën rond de Druïdenvallei’ van Rob ter Steege

BESTEL DE MYSTERIËN ROND DE DRUÏDENVALLEI

De Druïdenvallei draagt sinds jaar en dag de naam ‘Vallon Saint Martin’ en kreeg pas in de 19e eeuw, toen er weer belangstelling kwam voor oude cultussen, de bijnaam ‘Druïdenvallei’. De bewoners van het nabijgelegen Escles vereren de naamdag van deze heilige Martin op de eerste zondag in augustus. Er is dan een kerkdienst in de kapel voor de grot in de vallei, gevolgd door een gezamenlijke maaltijd. In de kerk van Escles staat een beeld(je) van Sint Maarten, natuurlijk met zijn mantel. Een houten variant van het beeldje wordt op die zondag in augustus meegevoerd in de processie.

Hoe was de situatie aan het einde van de Romeinse tijd?

De druïden weigerden de Romeinse staatsgoden te erkennen en worden daarom vijandig verklaard aan het Romeinse Rijk. Dat hadden de druïden opvallend genoeg gemeen met de eerste christenen en de joden. Ook die weigerden de Romeinse staat en zijn goden te eerbiedigen. Op zo’n moment trad het oude mythische recht in werking en werd een groep tot de laatste man toe gemarteld en vermoord. Dat overkwam uiteindelijk de joden, de eerste christenen en de druïden. Het waren de gloriedagen van het Romeinse Rijk.

Die gloriedagen van het Romeinse Rijk duurden niet oneindig. Rond het jaar 250 raakte het rijk in een gevaarlijke crisis door burgeroorlogen en invallen vanuit het noorden en het oosten. In een wanhoopmoment zag de romeinse keizer Constantijn een visioen met een kruis en de bijbeltekst ‘in hoc signo vinces’, in dit teken zult gij overwinnen.

En dat werkte. Constantijn behaalde een belangrijke overwinning. In 312 wordt het christendom staatsgodsdienst en in het jaar 325 werden concilie gehouden in de Turkse stad Nicea, niet toevallig het buitenverblijf van de keizer. Als keizer was hij de opperpriester in alle rituelen. De keizer was dus ook officieel het hoofd van de kerk. In dat concilie onder leiding van keizer Constantijn werd bepaald wat de definitieve inhoud van de Bijbel zou zijn. Want er moest helderheid komen, het was goed voor de strijd dat alle neuzen dezelfde kant op stonden.

Daarmee was de Pax Romana, de periode van Romeinse vrede en vrije uitwisseling, voorbij. Een deur die 700 jaar eerder voorzichtig geopend werd, een deur naar een relatief tolerante, individuele en rationele wereld, werd rond het jaar 380, na een volgend concilie, met een klap gesloten. De scheiding tussen de mensen ‘van de heide’, de heidenen, en de officiële ‘staats’ christenen werd definitief.

In de handels- en garnizoenssteden was de Romeinse invloed tijdens de Pax Romana het grootste geweest. Op het platteland ging het leven min of meer op de oude voet door en was de druïde nog een belangrijke figuur. Plattelandbewoners heetten toen nog gewoon pagani, waaraan later pas het woord pagan, heidens, is ontleend. Het Nederlandse heidens komt van hei, een heidebewoner. De heide was vooral ook nutteloze grond, moeilijk geschikt te maken voor akkerbouw of intensieve veeteelt. Je mening werd daardoor minder beïnvloed door kerk of staatsmacht. Daar is de natuur, en een gevoel voor het goddelijke in de natuur, dichtbij. En dat is iets wat de druïden en de Keltische, later de Ierse monniken, tot in het diepst verbindt: de (h)erkenning van het goddelijke is alles wat leeft. Dus ook in de mens is het goddelijke in potentie aanwezig.

Le Vallon Saint-Martin

Rond diezelfde tijd was Sint Maarten bisschop in de omgeving van de Druïdenvallei. Hij werd in 316 geboren in Savaria (Hongarije) als zoon van romeinse ouders. Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië. Daar ontdekte hij het christendom. In 371 werd Maarten, Martinus, door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Het christendom was een populaire volksbeweging, zoals het in sommige streken, bijvoorbeeld in de Kathaarse Pyreneeën, tot duizend jaar daarna is gebleven.

Het zegt iets dat Martinus, om de zaak van zijn medestander Priscillianus te bepleiten die terechtgesteld dreigde te worden, naar keizer Maximus in Trier reisde. Vergeefs, want Priscillianus en zes anderen werden ter plekke onthoofd. Het was een breekpunt in de Romeinse geschiedenis. De helden werden vervolgens als de heilige martelaren gepresenteerd. Zo werkte dat. Zo werd ook Martinus van Tours later Sint Maarten, Saint Martin, al lieten ze hem wel terugkeren naar Gallië.

De vallei als onderdeel van een klooster 

Naar het model van de oosterse woestijnvaders stichtte Martinus een aantal kloosters. Die kloosters zijn geen monniken in grote gebouwen, maar mensen die ervoor kozen in de afgezonderdheid van een grot in eenvoud een meditatief leven te leiden. Zo zijn ook in de omgeving van de rivier de Loire grotten waar nog overblijfselen van een ‘klooster’ van Sint Martinus te vinden zijn. Grotten, zoals in de Druïdenvallei door hem of door een van zijn leerlingen bewoond is geweest.

Volgelingen van Martinus trokken naar Ierland, waar de roomse wet niet heerste. En het waren die leren die later, rond de 6e eeuw, hier terugkwamen en de Cuveau des Feés beeldhouwden. De ontwikkelingen in Ierland hebben daarna nog lang een belangrijke invloed in de Vogezen en in de Druïdenvallei.

 

BESTEL DE MYSTERIËN ROND DE DRUÏDENVALLEI

Legenden rond Saint Martin

Volgens de legende ontmoette Sint Maarten bij de stadspoort van Amiens een bedelaar, aan wie hij de helft van zijn mantel gaf. Omdat de helft van de mantel eigendom was van Rome kon hij slechts zijn eigen helft weggeven. Rome stond hem niet toe kleding weg te geven. Het was een overgangstijd. Het geeft aan hoe de positie van Sint Maarten was ten opzichte van de kerk van Rome. Voor de helft was hij ermee verbonden, voor de andere helft was hij een vrije christen. Volgens zijn biograaf Sulpicius Severus vond Martinus zich niet waardig genoeg voor het ambt van bisschop en verstopte hij zich in een ganzenhok.

Maar toen zijn aanhangers hem gingen zoeken, gingen de ganzen te keer waardoor zijn schuilplaats ontdekt werd. Zo kwam het dat hij alsnog tot bisschop gewijd kon worden. Gezegd moet worden dat het officiële bisdom Tours ten tijde van Martinus nog niet bestond. De hele geschiedenis is er kennelijk dus later bij verzonnen (Gardner, 2016).

INHOUDSOPGAVE

Inleiding De geest van de vallei

  1. Entree
  2. Fontaine Le Boeuf
  3. De kapel
  4. De grot in de vallei
  5. De Cuveau des Fées
  6. De kelten, vroege gebruikers van de Druïdenvallei
  7. De Kelten, de vallei en de natuur
  8. Van Hallstatt tot La Tène – Keltische ontwikkelingen
  9. Druïden
  10. De krijgerkoningen
  11. Een mythische wereld
  12. Vechtende helden. De stier getemd
  13. Een nieuwe geest
  14. Alles wat bestaat, draagt twee tegengestelde polen in zich
  15. De politieke gevolgen
  16. La Tène
  17. Mysteriescholen
  18. Druïden en de mysteriescholen
  19. Kelten en de Stierendoder
  20. De Romeinen komen
  21. Pax Romana
  22. Mithras en de Romeinen
  23. Het mythische landschap
  24. Mithras, druïden en het christendom
  25. De Vallei van Sint Maarten
  26. In Ierland
  27. Terugkeer in Frankrijk. De Cuveau des Fées II

Bijlage a De grote slinger
Bijlage b Mithras, de cultus in Europa
Bijlage c De gatha’s van Zarathustra
Bijlage d De Keltische drie en de drie-plus verhalen
Bijlage e Over de kennis die verlicht
Bijlage f Tijdlijn

Literatuur
Keltische geschiedenis algemeen
Over astronomische kalenders
Over Mithras
Druïden en Keltische verhalen
Theologie, kunst , algemeen

Uit: Mysteriën rond de Druïdenvallei – een vergeten geschiedenis van de Kelten door Rob ter Steege

BESTEL DE MYSTERIËN ROND DE DRUÏDENVALLEI

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE KELTEN EN DE DRUÏDEN