In zijn laatste muziekdrama ‘Parsifal’, verdiept de Duitse componist Richard Wagner (1813-1883) zich in bijna onpeilbare vraagstukken van religieuze mystiek. De stof voor ‘Parsifal’ is evenals andere opera’s van Wagner ontleend aan oeroude sagen. Reeds de Franse troubadours en later Wolfram von Eschenbach zongen ervan en gaven er vorm aan in grote epische gedichten. Een kerngedachte stipte Wager al aan in zijn opera ‘Lohengrin’, toen hij daar de graal aan de orde stelde. Toch behandelt ‘Parsifal’ geheel andere en veel diepzinniger vraagstukken dan Wagners jeugdwerk Lohengrin.
In de figuur van Kundry is ‘het eeuwig vrouwelijke’ belichaamd. Zij is tegelijkertijd een bijna duivelse verleidster en een boetvaardige zondares. In ‘Parsifal’ worden wij voorts gesteld tegenover de Lees verder