In het midden zijn alle beelden – bezinning van het Gouden Rozenkruis over het menselijke hart

Laten we vandaag onze aandacht richten op het mysterie van het hart. Jan van Rijckenborgh, één van de grondleggers van de School van het Gouden Rozenkruis, zegt hierover: ‘Eigenlijk staat alles wat we met betrekking tot het hart moeten weten in de heilige taal’. En, dat is ook zo. Op verschillende plekken in de heilige taal wordt bijvoorbeeld gesproken over het rein maken van het hart. Over het belang van een zuiver en stil geworden hart, over het belang van een zuiver en stil geworden hart want dat – een rein, zuiver en stil hart – is wat nodig is voor iedere geestelijke ontwikkeling. Je zou zelfs kunnen zeggen dat iedere geestelijke ontwikkeling in het hart begint. 

Het hart is gelegen in het midden van het menselijke lichaam en verbindt alle cellen en organen onderling met elkaar door het bloedvatenstelsel en maakt het zo tot een functioneel geheel. Het hart zorgt voor coherentie en samenhang. Het hart, zou je kunnen zeggen, is daarom een orgaan van eenheid. Het is de grote verbinder. Het hart is werkelijk een groot wonder. 

Een paar feiten. Om te beginnen is het hart de krachtigste spier van het menselijke lichaam en veroudert niet zoals alle andere spieren dat wel doen. Het werkt autonoom terwijl het een willekeurige spier is. Het hart stopt nooit, slaapt nooit, stopt nooit. Het slaat gemiddeld zo’n zestig keer per minuut. Honderdduizend keer per dag en zo’n drie miljard keer in een heel mensenleven. Het stuwt het bloed door een enorm netwerk van bloedvaten: grote, steeds kleiner tot zelfs haarvaten met een totale lengte van wel honderdduizend kilometer. Het hart is zo kracht dat het per minuut ongeveer zeveneneenhalf liter bloed voor het lichaam stuwt, met een kracht die water twee meter de lucht in zou spuiten. Toch is deze druk, als je het goed berekent, te gering voor dit honderdduizend kilometer lange vaatstelsel. 

Het bloed beweegt, hoewel het tegen ons gevoel lijkt te gaan, uit zichzelf. Als we bijvoorbeeld kippenembryo’s nauwkeurig onderzoeken lijkt het bloed als in een regelmatig kringloopsysteem te bewegen voordat het hart voldoende ontwikkeld is om te kloppen. Zo kunnen we dus zeggen: bloed beweegt – hoewel het tegen ons gevoel in lijkt te gaan, uit zichzelf. Het ritme en de kracht vna de hartslag verandert steeds naar behoefte. Het hart is dus niet zomaar een mechnische pomp, maar ze anticipeert en verandert haar ritme steeds als dat nodig is. De hartslag past zich steeds aan bij de behoeften van het lichaam en klopt, als dat nodig is, sneller of langzamer. Het lijkt daarin precies te weten wat we nodig hebben. In een wonderbaarlijk en onophoudelijk veranderend ritme van spanning en ontspanning doordrenkt ons hart ons een leven lang met energie…

BESTEL DE STEM VAN HET ROZENHART, WOORDEN UIT DE TEMPEL