Ontwaken op het allerlaatste ogenblik in het Schotse sprookje ‘The duke o’ Norroway’, toegelicht door Simone Weil

BESTEL LIEFDE IS LICHT, RELIGIEUZE TEKSTEN VAN SIMONE WEIL

Via menswording, lijden, dood en door middel van de schoonheid tracht God de afgedwaalde mens opnieuw te bereiken. De herkenning, dat is de hereniging, voltrekt zich buiten tijd en ruimte als in een oneindig klein gebeuren, dat in dit sprookje hier uitgedrukt wordt door het ontwaken in het allerlaatste ogenblik. De onderstaande tekst komt uit de bloemlezing Liefde is licht van de Franse filosofe en mystica Simone Weil. 

In het Schotse sprookje ‘De hertog van Noorwegen’ is er sprake van een prins die overdag leeft in de vorm van een dier, en die alleen ’s nachts in een menselijke gedaante verschijnt. Hij huwt met een prinses. Als zij op een zeker moment niet langer meer opgewassen is tegen de situatie, vernietigt zij ’s nacht de dierenhuid waarmee de prins overdag bekleed is. Daardoor echter verdwijnt de prins. Er blijft haar niets anders over dan hem te gaan zoeken. 

Dan begint haar calvarietocht. Eindeloos lang doolt zij door vlakten en bossen. Op zekere dag ontmoet zij een vrouw die haar drie wondernoten schenkt. (…) Nog lang dwaalt zij verder, tot zij eindelijk haar echtgenoot onder menselijke gedaante terugvindt in een vreemd paleis. De prins is echter haar bestaan vergeten en staat op het punt te huwen met een andere vrouw. 

De arme prinses is er erg aan toe. Door de lange reis vol ontberingen zijn haar klederen nog enkel lompen en ziet zij er uit als een bedelares. Zij slaagt er in in het paleis aangenomen te worden als keukenmeisje. Als zij in haar wanhoop een van de drie wondernoten kraakt, vindt zij er een feeëriek mooi bruidskleed in. In ruil voor dit bruidskleed mag zij van de vreemde prinses een hele nacht doorbrengen bij de prins. De vreemde prinses heeft de prins echter een slaapdrank laten drinken, zodat deze de ganse nacht geen ogenblik wakker wordt. Zolang de nacht duurt zingt de echte echtgenote aan zijn zijde: 

Far hae I sought ye, near am I brought to ye; Dear duke ’o Norroway, will ye return and speak to me?’. Zij zingt ‘till her heart was like to break, and over again like to break’. (…) 

De prins wordt echter niet wakker, en ’s morgens moet zij hem verlaten. De volgende nacht probeert zij opnieuw haar echtgenoot te bereiken. En op dezelfde wijze verloopt ook de derde nacht. En tegen de morgen van de derde nacht, juist vóór het aanbreken van de dageraad, wordt de prins wakker. Hij herkent zijn prinses en stuurt de andere weg. 

Dit verhaal wijst mijns inziens op het zoeken van God naar de mens. En eveneens bevat het de twee hoger genoemde vormen van geweld waardoor God zich toegang verschaft tot de ziel. De eerste gebeurt in de nacht van het onbewuste, als het bewustzijn van de mens nog helemaal dierlijk is en de mens daarin nog verborgen. Nauwelijks heeft God een poging aangewend om hem tot het daglicht te brengen, of de mens neemt de vlucht. Hij vergeet God, en bereid zich voor op een overspelig huwelijk met het vlees. 

In smart en pijnen zoekt God de mens, en Hij benadert hem als bedelaar. Hij koopt het vlees om met de schoonheid en verkrijgt aldus toegang tot de ziel. Maar deze slaapt. De ziel krijgt een op voorhand bepaalde termijn om te ontwaken. Ontwaakt zij, zelfs op het laatste ogenblik van die termijn, en herkent zij haar God, dan is zij gered. 

Het feit dat de prins pas ontwaakt in de laatste minuut vóór de derde dageraad, wijst erop dat het verschil tussen de ziel die verloren gaat en de ziel die gered wordt slechts een oneindig klein onderdeel uitmaakt van heel de psychologische inhoud van de ziel. In het Evangelie wordt hierop gewezen door de vergelijking van het Rijk Gods met het mosterdzaadje, de zuurdesem, de parel, enz. Ook het zaadje van de granaatappel van Proserpina wijst hierop. 

De in lompen gehulde, lijdende verschijning van de prinses, haar aanwezigheid in het paleis als keukenmeisje, toont ons een God die helemaal ontdaan is van zijn glorie. Hij verschijnt ons ‘verborgen’. Ons heil bestaat er in Hem te herkennen. 

Er bestaat een ander folkloristisch thema, dat ongetwijfeld dezelfde waarheid tot uitdrukking wil brengen. Het is dat van de prinses die, vergezeld van een slavin, op reis gaat om ergens, heel ver weg, een prins te huwen. (In sommige sprookjes is het de prins die met zijn slaaf op reis gaat om een prinses te huwen.) Onderweg doet zich dan een gebeurtenis voor die de prins ertoe noopt met de slavin van kleding en van rol te wisselen, waarbij deze laatste moet zweren nooit haar echte identiteit bekend te maken. Het is pas op het allerlaatste ogenblik, wanneer de prins namelijk op het punt staat met de slavin te trouwen, dat hij zijn eigenlijke geliefde herkent. 

Bron: Liefde is licht, Religieuze teksten van Simone Weil, met een inleiding door Frits de Lange

BESTEL LIEFDE IS LICHT, RELIGIEUZE TEKSTEN VAN SIMONE WEIL