DE TWEE NATUURORDEN
In het wandkleed kunnen duidelijk twee delen onderscheiden worden. Het bovenste deel is een abstracte weergave van de niet te begrijpen eeuwige goddelijke wereld. Het onderste deel vormt de tijdelijke grofstoffelijke wereld.
Het bovenste deel van ‘De twee natuurorden’ vormt symbolisch het spirituele Licht, God, Liefde of het Zijn. In dit deel staat een vijfpuntige ster, pentagram genaamd, centraal. In het midden van deze ster bevindt zich een kleine gouden cirkel met daarbinnen een drietal nog kleinere gouden cirkels. Aldus wordt de heilige drie-eenheid aangeduid; in christelijke opvatting de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Vanuit de ster schijnen zeven brede stralen die ieder op zich bestaan uit de zeven grondkleuren van de regenboog. Op deze wijze is licht aangeduid dat een relatie legt met het Licht met een hoofdletter. De ster is verder ingebed in cirkels die naar buiten toe uitgroeien. Hierop zijn ook een zevental nevelige cirkels te zien. Deze staan voor de spirituele kracht van het Licht.
Het bovenste deel is in tegenstelling tot het onderste statisch. Het onderste deel is in beweging. Het draait en is vurig van kleur. Wij zien ook het yin-yang symbool. Dit symbool duidt de tegenstellingen aan die kenmerkend zijn voor onze wereld, bijvoorbeeld: leven-dood, liefde-haat, vreugde-verdriet. In dit symbool is ook een draaiend rad te herkennen. Hiermee wordt het rad van wedergeboorte bedoeld, reïncarnatie.
‘De twee natuurorden’ roept verder de gedachte op dat de mens in deze wereld bewustzijn kan ontwikkelen over die andere wereld. Dit zoekproces loopt langs een gouden spiraal welke de verbinding vormt tussen het bovenste- en onderste deel van het wandkleed. De spiraal is zevenvoudig getwist in lijn met de zeven fasen van de ontwikkeling van het bewustzijn.
Bron: Draden van licht door Truus Waszink (het boek is helaas uitverkocht)