Het vuur van de reformatie, de vrijheidsdrang en het verzet tegen de verkalkte vormen van dogmatisch christendom, konden niet doven. Waar Johannes Hus (1369-1413) zich altijd hield bij de kern van de zaak en niet verzandde in theologische disputen, zien we 100 jaar later bij Maarten Luther (1483-1546) en Johannes Calvijn (1509-1564) een teruggrijpen op oudere kerkvaders zoals Augustinus en Justinus, en tevens het ontstaan van een nieuwe, eigen leerstelligheid.
De grote vraag voor Luther was: hoe kan ik, een zondig mens, rechtvaardig zijn voor God? Hij ondervond Lees verder