De stormen en de wateren worden gestild, gedeelten uit Psalm 107, Mattheüs 8, Markus 4 en Lukas 8

BESTEL BIJBEL, HERZIENE STATENVERTALING

HET BOVENSTAANDE SCHILDERIJ IS VAN REMBRANDT

PSALMEN

Wanneer de Heer spreekt, doet Hij een stormwind opsteken, die haar golven hoog opheft. Ze rijzen op naar de hemel, ze dalen neer in de diepe wateren; hun ziel smelt weg van ellende. Zij wankelen en waggelen als een dronken man, al hun wijsheid wordt verslonden. Maar toen zij in hun benauwdheid tot de Heer riepen, leidde Hij hen uit hun angsten. Hij brengt de storm tot stilte, zodat hun golven zwijgen. Dan zijn zij verblijd, omdat de wateren gestild zijn en Hij hen naar de haven van hun wens leidde.

Bron: Bijbel, Herziene Statenvertaling, Psalm 107: 25-30

MATTHEÜS

En toen Hij aan boord van het schip gegaan was, volgden Zijn discipelen Hem. En zie, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, zodat het schip door de golven bedekt werd; maar Hij sliep. En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden:
Heere, red ons, wij vergaan!
En Hij zei tegen hen: Waarom bent u angstig, kleingelovigen?
Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en er kwam een grote stilte. De mensen verwonderden zich en zeiden:
Wat voor Iemand is Dit, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?

Bron: Bijbel, Herziene Statenvertaling, Mattheüs 8:23-27

MARKUS
En op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant. En zij lieten de menigte achter en namen Hem, Die al in het schip was, mee; en er waren nog andere scheepjes bij Hem. En er stak een harde stormwind op en de golven sloegen over in het schip, zodat het al volliep.
En Hij lag in het achterschip te slapen op een hoofdkussen; en zij wekten Hem en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan? En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte. En Hij zei tegen hen: Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof? En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?

Bron: Bijbel, Herziene Statenvertaling, Markus 4:35-41

LUKAS

Het gebeurde op een van die dagen dat Hij met Zijn discipelen aan boord van een schip ging. En Hij zei tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant van het meer. En zij voeren weg. Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind neer op het meer, en hun schip liep vol water en hun schip liep vol water – Letterlijk: en zij liepen vol en zij waren in nood.
Zij gingen naar hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, meester, wij vergaan! Toen stond hij op en bestrafte de wind en de golven. En ze gingen liggen en er kwam stilte.
Hij zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren bevreesd en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Wie is deze toch, dat hij ook de winden en het water bevel geeft en ze hem gehoorzaam zijn?

Bron: Bijbel, Herziene Statenvertaling, Lukas 8:22-25

BESTEL BIJBEL, HERZIENE STATENVERTALING