Symboliek van de Hebreeuwse letter Gimel – verbeeld en verwoord door Ruud Bartlema

BESTEL MYSTIEK VAN DE HEBREEUWSE LETTERS

De Gimel vormt de derde letter van het Hebreeuwse alfabet. De naam Gimel betekent kameel, maar kan ook verbonden worden met het werkwoord gamal dat ‘iemand iets vergelden’ betekent. De getalswaarde van Gimel is drie. Opvallend in de vormgeving van de Gimel is dat de letter als enige letter van het Hebreeuwse alfabet naar links helt. Dat geeft aan de Gimel een dynamisch uiterlijk. Het is niet moeilijk om in deze naar voren hellende letter een mensengestalte te zien die met versnelde pas loopt en daarbij de handen naar voren uitgestrekt houdt.

In bepaalde kringen binnen de taalmystiek is de Gimel het beeld bij uitstek van de rijke mens die zijn of haar huis verlaat om aan de arme, die wordt gesymboliseerd door de letter Daleth, van zijn of haar rijkdom uit te delen. Op het schilderij heb ik deze gedachte uitgebeeld. De rijke man rent met de armen uitgestrekt naar voren naar de arme mens in de letter Daleth, zichtbaar aan de linkerkant. De arme heb ik afgebeeld als bedelaar of ‘sjnorrer’, een bekende figuur uit het joodse leven.

Het doen van barmhartigheid of tsedaka is een belangrijk gebod in de joodse traditie en de ‘sjnorrer’ geeft de mensen daartoe de gelegenheid. Met zijn zak op de rug gaat hij langs huizen en krijgt overal wat. Soms veel, soms weinig. De ‘sjnorrer’ is een belangrijke figuur omdat hij de mensen herinnert aan het vervullen van het gebod.

De kleur rood is in dit schilderij de kleur van de liefde en bewogenheid, maar ook van de gedrevenheid, de hartstocht. De zon in het midden is ook het oog van de eeuwige die toekijkt en inspireert.

De drie kamelen onderin wijzen op het getal drie. Drie is het getalsmatige symbool van balans en stabiliteit. Het getal is ook verbonden met het evenwicht tussen de drie oerelementen van de schepping: lucht, water en vuur. Er zijn drie aartsvaders: Abraham, Isaak en Jakob. ook wordt gewezen op de drie delen van de TeNaCh: Tora (onderricht), Nebiïem (profeten) en Ketoeviem (geschriften)

Bron: ‘Mystiek van de Hebreeuwse letters’ door Ruud Bartlema

BESTEL MYSTIEK VAN DE HEBREEUWSE LETTERS