Turkoois, opalen en diamant – tekeningen en toelichtingen van Willem Beekman – boek en lezing ‘Gestold licht’

BESTEL GESTOLD LICHT

AANMELDEN VOOR DE LEZING ‘GESTOLD LICHT’ VAN WILLEM BEEKMAN OP 13 OKTOBER

TURKOOIS

Voor mij is deze turkoois een landschap met heuvels en dalen. De donkere partijen lijken op meren en soms ook op kloven en rivieren. Kleine gekronkelde paadjes lopen meestal dood in een niemandsland van zeeblauw. Het is een ondoorzichtige steen, die speelt met het licht. Daardoor ontstaat er een contrast tussen de witte lichtreflecties en de donkere partijen, met het blauw als bemiddelaar ertussen. Precies dit turquoise blauw heeft beide kwaliteiten in zich, het lichte dat ook de stemming van de zee kan zijn op een zonnige dag en het zware, wanneer donkere wolken zich samenpakken boven de golven. Dan is er dreiging.

Toen ik eenmaal bedacht dat de steen aan de zee doet denken, zag ik hem ook ineens gevuld met water en hoorde ik hem zelfs klotsen, alsof er slechts een dunne huid omheen zit, die naar alle kanten kan opbollen. Het is sindsdien voor mij een levende steen geworden. De Egyptenaren noemden hun moedergodin Hathor naar deze steen ‘Vrouw van turquoise’ en sneden er beeldjes van. Dit klopt met mijn gevoel dat het een vrouwelijke steen is.

In Turkije komt dit mineraal niet voor. De steen is naar dit land genoemd, omdat het een doorvoerroute van turkooizen is geweest vanuit Azië naar Europa. De kleur van dit mineraal ontstaat mede door de aanwezigheid van koper, dat aan veel gesteenten een blauwe, groene of blauwgroene kleur verleent.

OPALEN

De kleuren van deze vier ovaal geslepen opalen zijn steeds verschillend en dat is kenmerkend voor opaal. Afhankelijk van de richting van het licht, het moment van de dag, de stand van de steen en de positie van het oog, doet het kleurenspel zich steeds anders voor. Er zijn ook opalen in een enkele tint, bijvoorbeeld het oranjerood van de vuuropaal, maar dan zijn er toch veel nuances in die ene kleur te herkennen. Opalen vervelen nooit, daar zijn ze te beweeglijk voor in hun verschijning.

Alle stenen in dit boek zijn zo natuurgetrouw mogelijk getekend, behalve deze vier opalen. Die heb ik namelijk verzonnen. Ze zijn ontstaan door het zorgvuldig kijken naar alle mogelijke opalen en ze daarna vanuit mijn fantasie te tekenen. Het resultaat is voor mij ‘levensechter’ dan als ik een dergelijke serie opalen had nagetekend. Ook dat is voor mij een teken van de beweeglijkheid van dit mineraal.

Het lijkt misschien vreemd om bij mineralen te spreken van beweging. Het zijn immers vaste voorwerpen die vanuit zichzelf niet van vorm veranderen. Maar door de manier waarop mineralen spelen met vooral het licht en de kleur van hun omgeving, ontstaat de beweging en kunnen stenen heel dynamisch overkomen. Opalen zijn daar een meester in. Ze zijn de kameleons van de stenenwereld.

DIAMANT

Dit is de slijpvorm van diamant die ‘briljant’ heet. Het licht speelt er op wonderlijke wijze doorheen. Het wordt gebroken, teruggekaatst en weer gebroken totdat het zover uiteen is gevallen, dat de steen ervan gaat stralen. Je kunt aan de ruwe diamant niet aflezen dat er zoveel licht in zit. Het is meestal een doffe steen met acht, wat bolle vlakjes. Door het vakmanschap van de slijper komt het licht er pas uit. Misschien moet ik zeggen dat het licht niet in de steen zit, maar van buitenaf op de steen valt. Toch voelt dat niet zo. De steen is tot barstens toe gevuld met licht, er kan niets meer bij. Ieder vlakje – het zijn er heel veel – speelt op unieke wijze met licht en er is geen vlakje gelijk aan een ander.

Het wonderlijke is dat ik helemaal geen licht heb getekend. Ik heb met tinten grijs en zwart en zo nu en dan met witte inkt de vlakjes minutieus ingekleurd en halverwege de tekening zag ik nog geen glimp van het stralende karakter van de steen. Pas op het laatst viel alles op zijn plaats en ontstond er een glinsterend geheel. Dat is hier veel te groot afgebeeld, want in werkelijkheid zijn de meeste diamanten enkele millimeters groot. Een exemplaar van een centimeter doorsnede kost al gauw 20.000 euro.

Het Griekse woord voor diamant is ‘adamas’ en dat betekent ‘onbedwingbaar’, om aan te geven dat de steen zelf te hard is om bedwongen te worden. Ik vind dit in contrast staan met het lichtspel, want daarin wordt de diamant juist door het licht bedwongen om al haar stralende pracht te tonen. Diamant maakt dat als dienaar van het licht mogelijk.

Uit: Gestold licht, verhalen over mineralen van Willem Beekman

BESTEL GESTOLD LICHT

AANMELDEN VOOR DE LEZING ‘GESTOLD LICHT’ VAN WILLEM BEEKMAN OP 13 OKTOBER