1 Belijdenissen – Aurelius Augustinus
De Belijdenissen van Aurelius Augustinus (354-430) worden algemeen gezien als een hoogtepunt in de wereldliteratuur. Door de eeuwen heen blijft het werk lezers aanspreken tot op de dag van vandaag. Als Augustinus een paar jaar bisschop van Hippo Regius in Noord-Afrika is, schrijft hij in grote openheid over zijn persoonlijke geloofsgeschiedenis zijn ‘Belijdenissen’, een boek dat getuigt van diep inzicht en grote literaire kwaliteit. Hierin laat hij zich kennen als een zoekende mens en gelovige. Hij roept zijn lezers op zich te bezinnen op fundamentele waarden van de christelijke traditie.
2 De regel – Augustinus
‘Noem niets uw eigendom, maar laat alles voor u gemeenschappelijk bezit zijn.’ Zo begint dit kleine en zeer invloedrijke geschrift van Aurelius Augustinus. Wie een leven in de geest van Augustinus wil leiden — en waarom zou je dat niet willen? — geeft het ego op, inclusief alle bezit. Dat doe je niet om je slaafs te onderwerpen — Augustinus heeft een hekel aan strenge, gesloten kloosters — maar om mentale ruimte te creëren waardoor je een oprecht gemeenschapsmens kunt worden.
De regel geldt als een van Augustinus’ meest toegankelijke en invloedrijke geschriften. Aan het einde van de dertiende eeuw leefde men ernaar in duizenden kloosters. De tekst circuleerde toen in meerdere varianten. Ook twee varianten voor vrouwenkloosters zijn hier, net als een brief over het kloosterleven, opgenomen in het oorspronkelijke Latijn en in een fraaie vertaling. Augustinus (354–430) was een Noord-Afrikaans filosoof en theoloog. Als eerste in de geschiedenis schreef hij systematisch over de vrijheid van de wil, de kracht van het geheugen, en de (on)maakbaarheid van de samenleving. Hij was bisschop van Hippo en geldt als een van de belangrijkste kerkvaders. Met voorwoord van Paul van Geest en vertaalt door Vincent Hunink.
3 De civitate Dei – Aurelius Augustinus
Alom is bekend dat Augustinus dit belangrijke werk over de stad van God geschreven heeft, maar je moet zoeken naar iemand die weet wat erin staat. Het kolossale werk is in het Nederlands één keer eerder vertaald maar met zijn 662 hoofdstukken is die uitgave lastig te hanteren en is de taal niet meer van deze tijd. Classicus Chris Dijkhuis heeft, om het werk toegankelijk te maken, gekozen voor een combinatie van vertalen en samenvatten en er een tweejarige kalender in boekvorm van gemaakt. Naast registers van namen, bijbelplaatsen en geciteerde auteurs is er ook een zeer uitgebreid register van onderwerpen. Het is een uniek en waardevol boek voor professionals en geïnteresseerde leken van alle gezindten. Chris Dijkhuis studeerde klassieke taal- en letterkunde, waardoor hij in aanraking kwam met De civitate Dei van Augustinus. Na 34 jaar en een religieuze zoektocht viel het kwartje van zijn oude liefde. Op 1 februari 2014 begon hij aan zijn ‘opus magnum’ om dit invloedrijke werk van de westerse cultuur opnieuw vanuit het Latijn te vertalen en toegankelijk te maken.
4 Heb lief en doe wat je wilt, Augustinus als psycholoog – Hans Alderliesten
In ‘Heb lief en doe wat je wilt’ laat Hans Alderliesten Augustinus spreken tot de moderne mens over zijn zoektocht naar het goede leven en de mentale worstelingen die daar veelal bij komen kijken. Eenzaamheid, kwetsbaarheid, stress: als we eerlijk zijn, kampen we er allemaal mee. In dit boek ontmoeten we de kerkvader-filosoof in de rol van therapeut. Vanuit een ver verleden reikt hij geen makkelijke antwoorden aan, wel rijke adviezen. Over hoe je meer in contact kunt komen met jezelf en de ander, hoe je beter tot de kern kunt komen. Zijn raadgevingen gaan over heel het leven. Het belangrijkste is dat we leren liefhebben – God, de naaste én onszelf. Een bijzonder waardevol boek.
BESTEL HEB LIEF EN DOE WAT JE WILT
5 Het liefdesbegrip bij Augustinus – Hannah Arendt
Amor mundi, ‘liefde voor de wereld’, dat zijn de woorden waarin het denken van Hannah Arendt zich laat vangen, dat is wat dit denken bewoog. Amor mundi, dat behelst bij Arendt de zorg om de pluraliteit, de bereidheid om samen te leven met andersdenkenden en vreemden met wie we de wereld delen. Maar die amor mundi is er niet zomaar, die komt niet uit de lucht vallen, sterker nog: veel reden geeft die mundus, die wereld niet om haar lief te hebben, zeker niet voor Hannah Arendt, de Joodse vluchtelinge voor het naziregime, de schrijfster van The Origin of Totalitarianism en Eichmann in Jerusalem, boeken waarin het woord liefde niet of nauwelijks voorkomt. Waar haalt Hannah Arendt die liefde dan vandaan?
Een deel van het antwoord op die vraag ligt besloten in haar proefschrift, Het liefdesbegrip bij Augustinus, dat hier in Nederlandse vertaling verschijnt. Dit proefschrift is een kritische bezinning op de wijze waarop Augustinus de liefde doordenkt en doorleeft, van de bedrieglijke amor mundi naar de onbedrieglijke amor dei, de liefde tot God, tot de poging die laatste in de naastenliefde te integreren in de wereld. Kritisch, want terwijl Augustinus in de liefde tot God de wereld verzaakt en de naastenliefde voor hem problematisch wordt, begint Arendt bij die laatste, bij de vita socialis, het sociale leven, dat voor haar de hele amor mundi opent. Kritisch en toch liefdevol, want bij alle afzet blijft Augustinus voor Arendt haar leven lang haar goede vriend en beschermheer, aan wie ze niet alleen het begrip amor mundi, maar ook haar grondbegrip van de nataliteit, van de geboortelijkheid, van het feit dat we als mens steeds de vrijheid hebben een nieuw begin te maken, te danken heeft. Of, zoals het bij Augustinus heet: Initium ut esset homo creatus est – ‘De mens werd geschapen opdat er een begin zij’. Wat Hannah Arendt betreft is het getuige dit proefschrift mede met Augustinus begonnen.