Phaedrus, slaaf aan het hof van de Romeinse keizer Tiberius, bracht rond 50 n.C. als eerste fabels bijeen die worden toegeschreven aan Aesopus (of Esopus) en zette ze op schrift. Zij stond model voor alle latere fabeldichters, onder wie La Fontaine. Pas in 1703 verscheen de eerste volledige Nederlandse vertaling in proza. Deze is in 1979 gevolgd door de berijming van Johan van Nieuwenhuizen. De bekende Aesopus-fabel over de gans met de gouden eieren is niet opgenomen in het boek door Van Nieuwenhuizen. Hieronder volgen de fabel over de leeuw en de muis en de inhoudsopgave.
DE LEEUW EN DE MUIS
Wat muizen speelden eens niet ver van waar in ’t bos
een moegeworden leeuw te slapen lag op ’t mos.
Door uitgelatenheid, waarmee het stel ravotte,
vergat het dat een leeuw niet gauw met zich laat spotten;
en weldra zat er dan ook één op Leo’s rug.
De andre muizen piepten angstig: ‘Kom terug!’
Maar ’t roofdier, reeds gewekt, begint verwoed te gapen
en brult de muizen toe: ‘Laat toch een leeuw eens slapen!
Hé, jij daar, op mijn rug, ik waarschuw je, meneer!
Nu laat ik je nog gaan, maar vast geen tweede keer!’
Wanneer de leeuw die nacht verstrikt raakt in een vangnet,
is het dezelfde muis, die – toch al niet zo’n bangerd –
op ’t radeloos gebrul ijllings komt toegesneld.
‘Wat kan ik voor u doen, heer? Hebt u mij gescheld?’
vraagt het vrijmoedig dier: ‘Ach, ‘k hoef het niet te vragen.
Wacht maar – ik zie het al – ik zal het touw doorknagen.’
een fabel, zeer geschikt voor groten, die misschien
omdat zij groter zijn, op kleineren neerzien.
INHOUDSOPGAVE
Ter inleiding
- De wolf en het lam
- De kikkers willen een koning
- De kauw en de pauwen
- De hond en het stuk vlees
- Een koe probeert een haas te vangen
- De kikkers beklagen zich over de zon
- De vos en de mombakkes
- De wolf en de kraanvogel
- De mus en de haas
- De vos en de wolf verschijnen voor de aap
- Een ezel met een leeuw op jacht
- Het hoogmoedige hert
- De vos en de raaf
- Een schoenmaker die dokter werd
- De ezel en zijn meesters zoons
- Het hert en de schaap
- Het schaap, de hond en de wolf
- De bevallende vrouw
- De ondankbare teef
- Drie honden en een berehuis
- De leeuw sterft een dubbele dood
- De man en de wezel
- De waakhond
- De os en de wezel
- De waakhond
- De os en de kikvors
- De hond en de krokodil
- De vos en de ooievaar
- De hond, een schat en een gier
- De vos en de adelaar
- De ezel en het boszwijn
- De kikkers en de vechtende stieren
- De kiekendief en de duiven
- De leeuw en de rover
- Twee vrouwen op één man verliefd
- De man en de hond
- De arend, de kat en het zwijn
- Tiberius tot een slaaf
- De adelaar, de kraai en de schildpad
- De ezels en de struikrovers
- Het hert en de koeien
- Een oude vrouw en een wijnvat
- De panter en de herders
- Aesopus en de boer
- Een aap bij de slager
- Aesopus en de deugniet
- De vlieg en de muilezel
- De wolf en de hond
- De broer en de zus
- Socrates en de vriendschap
- Een zaak van geloof
- De vlerk en de besnedene
- De haan en de parel
- De bijen en de hommels
- Aesopus en de kinderen
- De hond en het lam
- De krekel en de nachtuil
- De goden nemen de bomen in bescherming
- Juno en de pauw
- Aesopus en de praatjesmaker
- De ezel en de priesters van Cybele
- De kat en de muizen
- De vos en de druiven
- Het paard en het zwijn
- De vreemde erfenis
- De muizen en de wezels
- De adder en de vijl
- De vos en de bok
- De mensen en hun gebreken
- De altaardief
- Hercules en Plutus
- De leeuw aan de macht
- De bokken en de geiten
- De schipper en de matrozen
- De hoinden voor de troon van Jupiter
- De man en de slang
- De vos en de draak
- De schipbreuk van Simonides
- De berg die baren moest
- De vlieg en de mier
- Simonides door de goden behouden
- De wandelaars en de struikrover
- De kaalkop en de vlieg
- De boer en de ezel
- De grappenmaker en de boer
- De kaalhoofdigen
- De prins, de fluitspeler
- De stier en het kalf
- De jager en zijn hond
- De zieke kiekendief
- De hazen en de kikkers
- De vos en Jupiter
- De leeuw en de muis
- De bijl en de bomen
Bron: Fabels van Aesopus, bijeengebracht door Phaedrus. In verzen verteld en ingeleid door Johan van Nieuwenhuizen (niet meer in druk beschikbaar).