Hermetic Order of the Golden Dawn – esoterische organisatie opgericht door William Westcott en Samuel Mathers

Geïnspireerd op de Societas Rosicruciana in Anglia stichten William Westcott (1848-1925) en Samuel Mathers (1854-1919) tezamen met Dr. Woodward, afkomstig uit The Hermetic Society (opgericht in 1884 door Anna Bonus Kingsford en Edward Maitland), in 1888 de Hermetic Order of the Golden Dawn. Van dit genootschap zijn Arthur Edward Waite (1857-1942) en Aleister Crowley (1875-1947) lid. Men bestudeert er de leringen van de pas opgerichte Theosofische Vereniging, Levi’s verklaring van de kabbalah en de zogenaamde Egyptische ceremoniën van de rozenkruisers. Zij willen al deze aspecten samenvoegen in één magisch stelsel, waarin vooral de tarot een plaats zou hebben.

Waite (fakkeldrager van het Rozenkruis 15) moet hier met name worden genoemd, omdat hij de eerste is die de moeite neemt om historisch onderzoek te doen naar de herkomst van de rozenkruisers. Een jaar eerder, in 1887, had hij de rozenkruisersmanifesten opnieuw in het Engels uitgegeven, opgenomen in zijn The Real History of the Rosicrucians. Door het succes van zijn werk komen de rozenkruisers opnieuw in de belangstelling. 

De eerste graad van de tweede klasse in de Golden Dawn werd ‘de rode roos en het gouden kruis’ genoemd. De rituelen en inwijdingen ontleenden de broeders (én zusters!) aan de vrijmetselarij en de Egyptische mythologie, terwijl de motto’s die de inwijdingen ontvingen van Latijnse, soms ook Keltische afkomst zijn. 

Boven de imperator stond een onzichtbare broederschap van ‘onbekende leiders’ (maar veel was afkomstig uit de werken van Anna Bonus Kingsford). Een groot aantal mensen die zich in het traditionele christendom niet meer konden vinden, waaronder ook verschillende bekende namen, werd door de orde aangetrokken: we noemden reeds Waite en Crowley, maar ook de Ierse dichter Willian Butler Yeats, de astronoom William Peck, Florence Farr Emery (1860-1917), de schrijver Arthur Machen (pseudoniem voor Arthur Jones, 1863-1947). 

Westcott en Mathers streefden naar een organisatie die de gedachten uit de vrijmetselarij zou combineren met de fasen van de kabbalistische ‘levensboom’, waarbij iedere trede wordt gesymboliseerd door één van de tien sephiroth (ze ontwierpen ook een bekend samengesteld symbool dat bekend staat als het hermetische rozenkruis). Hun doel was een broederschap te vormen, waarin geheime wijsheid, die aan het merendeel van de mensheid onbekend is, stap voor stap geleerd kan worden, door middel van inwijdingen die met rituelen en proeven samengaan. 

Het zou de belangrijkste orde van het begin van de twintigste eeuw worden; ze bestaat uit een uiterlijke en innerlijke afdeling. De innerlijke afdeling, onder de naam ‘Rosae Rubae et Aureae Crucis’ (‘De rode roos en het gouden kruis’) is alleen voor gevorderden in hun leer en gewijd aan de studie en praktische toepassing van magie. 

De geschiedenis van de orde is een aaneenrijging van grote conflicten over autoriteit, over de positie van de vrouw, over financiën en over de vraag of er een magische dan wel ‘christelijke’ ritus gevolgd moest worden. De orde raakt ook maatschappelijk in opspraak. De belangrijkste figuren in deze orde zijn W.B. Yeats (1865-1939), de dichter, Aleister Crowley, die een grote esoterische kennis bezat en A.E. Waite, schrijver van veel esoterische boeken die in 1915, na een breuk met de Golden Dawn, The Fellowship of the Rosy Cross opricht. 

Bron: Rozenkruisers door Peter Huijs en Kees Bode

BESTEL ‘ROZENKRUISERS’