Op de vierde dag sprak de hogepriester aldus:
‘Je staat, mijn zoon, nu voor de afbeelding die ‘de farao’ wordt genoemd. Zoals je in de eerste schildering de schemmende, de elementen gebiedende godheid gezien hebt, zo zie je in de vierde beeltenis de middels de vaste wetten de schepping – de kubieke steen – regerende god. Wetten regeren het heelal. Aan deze wetten kan niemand zich onttrekken.
De twee kronen op het hoofd van de farao, de twee scepters in zijn handen duiden erop dat hij door Lees verder