HYMNE 1 – HYMNE 2 – HYMNE 3 – HYMNE 4 – HYMNE 5 – HYMNE 6 – HYMNE 7 – HYMNE 8 – HYMNE 9 – HYMNE 10 – HYMNE 11 – HYMNE 12 – HYMNE 13 – HYMNE 14 – HYMNE 15 – HYMNE 16 – HYMNE 17 – HYMNE 18 – HYMNE 19 – HYMNE 20
Het openbaart zich in een wijds gebeuren
bij ’t glanzen van de Ster van Bethlehem.
Te midden van de Eeuw’ge Deuren
spreekt machtig ’s Hiërofanten Stem.
De Roep der Heil’ge Graal wordt nu vernomen,
de Rozenhof gaat open in dit uur.
En deze Gaarde ingekomen
zien wij het Heilig Driehoeksvuur.
De Gaardenier plukt dankend al de Bloemen
en schikt ze in de vaas, de Heil’ge Graal.
Wij horen Hen bij name noemen,
de naam gegrift in Heil’ge Taal.
De basis voor de nieuwe Tempelmuren
zien wij nu krachtig in het heden staan.
Komt, bouwt bij ’t lichten van Gods vuren
de Burcht waartoe straks allen gaan.
Een jonge loot van de Gnostieke Keten,
een tafelronde van de Heil’ge Graal,
heeft zich van hare taak gekweten,
treedt voorwaarts uit de Opperzaal.