Het orakel van Delphi en de boodschappen van de Pythia – gedeelte uit ‘Een reis langs de mysteriën’

BESTEL ‘EEN REIS LANGS DE MYSTERIËN’

In zeer veel oude mythen en vooral ook overleveringen van antieke historici wordt het orakel van Delphi vermeld. De overblijfselen van de beroemde tempel van Apollo in Delphi, waar het orakel zich afspeelde, zijn nog steeds te bezichtigen. Er waren in de oudheid meer orakelplaatsen – zoals het orakel van Dodona -, maar geen ervan heeft het orakel van Delphi in populariteit overtroffen.

Het was niet de lichtgod Apollo zelve die orakelde, maar zijn dienares, de Pythia. Gezeten op een driepotige kruk raakte zij op geregelde tijdstippen in trance. Daarbij stootte ze onsamenhangende klanken uit, alsof Apollo vanuit haar binnenste de boodschap naar buiten bracht. Gelukkig waren er een aantal aan de tempel verbonden priesters die op korte afstand meeluisterden en aan de bezoeker van het orakel de boodschap vertaalden.

Overigens waren deze vaak cryptische boodschappen voor meerdere interpretaties vatbaar. Illustratief daarvoor is het inmiddels overbekende verhaal dat Herodotus optekende over koning Croesos van Lydië. Hij had het voornemen om het machtige buurland Perzië binnen te vallen. Het orakel voorspelde hem dat hij een groot rijk zou verwoesten. Welgemoed zette Croesos zijn troepen in en … werd vernietigend verslagen. Croesos verwoestte inderdaad een groot rijk, dat van hemzelf…

God ‘oproepen’, via zijn priesters, was in de oudheid een bekend verschijnsel. God kon zich in het persoonlijk leven manifesteren. Apuleius vertelt in zijn boek ‘De gouden ezel’ dat Isis in een droom verschijnt aan de hoofdpersoon Lucius. Ook in de Asclepius-heiligdommen verscheen de godheid aan de in diepe slaap verkerende patiënten.   

Plutarchus, die lange tijd de leiding over de gang van zaken bij het orakel van Delphi had, heeft het over opstijgende dampen op de plaats van het orakel. Hij vermeldt dat de tempel van een zoetige geur vervuld was als de godheid aanwezig was. Dat verleidde historici ertoe te overwegen dat de bewuste dampen hallucinogene gassen zouden zijn geweest. Maar een onderzoek eind negentiende eeuw toonde geen dergelijke verschijnselen aan. Ruim een eeuw later, in 2001, werd echter rond de tempel de aanwezigheid van etheen als mogelijk hallucinogeen ontdekt. De tempel van Delphi ligt precies op het snijpunt van twee grote breuklijnen.

Ondergrondse bewegingen veroorzaken enorme drukwerking langs de breuklijnen en leiden tot uitwaseming van lichte gassen. Inademen van etheen in een geloten ruimte, waarin de Pythia door een scherm of gordijn van de raadplegers van het orakel was afgescheiden, zou haar aan voldoende hoge concentraties van dit narcotisch gas kunnen hebben blootgesteld om een milde euforische of trance-achtige staat bij haar op te wekken. Of dit de verklaring is voor dit meer voorkomende verschijnsel is aan discussie onderhevig. Dat echter de sessies van de Pythia in dienst van Apollo nogal uitputtend waren, wordt in meerdere antieke bronnen vermeld. Ook wordt er in de literatuur regelmatig gerept over een innerlijke stem die de behuizer ervan boodschappen influistert, een daimon.

Met de opkomst van het montheïsme kreeg de term ‘demon’ een uitgesproken negatieve lading, en werd synoniem met een (lagere) duivel. Oorspronkelijk echter was daimon een neutraal Grieks woord voor een meestal goedaardige entiteit, een geestelijk wezen tussen de mensen en de goden in. Met het woord werd een goddelijke kracht aangeduid, een beschermengel of de innerlijke stem van het geweten, zoals bij Socrates. Zo zegt de inspiratrice van Scrates, Diotima, in Symposium van Plato over Eros: ‘Hij is een grote geest of Daimon.’ Eros staat in dit verband voor de liefdeskracht in de mens.  

Bron: Een reis langs de mysteriën, van het oude Egypte tot Carl Gustav Jung’ door Jacob Slavenburg

BESTEL ‘EEN REIS LANGS DE MYSTERIËN’