Het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci, zoals toegelicht in het Leonardo-symposionboekje

BESTEL HET SYMPOSIONBOEK OVER LEONARDO

In de symposionbundel ‘Leonardo – Geniale alleskunner hartstochtelijk op zoek naar de lente van de geest’ gaan de drie auteurs Dick van Niekerk, Ad de Jong en Ankie Hettema in op het grote beroemde meesterwerk van Leonardo da Vinci: Het laatste avondmaal. Hieronder volgen tekstgedeelten uit twee voordrachten. 

Uit de voordracht van Dick van Niekerk

In de jaren 1495 en 1496 kreeg Leonardo da Vinci (1452-1519) zijn grote kans: Ludovico il Moro gaf hem de opdracht om in de refter – het zogenaamde ‘Cenacolo Vinciano’ – naast het klooster van Santa Maria delle Grazie fresco’s op de muur aan te brengen. Het was voor Leonardo een uitgelezen gelegenheid om te gaan werken aan zijn beroemdste werk ‘Het Laatste Avondmaal’, dat zou uitgroeien tot de ‘grootste kunstuiting aller tijden in Lombardije’, aldus Giulia Bologna, een kunstuiting die wel eens de ‘keytone of European Art’ (grondtoon van de Europese kunst) wordt genoemd. 

‘Il Moro’ had al enkele decennia eerder de opdracht gegeven om het klooster te bouwen. Hij zag daarin een ideale locatie voor zijn laatste rustplaats. Voor het laatste Avondmaal bepleisterde Leonardo de stenen muren van het ‘cenacolo’ met een laag van hars en krijt en vervolgens schilderde hij daarop met ‘tempera forte’ de afdichtende laag.

Door deze techniek wilde hij de avondmaalscène tot in de meest verfijnde details weergeven. In de tijdsspanne van 1495 tot 1498 zou hij – met zijn onstuitbare drang naar perfectie – dagenlang op zijn stellages tijd besteden aan het bestuderen van de figuren, de houdingen en de expressies van handen en gezichten. Onderwijl werd hij – druk werkend op zijn steigers – van beneden af bestookt met tal van vragen door het massaal toestromende publiek. 

Het werk toont ons Jezus die aan zijn discipelen meedeelt dat één van hen hem zal verraden. Hun verbazing wordt met veel werkelijkheidszin in de gelaatsuitdrukkingen in beeld gebracht, met levendige poses en subtiele belichting. Het toegepaste procedé zorgde ervoor dat het geheel kwetsbaar was en al na enkele jaren moest worden gerestaureerd. Biograaf Vasari concludeerde in 1568 zelfs al – nogal voorbarig – dat het meesterwerk daardoor mislukt was. 

BESTEL ‘LEONARDO – GENIALE ALLESKUNNER’

Uit de voordracht van Ankie Hettema

Bij ‘Het laatste Avondmaal’ heft de geometrische weergave de ruimte op, uit haar veelheid, haar verscheidenheid tot in de éénheid van het ene: het voorhoofd van Jezus. Dit is niet het avondmaal uit de Bijbel! Geen instelling van een eucharistieviering! Er is geen beker. Geen Johannes die aan de boezem van Jezus ligt. Hier heerst geen rust, maar een zichtbare bewogenheid in blik, gebaar en houding van de discipelen. Jezus heeft net de woorden uitgesproken: ‘Ik verzeker u, één van jullie zal mij overleveren’. 

We zien hier de emoties, de gesprekken van heftige ontroering, levendig voor ons, vergezeld van gefluister en uitroepen die deze woorden te weeg brengen, zij botsen als golven op elkaar. Niet alleen Jezus, ook Judas reikt naar de schaal met brood. Welk zout strooit zich daarbij uit over tafel? 

Er bestaat een verhaal over de schildering van Jezus en Judas. Voor zijn gezichten gebruikte Leonardo modellen. Ook voor Jezus, maar het gezicht hield hij vaag. Hij vond het moeilijk een model te vinden voor Judas. Uiteindelijk vond hij ‘m in de gevangenis. De man kwam naar zijn atelier, Leonardo begon met schilderen, terwijl de man hem vroeg: ‘Meester, herkent u mij niet meer? Jaren geleden was ik ook al in uw atelier, toen stond ik model voor Jezus.’ 

De discipelen zijn gegroepeerd in vier maal drie: de drie van geest, ziel en lichaam. Drie hoofdgroepen, waarin ook de mensheid te verdelen is: geestelijke mensen, gevoelige mensen en doeners. Alle mogelijke menselijke karaktertrekken zijn te herkennen. We zien twijfel, drift, verbazing, verraad, verloochening, beminnelijkheid, liefde… Zijn deze discipelen niet allen beurtelings in ons aanwezig? En het getal vier, het vierkant, symbool voor een op te richten bouwwerk. Dit fresco is een boodschap aan de mensheid en aan ons individueel. 

Kende je het evangelie van Maria? Waar Petrus zich geërgerd afvraagt: ‘Zou hij met een vrouw gesproken hebben buiten ons om en niet openlijk? Zou de verlosser haar boven ons hebben bevoorrecht?’ 

Geef je daarom Petrus een mes in handen, en heeft zijn hand een snijdend gebaar naar het vrouwelijke? Petrus met zijn onstuimig karakter wenst niet te geloven wat het vrouwelijke, het hart in hem, aan ‘innerlijk weten’ brengt. 

‘Toen nam Mattheus het woord en sprak tot Petrus: Ik zie dat u zich driftig maakt tegen deze vrouw, als ware zij een tegenstander. Als de verlosser haar waardig gemaakt heeft, wie bent u dan dat u haar verwerpt? Zekerlijk kende de Verlosser haar door en door. En daarom heeft de verlosser haar méér lief gehad dan ons! Wij moesten ons veeleer schamen en wij moesten veeleer de volkomen mens aandoen en wij moesten ons veeleer zo vormen, zoals hij het ons heeft opgedragen!’ (Uit: Het Evangelie van Maria) 

Van beide einden van de tafel zien we hoe de handen en armen wanhopig naar de meester uitgestrekt worden, als om Hem te smeken: Eén van ons u verraden? Verklaar ons dit mysterie!

Het mysterie heeft Leonardo weergegeven in de schildering. Het is gelegen in de beweeglijkheid én de stilte van de menselijke ziel! Te midden van de storm van emoties zien we Jezus. Het hoofd lichtgebogen in rust, de ogen neergeslagen, innerlijk gericht op het koninkrijk van binnen. Zijn handen op tafel vertellen van een mogelijke beweging tussen hemel en aarde. De één, open naar de hemel, de ander gestrekt naar de schaal, zich gevend. Zijn ziel leeft in de wereld van de geest en is bereid zich te geven. Hij spreekt niet, beschuldigt niet. 

Leonardo, het lijkt alsof je Jezus isoleert van de apostelen. Maar bij nader inzien schilder je hem in eenheid met de discipel naast hem, in een V- vorm, een kelk… als een graal. Deze discipel Johannes of Maria, het maakt niet uit, het is onafwijsbaar vrouwelijk! De kleuren van de kleding van de lievelingsdiscipel of van haar die hij liefhad, schilder je tegengesteld aan die van Jezus. Bedoel je dat er graallicht binnen stroomt tussen de tegengestelden van de wereld? 

Licht te midden van het mannelijke en vrouwelijke? Ontdekte jij – die zuivere lichtinval – te midden van wat wij werkelijkheid noemen? De grote, zoals je zegt ‘eerste bewegingskracht’ in het midden? Waar tegendelen eigenlijk geen tegendelen zijn? Is dat de reden dat wie het licht wil toebehoren, aangeraden wordt zich niet in uitersten te begeven? 

Bij zijn schets hoe hij de discipelen langs de tafel wil schikken, tekent hij een grote cirkel. De tafel deelt de cirkel in een beneden- en bovenwereld. De twaalf discipelen zitten op de grens langs de horizontale straal van de cirkel. In het midden Jezus, de dertiende. Het is het verdwijnpunt in het oneindige. 

De mens als een Johannes, de mens die het proces van de licht- geboorte in zijn leven doorworstelt en kost wat kost volhoudt, ervaart hoe hij stap voor stap mee opgaat, verdwijnt in de Jezus- mens, hoe zij samen de kelk vormen waarin het goddelijke licht kan worden opgevangen. 

En terwijl ik kijk en nog eens kijk, vallen twee cirkels over elkaar. De cirkel met twaalf segmenten, twaalf discipelen, en de cirkel van de Vitruviusmens… Dit is het laatste avondmaal van de persoonlijkheidsmens, van een Johannes-mens, die weet lichtdrager te zijn. En ondanks de nog vele emoties en kromme gedachten, die hij heeft, drijft hem een ongewoon willen tot vernieuwing. Hij tracht omwegen te vermijden en rechte lijnen te trekken naar het licht. Hij verlangt zijn laatste avondmaal te vieren. Die ‘laatste avond’ duidt op afscheid nemen van zijn beneden-leven om op te kunnen gaan in licht leven. 

De perspectief plaatst hem in zijn waarachtige verhouding – tot de God in hem. Om altijd eerst binding te zoeken met de wijsheid van het hart, met de vonk van vuur en licht die daar wacht, om de aandacht te richten op de zuivering van het innerlijk leven, van de twaalf apostelen: van het denk-, gevoels-, en wilsleven. Het ‘ik’, dat staat voor de afgescheidenheid lijkt op te lossen in de eenheid van de oneindigheid, in vleugels van de ziel tot de geest. Staande voor dit Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci worden wij ingewijd in het licht. 

Bron: Leonardo – Geniale alleskunner hartstochtelijk op zoek naar de lente van de geest, Symposionreeks 44

BESTEL HET SYMPOSIONBOEK OVER LEONARDO

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER LEONARDO DA VINCI