BESTEL ZIEN WAT BLIJFT, MYTHEN IN WERK EN WOORD
Het bovenstaande schilderij van de Argonauten uit de Griekse mythologie is gemaakt door Joop Mijsbergen en gepubliceerd in het boek Zien wat blijft, mythen in werk en woord. De tekst onderstaande bijbehorende tekst is van Ankie Hettema.
Jason en zijn vrienden op het schip de Argo beleven allerlei avonturen en hier moeten zij door de snelheid waarmee ze roeien er in slagen op tijd tussen de zogenaamde ‘symplegaden’ doorvaren. Een compositie vol actie, zie het gebruik van de penseelstreek om de roeispanen weer te geven, wat een snelheid, het water spat omhoog!
Wie zijn de argonauten? Wie, als Jason, op weg gaat het gulden vlies terug te halen, ontvangt hulp: het inzicht van de scheepsbouwer Argos, de kracht van Heracles, ‘de sterkste man op aarde’, van Orpheus de muziek die toverkracht bezit, van Lynceus zijn scherpe blik, de moed van Theseus, die de Minotaurus verslaat, van de windgoden de goede richting. De mens staat niet alleen op zijn queeste. De argonauten zijn de helpende krachten om het doel, ‘Kolchis’, het land waar de zonnestralen worden bewaard, te bereiken.
De Argo bereikte de smalle zeestraat. Er doorheen varen was moeilijk.
Twee steile rotsen doemden voor de Argo op, twee tegenover elkaar staande kliffen, massief en onbeweeglijk. Het leek onvoorstelbaar dat die gevaarten ook maar één centimeter van hun plaats konden komen.
Vanaf het voordek sprak Jason zijn bemanning toe.
‘Orpheus heb je de duif?’ ‘Ja, die heb ik’.
Orpheus liet de duif los, die uit zijn handen opvloog en tussen de rotsen weg fladderde.
En Jason zag de rotsen op hun grondvesten trillen en langzaam maar zeker verschuiven.
De duif had een kwart van de afstand afgelegd toen de rotsen ineens met verbluffende snelheid naar elkaar toe schoven.
De vogel vloog dapper door. Werd de duif verpletterd, dan wachtte de Argo hetzelfde lot.
Met een daverende klap klapten de rotsen tegen elkaar.
Orpheus pakte zijn lier en hief een lied aan.
De Argonauten tuurden de hemel af, maar de duif was nergens te zien.
Inmiddels begonnen de rotsen weer te wijken…
En dáár, ja dáár vloog de duif! ‘Kijk’, riep Orpheus ‘alleen haar staart is eraf!’ ‘Volg de duif!’ Nu schoot de Argo naar voren.
Elke Argonaut trok om het hardst de riemen door het water.
Maar het was alsof de rotsen steeds sneller bewogen.
Zouden ze geplet worden?
Een kille, zwarte duisternis slokte hen langzaam op… maar opeens stroomde er weer daglicht over hen en het hele schip.
Ze waren erdoorheen!
In een afgestemde samenwerking en juiste coördinatie van alle mogelijkheden die aanwezig zijn, stellen de Argonauten zichzelf en hun roeispanen in één en dezelfde richting op.
Zij volgen de duif, de stem van de ziel, zijn opgenomen in de goddelijke lichtstroom die onophoudelijk stroomt. Met kracht maken zij een enorme vaart, om op tijd door de zich al sluitende, botsende rotsen heen te varen. Zij tonen hoe krachtig de werkzaamheid van een groep kan zijn.