Parzivals weg naar de graal – van onnozelheid via twijfel naar innerlijke vrede – Jac Net

BESTEL PARZIVALS WEG NAAR DE GRAAL

De zoektocht naar de graal, een thema dat in de late middeleeuwen tot bloei kwam in de verhalen van troubadours en minnezangers, is een thema dat zijn betekenis nog niet verloren heeft. Parzival, de jonge held die een moeilijke en eenzame weg aflegt om tot de graalburcht te komen, is uitgegroeid tot een ‘oerbeeld’ van de individuele mens die streeft naar een verbinding met het hogere. Wolfram von Eschenbach’s ‘Parzival’ is de rijkste van de vele graalvertellingen. De beelden uit zijn verhaal bevatten ook voor ons, in de 21e eeuw, een schat aan inzicht en wijsheid.

In dit boek, dat eind 2024 gepubliceerd werd,  volgen we Parzival op de voet. We beleven zijn ontwikkeling, van onnozelheid via twijfel naar innerlijke rust en ontdekken hoezeer zijn ontwikkelingsweg is verbonden met die van de andere figuren in het graalverhaal. Daarnaast geeft de auteur tal van aanwijzingen die verwijzen naar de historische en geografische samenhangen die Wolfram in zijn vertelling heeft verwerkt. Hieronder volgen het voorwoord en de inhoudsopgave.

VOORWOORD

Onze zoektocht naar de graal

Deze reis heeft zijn oorsprong in de ontmoeting met mijn vrouw Christa. Deze lotsgebeurtenis viel nagenoeg samen met het beëindigen van mijn actieve beroepsleven in de heilpedagogie, in gewone taal uitgedrukt in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Door deze ingrijpende verandering in mijn persoonlijke leven en het afscheid van een achtendertigjarig werkleven, kreeg ik het gevoel alsof mijn oude huid was afgestroopt en een nieuwe gevormd moest worden.

Na de aankoop van een tweedehands camper besloten we intuïtief de Odiliaberg, Arlesheim/Dornach en Ascona in Tessin te bezoeken. In Ascona wilden we het kuuroord Casa Andrea Cristoforo en in Brissago het heilpedagogisch instituut La Motto bezoeken. Beide zijn opgericht door de bekende antroposofe Ita Wegman. Tijdens de reis zelf ontdekten we pas de diepere samenhang tussen al deze plaatsen.

De Mont Saint Odile in de Elzas was onze eerste bestemming. We kwamen aan op een zaterdagavond en de volgende dag merkten we aan de hoeveelheid bezoekers hoe geliefd Odilia, de schuts patrones van de Elzas, nog altijd was voor de overwegend Franse bezoekers’. Zij, die de zon van God (sol Dei) op een verborgen wijze in haar naam draagt, is immers degene die in de zevende eeuw te midden van een ruwe Merovingische beschaving geboren werd in het geslacht van de Ettichonen of Andlauers. In navolging van Christus bracht zij licht in de Europese cultuur door het bouwen van het allereerste hospitaal voor de gebrekkige en hulpbehoevende medemens.

Uitkijkend over het uitgestrekte Rijndal zag ik haar, voor mijn innerlijke oog, in zuidoostelijke richting naar Arlesheim gaan, op de vlucht voor haar vader. Voordat onze reis zich voortzette naar Colmar, bezochten we eerst nog het stadje Barr, waar de filosoof, esotericus en schrijver van het boek: Les grands Initiés, Eduard Schuré ooit woonde Op het plaatselijke kerkhof hoopten we zijn grafsteen te vinden, aangezien we ervan uitgingen dat hij er ook gestorven was. Een plaatselijke bewoner haalde ons uit de droom en vertelde waar het woonhuis stond dat voorzien was van een plaquette.

Bekend is dat Schuré, bevriend met Marie von Sivers en Rudolf Steiner, hen een keer wandelend heef meegenomen naar het klooster van Odilia. Boven aangekomen vroeg Schuré aan Steiner in hoeverre de geest van Odilia rondom de berg nog aanwezig was. Rudolf Steiner trok zich vervolgens terug op het cour van het klooster; kwam na enige tijd terug en meende een gespannen uitdrukking op het gezicht van Schuré te zien. Met zichtbare teleurstelling hoorde laatstgenoemde aan dat Odilia niet meer op deze plek ter te vinden was, “maar ik heb haar wel teruggevonden, in Arlesheim, plek waar ze een veilig heenkomen vond”.

Na ons avontuur in Barr reden we naar Colmar, volgens Werner Greub, wiens visie ik deel, wordt deze stad in het Parzival-epos Kanvoleis genoemd. Hier leidde koningin Herzeloyde, de moeder van Parzival, in de negende eeuw haar hofleven, op dezelfde plaats waar zich nu het Musée d’Unterlinden bevindt. Dit museum is bekend van het Isenheimer Altar. Voordat Herzeloyde zich vestigde in Colmar/Kanvoleis, had zij mogelijk enige jaren een contemplatief leven geleid op de Hohenburg, zoals de Odiliaberg toentertijd heette.

Aangekomen in Arlesheim, parkeerden we onze camper op een plein achter de plaatselijke domkerk, zonder een vermoeden te hebben dat we naast het Sonnenhof stonden, een heilpedagogisch instituut, opgericht door Ita Wegman, waar ik tijdens mijn gezellenjaren stage had gelopen. Net als Odilia droeg Ita Wegman een sterke genezende impuls in zich. Beiden bezaten een grondige kennis van de geneeskrachtige planten.

De volgende dag liepen we via de Eremitagestrasse naar de grootste Engelse landschapstuin van Zwitserland. Volgens Rudolf Steiner leefde Herzeloyde, na haar verblijf in Kanvoleis, hier met haar zoon Parzival. Deze groeide op in de eenzaamheid van het woud.

Het doel van onze wandeling was de plek waar de kluizenaar Trevrizent zich in een grot had teruggetrokken.

Het erkennen van hetgeen waar en juist is een ‘heimwee naar het verleden’ is, dan is het natuurlijk een ernstig vergrijp of een schande om deze heimwee niet te hebben.
Hetzelfde geldt voor andere aantijgingen, die door het idee traditie worden opgeroepen, zoals ‘romantiek‘, ‘estheticisme’ en ‘folklore’; wij willen onze geestverwantschap met deze dingen geenszins loochenen; integendeel wij eisen deze juist voor onszelf op, en wel in precies de mate waarin ze verband houden met ofwel de traditie ofwel de ongerepte natuur, en daarbij geven we de legitieme en in elk geval onschuldige betekenissen eraan terug. Want ‘schoonheid is de glans van het ware””; en aangezien men dit kan inzien zonder – op zijn zachtst gezegd – een gebrek aan ernst te vertonen, behoeven wij ons niet ervoor te verontschuldigen dat we voor dit aspect van de werkelijkheid bijzonder gevoelig zijn.

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord – Onze zoektocht naar de Graal
Inleiding – De schrijver Wolfram von Eschenbach

  1. Het Parzival-epos in grote lijnen
  2. De ontwikkelingsweg van Parzival in drie fasen
  3. Op zoek naar de graal
  4. Julianus Apostata, de laatste ingewijde keizer
  5. Vader en zoon dienen beiden de allerhoogste
  6. De occulte verbinding tussen moeder en zoon
  7. Het wezen van de sibillen
  8. Het rijk van Babylon en de wond van Anfortas
  9. De verbinding tussen Sigune en Parzival
  10. Parzivals ontmoeting met de kluizenaar
  11. Gawans innerlijke weg
  12. De halfbroer van Parzival: Feirefiz
  13. Titurel, de hoeder van de Graal en de werking van de Triniteit
  14. De weg van de Vader naar de Zoon en de Heilige Geest

Nawoord
Bijlage – Uit het leven van Walter Johannes Stein
Geraadpleegde literatuur
Noten

BESTEL PARZIVALS WEG NAAR DE GRAAL

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE GRAAL