BESTEL ENKELE WOORDEN UIT HET BINNENSTE
Het eerste geschrift in het cadeauboekje ‘Enkele woorden uit het binnenste’ van Karl von Eckartshausen (fakkeldrager van het Rozenkruis 12) is ‘Voor hen die nog in de tempel en in de voorhoven zijn. Zij laat mensen van alle religies in de voorhof toe […] om mensen met mensen te verbinden en mensen met God te verbinden.’ Het tweede geschrift ‘De volmaking van de mens’ is een woord van troost voor hen die wachten op de vervulling van het diepste verlangen dat een mens kent. Hieronder volgen gedeelten uit het boekje.
1.
Heeft er ooit een algemene opvoedingsschool voor de mensen bestaan, een algemene wijsheidsschool? En welke waren haar geheimen? Deze vraag wordt al enkele eeuwen gesteld en men heeft er op verscheidene wijzen over nagedacht. Werd deze waarheidsschool – zo ze ooit bestaan heeft – door mensen opgericht? Was zij een combinatie van esprit en scherpzinnigheid? Of het resultaat van ervaring? Of was zij slechts een goed bedoelde poging van nobele mensen? wie heeft deze vragen op afdoende wijzen beantwoord? En wie zou ze ook kúnnen beantwoorden?
Er bestaat een algemene wijsheidsschool, en zij bezit een hemelse leerstoel in het binnenste van de geest, van wie alle kennis uitgaat. Deze wijsheidsschool heeft haar uiterlijk, haar innerlijk, haar binnenste, en dit uiterlijke, innerlijke en binnenste zijn hecht met elkaar verbonden, en alleen hij die het uiterlijke, het innerlijke en het binnenste kent, kan de bovenbedoelde vragen beantwoorden, want alleen hij kent het geheel, En de tijd was nog niet aangebroken dat zij die het geheel kenden hierover spraken.
Wat in het binnenste van deze school aanwezig is als kracht, is in het innerlijke de uitwerking en in het uiterlijke de vorm of de hiëroglief. Zo bezat deze wijsheidsschool haar voorhof, haar tempel, haar heiligdom. Alleen zij die door de eeuwen heen in het binnenste heiligdom waren, keken vanuit de tempel naar de voorhoven. Voor hen die in de voorhoven en in de tempel waren, was het binnenste heiligdom nog gesloten.
Er waren in alle eeuwen maar weinigen die van het innerlijke konden doordringen tot het binnenste. de meeste verbleven in de voorhoven, en alle veranderingen en verwikkelingen die zich in deze school voordeden hadden alleen betrekking op de voorhof. De tempel en het heiligdom bleven altijd onveranderd.
Alleen de vorm is onderworpen aan de wetten van de tijd en aan haar veranderingen. De geest in het binnenste is onveranderlijk en eeuwig. De voorhoven konden ontwijd, ontsierd en ontheiligd worden, de tempel en het binnenste heiligdom echter nooit.
Als er in de voorhoven verwarring heerste, trok de geest zich terug in het binnenste, en de door de geest verlaten vorm kwam tot verval. Probeerde een vermetel mens de tempel te ontheiligen, dan trok de waarheid zich terug in het binnenste, en voor de lasteraar en de vleselijke mens verdween de tempel.
In het uiterlijke, in de voorhof, in de vorm, in de hiëroglief ligt de letter; in het innerlijke de rede van de letter; in het binnenste de geest die de rede verlicht en de letter tot leven wekt.
Drie heiligdommen, waarvan er altijd één in het andere staat: het uiterlijke in het innerlijke en het innerlijke in het binnenste: het heilige, het heiligere en het heiligste.
Drie werelden, en elk daarvan met een eigen zienswijze, eigen objecten, een eigen geest en een eigen zon die haar verlicht: het licht van de zon in de voorhoven, het licht van de zuivere rede in de tempel, het licht van de geest in Gods heiligdom.
2.
Overal nieuwe openbaringen door het licht. Overal nieuwe ontwikkelingen van geheimenissen. Wie is ooit in staat geweest ze te ontsluieren? Wie was in staat ze toe te vertrouwen aan mensen die er niet ontvankelijk voor waren?
Wijsheid heerste in het binnenste; liefde in het innerlijke; en de van wijsheid en liefde uitgaande geest moest over het uiterlijke leven heersen.
De mens – de natuur – God – dat zijn de onderwerpen in de wijsheidsscholen: de mens in de voorhof, de natuur in de tempel, God in het heiligdom. Het is altijd de bedoeling van de wijsheidsschool geweest de mens uit de voorhof van zijn eigen zelf naar de tempel van de natuur te leiden, en, door de natuur heen, naar het binnenste heiligdom, naar God.
De werkwijze van de wijsheidsschool is in het binnenste goddelijk, in het innerlijke geestelijk en in het uiterlijke natuurlijk. Haar mysteriën bestaan uit de verbinding van de stoffelijke wereld met de wereld van de de geest en uit de verbinding van de geest met die van God.
Zij laat mensen van alle religies in de voorhof toe, omdat het haar bedoeling is mensen met mensen en mensen met God te verbinden. In de voorhoven kan de verscheidenheid van de religies blijven bestaan. De tempel wordt betreden door broeders met hun medebroeders. En in het heiligdom worden zij, als gezalfden, als christenen, één met elkaar.
3.
De opvoedingsschool van het menselijke geslacht is drievoudig: de uiterlijke school, de innerlijke school, de binnenste school. De uiterlijke school richt zich tot de zintuiglijke, de stoffelijke mens, de innerlijke school richt zich tot de mens die begiftigd is met verstand, de binnenste school richt zich tot de mens die begiftigd is met rede.
De uiterlijke school was zichtbaar en zij was onderworpen aan de veranderingen van de tijd. De innerlijke school was onzichtbaar en zij vormde door alle tijden heen het verbond van die mensen wier denken op de werkingen van rede en hart berustte. Door deze innerlijke school ontving iedere mens die open stond voor het licht zijn onderricht. En zo bezat deze school als het ware het bindmiddel dat de mens met de mens kon verbinden en de mens met de natuur.
Toen deze school zich evenwel losmaakte van de binnenste school ontaardde zij en verviel in de vreselijkste dwaalleringen. De binnenste school echter was altijd de onzichtbaarste en zij verbond hen die open stonden voor het licht met de bron van het licht, met God. Dit oerlicht verlichtte ieder mens die zich voor dit licht had opengesteld.
De binnenste school was de school van de profeten, de school van openbaring door de geest Gods, de innerlijke school was de school van openbaring door de natuur en de religie, de uiterlijke school was de school van de zinnebeelden; zij was de bewaarster van de grote oerhiërogliefen en van de taal van de beelden, opdat de stoffelijke mens altijd de weg zou kunnen vinden om vanuit het uiterlijke het innerlijke te betreden en vanuit het innerlijke het binnenste.
In het binnenste, het heiligdom, berusten alle mysteriën. Deze wijsheid regeert het innerlijke en het uiterlijke door liefde. In het heiligdom bevindt zich wijsheid, in de tempel liefde, in de voorhof moet zich waarheid bevinden, die door zinnebeelden tot het verstand spreekt, en van het verstand tot de hoogste rede.
Wijsheid, liefde en waarheid waren de leermiddelen van de wijsheidsscholen, en zij zullen dat altijd blijven, teneinde de mens op de weg naar de hoogste volmaking te leiden. Deze drie vormingsscholen bestaan reeds zo lang de wereld bestaat, meer of minder met elkaar verbonden. Hun hoogste volmaaktheid bereikten ze echter alleen dan als het binnenste nauw verbonden was met het innerlijke en het innerlijke met het uiterlijke.
Bron: ‘Enkele woorden uit het binnenste’ van Karl von Eckartshausen