Alles waarover je kennis moet verkrijgen is in je – hoofdstuk 12 uit ‘Vermaning van de ziel’ van Hermes Trismegistus

BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – SOFTBACK

BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – EBOOK

Als een mens de boom der volharding plant, oogst hij daarvan de vruchten van het welslagen en zal hij de overwinning vieren. Hij bereikt wat hij verlangt en is gelukkig. Als hij echter de boom der luiheid en nalatigheid plant, oogst hij daarvan de vruchten der mislukking. Hij bereikt niet wat hij verlangt en is ongelukkig.

Ik wil u nu voor enkele stelregels plaatsen, o ziel. Leer deze en verwerkelijk ze: Het begeren gaat uit van de ziel. Zij begeert het goede. Datgene waarop zij van wie het begeren uitgaat moet steunen, is volharding. En dat wat haar helpt om het begeerde te verkrijgen, is niet anders dan datzelfde goede en diezelfde goedheid. Want als de werkzaamheid van degene die begeert verbonden wordt met de werkzaamheid van dat wat begeerd wordt, dan worden degene die begeert en het begeerde tot elkaar gevoerd.

Volharding maakt bitter, maar zij draagt zoete vruchten. Luiheid smaakt zoet, maar zij draagt bittere vruchten, en brengt zorg teweeg.

Volhard en wees standvastig in het aanbidden van de ene ware God, en hoed u ervoor, door afkeer en lusteloosheid tot wankelen te worden gebracht, opdat ge niet het aanbidden van de ene ware God laat varen door het dienen van vele goden. Hij die vele goden aanhangt, moet er ook veel aanbidden. Hij ervaart moeite en kwelling. Hij wordt in beslag genomen door zorgen en gefolterd door onrust en uiteindelijk gaat hij ten onder.

Aangestoken te worden door lusteloosheid en afkeer is een kenmerk van de animale ziel. Volharding en standvastigheid zijn kenmerken van de rijpe en ware menselijke ziel. Hoed u dus ervoor u tot wankelen te laten brengen door lusteloosheid en afkeer en laat u er niet toe leiden meer dan één God aan te hangen. Want als ge dat doet, wordt ge in verwarring gebracht, ge raakt uitgeput, zodat uw licht wordt gedoofd, uw kracht verzwakt, uw hoge stand teniet gedaan en uw onafhankelijkheid houdt op te bestaan. En dit zal uw dood betekenen. Hoed u dus voor deze dood en keer u af van de dingen die hem teweegbrengen.

Ge moet, o ziel, ware kennis verkrijgen over uw eigen wezen en over zijn vormen en aanzichten. Denk niet dat enig aanzicht waarover ge kennis wenst te verkrijgen, buiten u is; neen, alles waarover ge kennis dient te verwerven, is binnenin u.

Hoed u er daarom voor op een dwaalweg te worden geleid, waardoor ge dat wat in uw bezit is elders zoudt zoeken. Velen vergeten waar inzicht gevonden moet worden en zoeken ernaar buiten zichzelf en worden daardoor misleid. Maar later zullen zij zich herinneren dat alles in hen is en niet buiten hen.

Dat waarover ge kennis moet verkrijgen, bestaat voor eeuwig en zonder ophouden en niets ervan is buiten u.  Wat buiten u is, zijn de dingen die reeds van de aanvang los van u staan. Ze nemen velerlei eigenschappen aan en zijn opgenomen in het proces van opgaan, blinken en verzinken. En behalve deze dingen is er buiten u zelf niets te vinden.

Keer dus terug tot u zelf, opdat ge niet valt in de stroom der dingen die met elkaar in strijd zijn en opdat hun verschillende eigenschappen u niet heen en weer slingeren, zoals een woelige, stormachtige zee de schepen heen en weer slingert die haar bevaren, want aldus zoudt ge uiteindelijk niets goeds verwerven, noch tot enige kennis komen.

Overtuig u daarom van de waarheid van wat ik u verteld heb en denk erover na. Vergeet niet wat reeds in uw bezit is, door er elders naar te zoeken, want alles wat de ziel nodig heeft om inzicht te verkrijgen is in haar aanwezig en niet ergens anders. De oorzaak dat dit niet wordt ingezien komt niet voort uit de ziel, maar is in het lichaam, dat ertussen is geplaatst.

Als het gereedschap waarmee de arbeider werkt, gebroken of versleten is, heeft het geen nut meer. Het is beter dat hij het weggooit en een ander neemt, waarmee hij goed kan werken.
Als een arbeider een goed stuk gereedschap verworven heeft, moet hij er mee werken en trachten profijt uit zijn werk te trekken. Als hij dan tot rijkdom gekomen is, staakt hij het werk, verkoopt het gereedschap voor een lage prijs en rust uit van zijn arbeid.

Zorg er voor, o ziel, goed gereedschap te verwerven, en als als ge het verkregen hebt, gebruik het dan goed, werk hard hard en doe er uw voordeel mee. Als ge tot rijkdom zijt gekomen, verkoop het gereedschap dan voor een lage prijs, neem uw winst en verlaat het huis waarin ge de winst behaald hebt.

Als een mens geelzucht heeft, smaakt honing hem niet zoet, zoals het een gezond mens smaakt. Zo zijn ook de ware leringen slechts aangenaam voor de mens die een gezond gemoed bezit. Alleen zulk een mens kan hun bedoeling verstaan.

De ziekten van het gemoed zijn: onwetendheid, droefheid en vrees. Hij wiens gemoed door deze aandoeningen aangetast is, kan niet het aroma proeven van dat wat hem wordt geleerd en kan de betekenis ervan niet begrijpen.

Uit: Vermaning van de ziel van Hermes Trismegistus, hoofdstuk 12

BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – SOFTBACK

BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – EBOOK

LEES MEER OVER DE UITGAVEN VAN DE CRYSTALSERIE