De profeet
Ik sleepte me door de woestijn.
Mijn geest verdorstte, maar daar naakte
Een splitsing, waar een serafijn,
Zesvleugelig, de weg bewaakte.
Zijn vedervingers raakten licht,
Alsof ik droomde, mijn gezicht;
Toen kreeg ik zienersogen, starend,
Bang, als een Lees verder