De drie koppen van Cerberus de hellehond: angst, dogmatiek en afgoden

Cerberus is eenvoudig de fundamentele staat van de dialectische mens, de som van het verleden in het heden. Als uw ‘levende heden’ in de Gnosis staat, is het duidelijk dat het daarvan elektromagnetisch blijk geeft en spreekt het vanzelf dat het op een gegeven moment krachtig in conflict komt met de kernkracht van het verleden. Dan moet blijken wie het sterkste is.

Cerberus, de kernkracht van het verleden, die vanzelfsprekend uw natuurgeboren staat beheerst en controleert, is dus logischerwijs met recht de ‘poortwachter’ aan de overzijde van de Styx. Iedere pelgrim die op weg is naar het Land der Levenden, moetdeze poortwachter passeren. Hem passeren beduidt: hem vernietigen, door het volledig uitwissen van het verleden, en het maken, in de gehele microkosmos, van een nieuw begin, het begin van het levende heden.

Het is goed dat u de realiteiten, die met dit alles verband houden, van alle romantiek en van alle gruwelverhalen rond de wachters op de drempel en dergelijke ontdoet. Want – wij hebben het al eerder neergeschreven – iedere magnetische straling heeft een structuur en vertekent zich in het ademveld tot een beeld, tot een gedaante, een gedaante die dikwijls min of meer schrikwekkend van aard is. Als zulk een beeld in het ademveld van een leerling opdoemt en deze leerling is in het bezit van de waarlijk nieuwe slangestaf, dan wordt de betrokken magnetische invloed door de straling van de slangestaf onmiddellijk omgezet in een andere vibratie, tengevolge waarvan, zoals het Nuctemeron zegt, alle duivelen – alle groteske vormen in het ademveld – verdwijnen en Gods lof gaan zingen.

Er blijft dan over de nog aanwezige kernkracht in het aurische wezen, waarvan alle magnetische invloeden uitgingen en uitgaan. Tenslotte zal dan ook deze kernkracht, Cerberus, dienen te worden opgeheven, want Cerberus is de sleutel van de ring-niet-verder van het zevende kosmische gebied. Wil enig kandidaat dus van het zevende naar het zesde kosmische veld gaan, dan wordt hij geconfronteerd met Cerberus en opent deze zijn drievoudige muil om de naderende pelgrim te verslinden en hem dus terug te wijzen naar zijn natuurgeboren gebied.

Wanneer wij dus spreken over uw en onze Cerberus en zijn optreden als onze tegenstander, dan hebt u te denken aan een weg die wij allen moeten gaan, aan een tegenstand die wij allen hebben te breken. Wanneer wij ons daartoe wapenen met het zwaard van de vernieuwde slangestaf, dienen wij vervolgens na te gaan hoe het slagveld, de plaats der ontmoeting, er uitziet en met welke middelen Cerberus gewend is op te treden tegen allen die hem wensen te passeren.

Wij zijn ervan overtuigd dat wanneer wij ons op de strijdmiddelen van de mikrokosmische poortwachter gaan bezinnen, hij in een totaal ander licht voor u zal komen te staan. Wellicht bent u enerzijds geneigd te menen dat u, om hem te kunnen passeren, dient te beschikken over een grote mate van strijdbaarheid in dialectische zin en anderzijds over een grote mate van puurheid. Doch u zult verstaan dat er meer voor nodig is om te kunnen slagen en dat u zich hebt te bezinnen op veel meer voor de hand liggende zelfcorrecties.

In de eerste plaats moeten wij u dan nogmaals wijzen op het spooksel van de vrees, een spooksel dat u, krachtens uw natuurgeboorte, gevangen houdt. Angst is eigen aan de dialectische natuur. U hebt angst voor uw gezondheid, voor uw maatschappelijke positie, voor uw bezittingen, voor uw man, vrouw of kind, voor de komst van allerlei gebeurtenissen, die zich mogelijk over of in uw leven zullen voltrekken.Vanwege de vrees doet u dingen die u niet moest doen en laat u veel na dat u we¤ l moest doen. Angst, zorg en vrees maken u ’ten dele’. Dat wil zeggen, als u het pad wilt gaan, als u het gnostieke gewaad zou willen weven.

Cerberus is de grootste belemmering op de weg van de kandidaat, de oorzaak die hem steeds weer doet zoeken naar een compromis met de wereld. Zo er al geen angst bestaat voor de belemmeringen in de wereld, dan groeit er angst dat het Gouden Bruiloftskleed nooit omgeslagen zal kunnen worden. Cerberus zal, op wat voor manier dan ook, de angst in de kandidaat wakker roepen. Uit angst de Gnosis te verliezen kan de kandidaat een fanaticus worden, het typische voorbeeld van een mens die iets doorzet vanwege deze tweeledige angst: angst om mee te doen en angst om niet mee te doen. De waanzin van het fanatisme vaart zulk een mens in het slangevuur.

Er is dus ontzettend veel doorzettingsvermogen, veel volharding nodig om deze vrees uit te bannen. Men dient dan op de juiste wijze door het Tweede Uur te zijn heengegaan. Men dient dan zo¤ het kruis der liefde te dragen dat deze liefde u sterk maakt om iedere handeling of niet-handeling op de juiste wijze in haar kracht te verrichten en alles tegen te treden uit de innerlijke rust die zij schenkt. Zolang deze liefde nog niet volwassen in u is, houdt Cerberus de doorgang voor u gesloten, alleen reeds door de vrees die nog in u aanwezig is.

Het vrijkomen van angst, zorg en vrees is eveneens de opgave die de Bergrede de kandidaat stelt. Dat wil niet zeggen: alle angsten, zorgen en vrezen in de dialectische wereld te neutraliseren, overwinnen. Want men kan ze niet overwinnen, daar ze wezenseen zijn met de dialectiek. Ze treden natuurwetmatig in uw leven. Nee, u dient er bovenuit te stijgen in de kracht en in het licht van het Andere Rijk.

De oppervlakkigheid van vele verhalen, legenden en mythen is deze, dat de ridder de draak overwint door middel van gecultiveerde dapperheid. Maar van dapperheid is geen sprake! Wie het licht van het Andere Rijk in zich bevestigt, stijgt boven alle vrees uit. De vrees in zijn leven is verdwenen; van het passeren van de poortwachter in hevige strijd, met vertoon van grote dapperheid en moed, is geen sprake.

Een volgend aspect van de Cerberus in u is het dogma. Een dogma is een leerstelling. Er zijn talloze leerstellingen. De Gnosis kan leerstellig aangeduid, omschreven en gedefinieerd worden. Zulke leerstellingen zijn noodzakelijk om een uitgangspunt te hebben tot het volgen van een bepaalde weg. Alle groten van geest hebben de wereld dan ook, naast al het andere, leerstellingen geschonken. Zij hadden allen een dogmatisch aspect. Zij schonken ons een gemotiveerd programma. Ook bij het Rozenkruis, dat kon niet uitblijven, is zulk een leerstelling overgedragen en met behulp van literatuur uitvoerig toegelicht. De kandidaat die deze leerstelling nu in het hoofd en in het hart draagt, alsmede haar in het bloed heeft bevestigd, heeft zich volledig in het gewaad der leerstelligheid gehuld. Deze leerstelligheid vult zijn gehele leven.

Maar nu kan het zijn dat Cerberus de kandidaat in deze situatie, op deze basis, buitengewoon stevig in zijn greep heeft. De kandidaat denkt zich een gnosticus bij uitnemendheid. Want, niet- waar, zijn medemensen achten hem zeer. Hoe gaaf en duidelijk kan hij de leerstellingen naar voren brengen! Hoe juist geformuleerd, hoe goed gedacht, hoe zuiver filosofisch toegelicht.

Doch hier loert het grote gevaar! Een leerstelling is een program en een program is er om uitgevoerd te worden. En de uitvoerder is oneindig meer dan de programkenner. Iemand kan een heel slechte programkenner zijn, doch een prima uitvoerder. Daarom loopt de kandidaat het gevaar vast te lopen in leerstelligheid. De wereld als het ware te laten stikken in leerstelligheid is een tactiek, een methode van Cerberus.

Dat is ook steeds de enorme val geweest van de theologie, van de kerk, die meestal niets anders is dan een leerstellig instituut. De oorspronkelijke Gnosis kwam tot de mens als leerstelligheid in een van haar aspecten, volkomen zuiver van doctrine. Er waren mensen die zich met deze doctrine laafden, haar indronken als nardus. Toen gingen zij de leerstelligheid prediken en sommigen schreven boeken om de boodschap verder uit te dragen aan hen die zij niet persoonlijk bereiken konden. Een volgende generatie ging verder op die boeken.

Er kwamen universiteiten, uitgebreide scholen om de leerstelligheid te leraren. En de dogmatici kwamen bijeen om de leerstellingen te herzien, te corrigeren, aan te passen aan de wereld en aan de beschaving en aan bestaande dialectische inzichten en verlangens. De vrees boog de leerstelling om. De leerstellingen werden verwarder en spraken elkaar tegen. Ze vielen in brokken. Er was een groep die zei: ‘Dit brok is het juiste.’ Een andere groep zocht heil bij het tweede brok. Zo ontstonden de universiteiten der gespletenheid.

Al deze dogmatiek der eeuwen zit de mens in het bloed en in het slangevuur. Cerberus heeft de mensheid stevig in zijn greep, vanwege de dogmatische instincten van het verleden. Zijn er niet velen onder de kandidaten van het pad der verlossing die wanhopig met zich zelf hebben moeten vechten doordat het overgeleverde dogmatische instinct niet strookte met het program en de wijsbegeerte van de Gnosis?

Hoe kunt u vrijkomen van de greep van het dogma? Door het dogma dat u gekozen hebt als een program in uw leven te stellen en het met geheel uw wezen uit te voeren. Dan weet u al heel spoe- dig of het dogma dood of levend is en of het u brengt tot het doel waarheen het zegt te wijzen.

Wanneer u zich blijft verhangen aan het dogma zonder meer en het van tijd tot tijd verruilt voor een ander, dan is uw leven gevuld met afgoden. U zult dan geketend blijven in het kerkerhol. Al uw dogmatische verwachtingen zullen nutteloos blijken en u zult ondergaan in de poel der teleurstellingen. Cerberus, uw zondewezen, heeft dan voor de zoveelste maal de overwinning behaald.

Leer deze les, kandidaat:
U ontvangt de leerstelling om haar te vervullen.
Vervult u haar, dan bent u het dogma kwijt.
Dan bent u de leer zelf geworden.
En aan uw Cerberus bent u ontstegen!

Bron: Het Nuctemeron van Apollonius van Tyana, verklaard door J. van Rijckenborgh

De afbeelding is van Johfra