De waterlelie is een plant die zijn wortels stevig in de modder grondvest en verankert en in deze voedingsbodem levenskracht opdoet. Het is een waterplant en zijn bladen spreiden zich uit op de oppervlakte van het water. Deze oppervlakte is de verbinding tussen twee werelden, het water onder het oppervlak en de lucht erboven.
Zijn bloemknop ontwikkelt de waterlelie in de duistere diepte. De knop zoekt het licht en groeit vervolgens naar boven. Pas als hij de grens tussen water en lucht doorbreekt, is hij in staat om zijn bloembladen te ontvouwen voor het zonlicht. Zijn leven wordt dan gevoed vanuit zowel de waterwereld als vanuit de lucht. Zonlicht is noodzakelijk voor het vrucht dragen en het zich voortplanten.
De waterlelie heeft dus beide werelden nodig. De mens die het Licht gevonden heeft, is pas werkelijk verlicht als hij de stralen van het Licht kan ontvangen en er bewustzijn van heeft en tegelijkertijd diep verankerd is in de aarde van deze grofstoffelijke wereld. Dan kan de mens ook zijn horizontale lichtstralen uitzenden en voor anderen herkenbaar zijn.
Er is een Oosterse wijsheid die zegt: ‘Je bent verlicht als je van twee één kunt maken.’ De waterlelie is een symbool voor die mens die in staat is om dit te doen.
Bron: Draden van licht door Truus Waszink (het boek is helaas uitverkocht)