HYMNE 1 – HYMNE 2 – HYMNE 3 – HYMNE 4 – HYMNE 5 – HYMNE 6 – HYMNE 7 – HYMNE 8 – HYMNE 9 – HYMNE 10 – HYMNE 11 – HYMNE 12 – HYMNE 13 – HYMNE 14 – HYMNE 15 – HYMNE 16 – HYMNE 17 – HYMNE 18 – HYMNE 19 – HYMNE 20 – HYMNE 21
Wij zien nu de Lichtende Morgen,
de Morgen van ’t Nieuwe Land.
Weg zijn nu de donkere wolken,
de duisternis rond het verstand.
De ziel heeft de wade doorbroken,
die ons lang in boeien hield.
Wij zien nu het Doel van het Leven,
nu ’t Rozenkruis ons zo bezielt.
Wij gaan nu met kracht nieuwe wegen,
het Pad zo lang voorbereid,
Aquarius, doel van het leven,
waar zich nu het Lichtkleed aan wijdt.
De Ster staat onwankelbaar stralend
in ’t microcosmisch gewaad.
En zij zal niet langer meer falen,
de Sterrengang gaan van Gods Raad.
Ons wijst slechts het spoor van de Liefde,
de kracht die ons nu doorstroomt.
In Liefde gaan wij dan tezamen
naar ’t land waar de Broederschap woont.
Wij gaan tot het Sanctum Sanctorum,
het Huis van de Heil’ge Geest,
doorwaden de zee onzer driften
en vieren het Opstandingsfeest.