Het lied van de geloofsbeproeving: de elfde boetezang uit het Evangelie van de Pistis Sophia

Hieronder volgt de elfde boetezang van de dertien boetezangen die de Pistis Sophia zingt in het Evangelie van de Pistis Sophia. Deze zang staat ook bekend als het lied van de geloofsbeproeving waarin het ineigen geloof aan een eindtoets wordt onderworpen.

Waarom is deze machtige kracht andermaal toegenomen in boosheid? Door slinkse streken heeft zij mij voortdurend mijn licht ontnomen en als met een scherp mes heeft zij mij mijn kracht ontnomen. Ik verkoos de afdaling in de Chaos boven het verblijf in het gebied van de Dertiende Eoon, het gebied waar gerechtigheid woont. Zij trachten mij door list te misleiden, teneinde al mijn licht te verslinden.

Daarom zal het Licht al hun licht wegnemen en ook zal al hun materie vernietigd worden. Ja, het zal hun licht wegnemen en hen niet toelaten in de Dertiende Eoon, hun woonplaats, en hun namen zullen niet voorkomen in het gebied van hen die zullen leven. Zo zullen de vierentwintig scheppingen zien hoe het u, o kracht met de leeuwekop, vergaan is. Zij zullen bevreesd zijn en zij zullen niet ongehoorzaam zijn, maar het gereinigde van hun licht geven. 

Zij zullen u zien en zich over u verblijden en zeggen: Zie, een der scheppingen die niet het gereinigde licht gegeven heeft, opdat zij gered zou worden, maar die zich beroemde op de grootte van haar licht en van haar kracht, daar zij niet had geschapen uit innerlijke kracht, doch had gezegd: ‘Ik wil het licht van de Pistis Sophia nemen, dat haar ontnomen zal worden’. 

Bron: Het Evangelie van de Pistis Sophia