Pandora, de eerste vrouw uit de Griekse mythologie

Naar Hesiodos in zijn ‘Theogonia’ en ‘Werken en Dagen’ meedeelt, werd Pandora op bevel van Zeus door Hephaistos uit klei vervaardigd om aan de mensen te worden gezonden als een schoon, maar kwaadaardig geschenk, als straf omdat de mensheid tegen de wil van Zeus in van Prometheus het vuur had ontvangen.

Ze werd door de godinnen Athena, Aphrodite, de Horen en de Chariaten uitgerust met schoonheid en verleidelijkheid. Hermes voorzag haar van de vrouwelijke leugenachtigheid en bracht haar als geschenk van de goden naar Prometheus’ dwaze broer Epimetheus, die altijd te laat tot inzicht kwam. Ook nu beging Epimetheus een fout door Pandora als bruid te nemen, in weerwil van waarschuwingen van Prometheus om géén geschenken van de goden te aanvaarden.

Pandora had van de goden een pithos, een voorraadvat (later wordt dat een kistje of een vaasje) meegekregen waarin de goden alle kwaads voor de mensen hadden opgeborgen.

Omdat zij haar vrouwelijke nieuwsgierigheid niet kon bedwingen, opende zij het vat, zodat de inhoud ontsnapte. Haar naam betekent dan ook ‘zij die alles geeft’. Aldus kwam een eind aan het tot dan toe gelukkige bestaan van de mensen. Toen het vat weer werd gesloten, bleef alleen de hoop achter, waarvan de mensen dus verstoken bleven. In later versies is het anders: in het vat zat juist alle goeds, dat bij het openen ontsnapte en onbereikbaar werd. Alleen de hoop restte als armzalige troost.

Het verhaal vindt buiten het relaas van Hesiodos in de antieke literatuur vermelding in verspreide notities van de latere mythografen. Van een satyrspel Pandora van Sophokles kennen we slechts de titel. In de beeldende kunst kennen we vrijwel uitsluitend voorstellingen op vazen uit de vijfde eeuw. Een verhaal uit Oxford toont hoe Hephaistos en Athena Pandora uit klei modelleren. Epimetheus komt voor in scenes die op de Pandora van Sophokles teruggaan. Pheidias zou de geboorte hebben afgebeeld op de basis van het cultusbeeld van Athena 447-438 v. C. in het Parthenon. Vanaf het vroege christendom tot in de nieuwe tijd geldt het verhaal van Pandora als pendant van de zondeval uit de Bijbel en staat Pandora tegenover Eva.

Bron: De klassieke mythologie in de kunst door Eric M. Moorman en Wilfried Uitterhoeve