Berouw in het Evangelie van de Pistis Sophia, een hoofdstuk uit het boek van John van den Berg

De Pistis Sophia heeft zichzelf uit de chaos voortgebracht waardoor een deel van de schepping zijn hoge afkomst vergat. De herinnering aan het pleroma verdween daardoor naar het collectief onbewuste. Daarom verbindt de Pistis Sophia zich steeds opnieuw met de mensheid in de gedaante van het mythische beeld van Isis, Eva of zichzelf. Dat beeld zendt zij in het veld van het collectief onbewuste van de wereld, om in iedere verlangende ziel bewust ervaren te worden. Daarin ontwaakt dan de profetie van de glorievolle terugkeer tot het pleroma: de ziel herinnert zich haar hoge afkomst. De ziel ontwaakt en kan zich weer richten op het licht van de vonk die zij omhult.  Een straal van licht maakt een opening in de duistere omhulling van de monade. De glans van dit licht verkondigt de komst van de verlosser. 

De Pistis Sophia heeft het universum buiten het pleroma geschapen. Haar schepping heeft zich ontwikkeld tot de wereld van de mensheid van de late oudheid. Het eerste mysterie heeft de verlosser het bevel gegeven de Pistis Sophia en haar schepping terug te voeren tot het Al en het pleroma. Hij vervult op deze manier samen met de Pistis Sophia de mysteriën van de dertiende eoon. Iedere ontwakende ziel vindt daar haar ware bestemming. De Pistis Sophia verandert hier iedere ziel, zodat de verlosser zich met haar kan verbinden. Zo komt de menselijke levensgolf binnen de dertiende eoon tot bewustzijn. 

De Pistis Sophia heeft het universum zonder haar metgezel geschapen, zonder de binding met de oorspronkelijke geest. De verlosser is gekomen om dit te herstellen door middel van de herschepping van de lichtmens, de metgezel van de ontwakende ziel, de Pistis Sophia. 

Iedere ziel die het materiële deel van de schepping kan doorgronden, reinigen en transformeren vervolmaakt de schepping van de dertiende eoon. Het vuur van Jaldabaoth, dat half licht en half duisternis is, verleidt de ziel steeds weer om haar blik te richten op de diepte van de chaos. De archonten van het lagere leven roven daar het licht van de ziel. Daarom verbindt de Pistis Sophia zich steeds opnieuw met haar schepping, de mensheid van de stoffelijke wereld, teneinde die alle kracht te schenken om steeds opnieuw te beginnen. 

De mythe van de Pistis Sophia en de verlosser zijn werkzame geestelijke krachten in de bewuste verbondenheid van de mysterieschool van de Jeûanen. Ieder van hen draagt de lichtvonk in het hart, het tere begin van een inwijdingsweg. Het levensveld van de materiële wereld laat hen dit beginpunt soms vergeten, want dit levensveld staat onder leiding van Adamas de tiran met zijn twaalf eonen, zijn zeven sferen en zijn archonten, engelen en alle machten van de duisternis. Zij verduisteren de sfeer van het onbewuste en de zielen van de mensen. De Pistis Sophia gaat daar binnen met haar lichtkracht om de mens te laten ontwaken naar het diepst van zijn wezen. Iedere ziel die zich hierdoor bewust wordt van de lichtvonk in zichzelf kan de verlosser volgen tot in de dertiende eoon. Zo stelt de Pistis Sophia de weg van verlossing uit de wereld onder de twaalf eonen veilig. 

Door de binding met het collectieve veld van het onbewuste is elke ziel echter vatbaar voor de geestelijke krachten van de wereld.  Een van de scheppende krachten van deze natuur laat de ziel naar omlaag kijken. Authades is een van de drie drievoudige krachten van Adamas de Tiran. Authades is een god en hij kan daardoor de menselijke wil beïnvloeden: de wil om naar beneden te kijken, naar het gebied binnen de twaalf eonen. Daar bevindt zich een geweldig lichtende gedaante met een leeuwengezicht. De ziel wil deze gedaante tot zich nemen, verslinden. Met dat doel daalt zij af tot de lagere regionen van de stoffelijke wereld, waar de krachten van Authades en de archonten van de eonen haar insluiten. Zij beroven de ziel van haar lichtkracht en brengen haar stoffelijkheid in de chaos, zodat deze wederom een kracht van Jaldabaoth wordt, een archont met een leeuwengezicht, half vuur, half duisternis.  

Zo leert de Pistis Sophia waar alle zielen van de menselijke levensgolf in gevangen zijn. Haar bewustzijn komt hierdoor tot een zeer diep berouw, dieper dan zij ooit heeft gekend. De invloed van iedere eoon doet zij teniet door berouw, zodat de herinnering aan het Pleroma kan terugkeren. 

Als dan haar dertienvoudige berouw compleet is, verbindt zij zich met de krachten van de 24 onzichtbaren uit de schatkamer van het licht, om de dertiende eoon in volledig berouw te betreden. Iedere bewuste ziel kan zich op deze wijze verheffen tot in de dertiende eoon. Zo zingt de Pistis Sophia de lof van de Onuitsprekelijke vanuit het berouw in iedere ziel die worstelt voor bevrijding. En zo bevrijdt zij iedere ziel die zich laat verheffen tot de verbinding met de verlosser.    

Bron: Het woord van de Pistis Sophia in de orde van Jeû van John van den Berg 

BESTEL HET WOORD VAN DE PISTIS SOPHIA