22 – VERLANGEN – Fragmenten ter bezinning – De Egyptische Oergnosis deel 1

 

BESTEL FRAGMENTEN TER BEZINNING

 

BESTEL DE DUBBEL-CD BRONWEL

U kent verlangen. Waarnaar hebt u in uw leven al niet verlangd! Als u aan al die uiteenlopende verlangens terugdenkt, dan weet u dat een bepaald verlangen zo sterk kan zijn dat het een mens geheel beheerst. Wanneer nu uw verlangen naar het bevrijdende leven, naar de Gnosis, zó groot en diep is, dan wijdt het astrale-zelf-in-u zich geheel en al in zelfovergave aan ‘het’, aan Tao, aan de roos der rozen, aan de Gnosis. Al het andere zal als vanzelf naar de achtergrond wijken, wanneer het astrale- zelf-in-u, opgetrokken in het hart, zijn verlangen uitzendt naar het wijde nieuwe leven.

Als u in die toestand bent, als u zonder ook maar enige geforceerde wilsdrang in dat proces staat, dan kán uw astrale zelf niet meer leven, niet meer ademen in de astrale sfeer van deze wereld. Als u zó vervuld bent van verlangen naar het heil, zal uw astrale zelf daarin niet meer kunnen binnengaan. Dan zal het astrale zelf van uw gewone natuurstaat ondergaan. En dan moet de astrale sfeer van deze wereld u vanzelfsprekend loslaten, omdat zij u niet meer kan bereiken.

Dan bent u, voor wat het astrale zelf betreft, gestorven naar de natuur. U ziet en ervaart dan het grote, eeuwige belang van de ziel, als een immens verlangen om de zielenmens-in-u tot leven te stuwen.

Uit: De Egyptische Oergnosisdeel 1 door J. van Rijckenborgh
Hoofdstuk: De weg van het vreemdelingschap
Citaat opgenomen in: Fragmenten ter bezinning

BESTEL FRAGMENTEN TER BEZINNING

BESTEL DE EGYPTISCHE OERGNOSIS DEEL  1