Vragen van Ankie Hettema over de Mona Lisa aan Leonardo da Vinci

BESTEL ‘LEONARDO – GENIALE ALLESKUNNER’

Het schilderij Mona Lisa van Leonardo da Vinci, dat hij waarschijnlijk tussen 1503 en 1506 vervaardigde, is één van de beroemdste kunstwerken ter wereld. Het is het portret van een glimlachende dame, waarschijnlijk Lisa Gherardini of voluit Lisa di Antonmaria Gherardini di Montagliari. Zij was de derde echtgenote van Francesco del Giocondo, die waarschijnlijk de opdracht gaf voor het schilderij. De gebruikte techniek is olieverf op paneel (populierenhout). Op het symposion Reiken naar de eeuwigheid met Leonardo da Vinci , dat in 2019 acht keer is verzorgd is, ging auteur Ankie Hettema-Pieterse dieper in op onder andere de Mona Lisa. Hieronder volgt een gedeelte uit de tekst van haar voordracht zoals die is opgenomen in het symposionboek Leonardo, geniale alleskunner.

‘t Eeuwig-vrouwelijke – dat trok je aan Leonardo, het kreeg vorm in de Mona Lisa. Het is verleidelijk in te gaan op de schildertechnische genialiteit van dit meesterwerk. Wat het effect is dat je de rivier aan de linkerkant hoger schildert, meer benadrukt dan rechts en dat deze doorstroomt in de schouder van de Mona Lisa. Dat je haar niet schildert met lijnen maar alleen met vlakken van licht en schaduw, opgaand in de achtergrond, voor jou een analogie voor het vage onderscheid tussen het bekende zichtbare leven je laatste woonplaats… En dat je het nooit als voltooid beschouwde…? 

Zie haar schoonheid. Zie de ziel. De evenwichtigheid, de rust van de handen. Diep weten in de ogen. Het kennen van geestelijk leven, de geest. Het mysterie van leven vervat in de lippen, een glimlach of weemoed? Haar opname in de oneindigheid. Vertegenwoordigt zij, Leonardo, het eeuwig-vrouwelijke specifiek in jou? Is zij het beeld van je eigen ziel? Kon het daarom ook nooit voltooid zijn? En bleef je er aan werken, als werkte je aan de eigen ziel, waar je ook was, penseelstreek voor penseelstreek. 

Geeft zij uitdrukking aan jouw poging in voortgaande zuivering te reiken naar het hoogste? Je noemt jezelf ‘een ongeletterd man.
‘Ze zullen zeggen dat ik, omdat ik geen boekenwijsheid bezit, niet juist kan uitdrukken wat ik wens te beschrijven – maar zij weten niet dat mijn onderwerpen ervaring vereisen in plaats van de woorden van anderen.’ 

Je scherp observatievermogen en je gebrek aan formeel onderwijs maakten je tot een vrije geest. Schilderkunst vind je boven dichtkunst staan, want: Een beeld heeft meer zeggingskracht dan de onbekende, onzichtbare werkelijkheid: je sfumato-techniek. Dat je daarmee bereikt dat waar de beschouwer ook staat: zij kijkt je aan, met een glimlach… of met ernstig mysterieuze blik. Maar hierover is veel geschreven en het is makkelijk na te lezen. Het eenvoudige feit dat je dit schilderij overal mee naar toe nam, waarheen je ook verhuisde, van Florence, naar Milaan, van daar naar Rome, zelfs dat je het meenam naar Frankrijk, naar Amboise, woorden’. Zoals jaren later Comenius (fakkeldrager van het Rozenkruis 9) zou schrijven: 

‘De zintuigen oefenen met beelden, het juist vatten van de verscheidenheid der dingen betekent de grondslag leggen voor alle wijsheid, en voor alle wijze handelingen in het leven.’

En je schilderijen hebben diepgang! De Mona Lisa, zij kijkt óns aan en blijft ons aankijken waar wij ook staan, zoals de zon altijd recht voor ons staat, als wij langs de vloedlijn op het strand lopen. Leonardo, je wist hoe het zielelicht uit de ogen straalt, je kende de harmonische verhoudingen van de heilige geometrie van het menselijk lichaam. Geeft deze schoonheid herkenning van wat diep nog in ons leeft, onze meest diepste essentie? Is zij een herinnering en een vraag naar óns zieleleven? Waakt onze ziel op zoals neo-platonist Plotinus schrijft in zijn werk Enneaden?: 

‘… het is iets dat met de eerste oogopslag wordt waargenomen, iets dat de ziel herkent als afkomstig van oude kennis, het verwelkomt en treedt ermee in harmonie (…) Onze interpretatie is, dat de ziel wanneer zij iets verwants aan zichzelf ziet, gegrepen wordt door een ogenblikkelijke verrukking en zich opnieuw opent voor een gevoel van de eigen essentie en van alles wat daaraan verwant is.’ 

Leonardo, je wordt beschreven als: ‘…een wonderlijke ziel… die altijd de blik op het oneindige en de werkelijkheid achter de dingen gericht hield…’

Dat je door de vleugelslag en de luchtverplaatsing het mechanisme van de vlucht van vogels begreep. ‘Om te kunnen vliegen’, zei je, ‘ontbreekt mij slechts de ziel van een vogel’. Maar welke ‘ziele-vlucht’ ontwaakte door al je natuuronderzoek heen in je diepste verlangen? Is het zoals je zelf zegt, ‘de eerste bewegingskracht’? 

Bron: Leonardo – Geniale alleskunner hartstochtelijk op zoek naar de lente van de geest, Symposionreeks 44

BESTEL ‘LEONARDO – GENIALE ALLESKUNNER’