Naar het midden toe stromen, wederkeer naar de bestemming: het permanente. Gedeelte uit ‘Hart voor Tao’ van Elly Nooyen

Wanneer yin en yang hun energie naar ‘het midden’ doen toestromen, komen de polariteiten met elkaar in harmonie. Dit houdt in dat hun werking geneutraliseerd wordt. Ze zijn dan in de stilte die in het midden is en waarin alle ‘ietsen’ tot ‘niets’ worden getransformeerd.

Laozi 16 zegt:

Tracht naar de uiterste leegte.
Bewaar de diepste stilte.
In het gewoel der tienduizend dingen,
Zij aan zij, ontwaren we een wederkeer.
De dingen woekeren.
Elk keert terug naar zijn wortel.
Terugkeren naar de wortel heet: stilte.
Dit is wat we wederkeer naar de bestemming noemen.
Wederkeer naar de bestemming heet: het permanente.
Het permanente kennen heet: helderheid.

(vertaling: René Ransdorp)

Centraal in dit vers staan de begrippen: leeg worden, tot onvergankelijke rust en stilte komen, terugkeren. Voor de mens betekent dit: leeg worden van al die tegenstellingen die ons in beweging houden.

De ene keer maken we iets akeligs mee, de andere keer ontmoeten we vreugde; maar wat het ook is, we ondernemen er actie op. Daardoor houden we de beweging tussen yin en yang in stand en verwijderen we ons van het lege midden.

De mens ondervindt nog meer moeilijkheden, hij gaat doorgaans sterk van zichzelf uit: wat vind ik er van? Wat is in mijn belang en wat niet? Voel ik me goed wanneer ik me ergens voor inzet?

Uit het enorme scala aan levenservaringen toont hij voorkeur voor wat hem op korte termijn aanstaat en schuift hij van zich af waar hij geen trek in heeft. Daarnaast neigt hij tot mateloosheid.

Van die dingen die hem bevallen wil hij graag meer. Heeft hij dat bereikt, dan wil hij nog meer. Laozi 16 zegt beeldend dat de dingen woekeren. Dan raakt de balans verstoord. De oorzaak is dat de mens steeds van zijn eigenbelang uitgaat. Hierdoor verliest hij het permanente, dat is de altijd tegenwoordige Tao.

Bron: Hart voor Tao, Elly Nooyen, hoofdstuk 37