De dwaas – arcanum 0 van de hermetische tarot – het tweeëntwintigste symbool van de Egyptische mysteriën

Toen de jonge priester de volgende dag voor de hogepriester verscheen sprak deze tot hem:

‘Je hebt je inwijding ontvangen en bent nu een wetende. Wat je door symbool II en symbool V beloofd werd heb je ontvangen. Je hebt achter het voorhangsel gekeken en de voor een sterfelijke onzichtbare werelden zijn voor je ontsloten. Wat een menselijk verstand bevatten kan, is je getoond. Het wezen en de drijfkracht van de goden is onpeilbaar, de geheimen van het universum oneindig. Maar je bent op de juiste weg. 

Schrijd van inzicht naar inzicht, van de ene goede daad naar de andere en je kracht zal dienovereenkomstig toenemen. Niets is je verborgen van wat je geopenbaard kon worden. Je hebt antwoord ontvangen op de vraag: ‘Waar komen we vandaan, waar aan we naartoe, waarom leven we?’ Het zal je door de symbolen van het Boek Thoth allemaal duidelijk geworden zijn. Buiten deze 21 symbolen bestaat niets dat de moeite van het bestuderen waard is. Verder zoeken zou dwaasheid zijn. Daarom draagt het laatste symbool het nummer 0 en heet: de Dwaas.

Dit symbool behoef ik je eigenlijk niet te verklaren. Je kunt het zonder mijn hulp begrijpen. Het stelt de mens voor die zijn roeping mist omdat hij niet hoort of ziet. In plaats van zijn bekwaamheden te ontwikkelen en de geest over zich vaardig te laten worden, draagt hij zonder het te wetende hem geschonken talenten in een zak over zijn schouder met zich mee. Hij leunt op zijn staf – op kennis, overtuigingen en leringen – die hem noch helpen, noch steunen, of redden kunnen, want hij wankelt met moeite door het zand van de woestijn, zijn ondergang tegemoet. Daarom loert de krokodil op hem. De hartstochten., gesymboliseerd door de hond (symbool X en XVIII), waaraan hij zich onbeperkt overgeeft, achtervolgen hem en zijn povere naaktheid is voor iedereen zichtbaar.’

De hogepriester hief zegenend zijn hand en zei plechtig: 

‘Weten, willen en wagen is altijd het richtsnoer van de wijzen geweest. En onthoud, dat door te zwijgen je spanning groeit en daarmee je daadkracht. Gelijk wij, waren de goden eens sterfelijke mensen. Maar eens zullen sterfelijke mensen, en zo ook jij, tot goden worden. Ga daarom, mijn zoon, ga gesterkt het leven tegemoet opdat je eindigen zult waar je eens begon, in de volheid van het leven. Ga nu, mijn kind, vrede zij met je.’

Bron: Egyptische Mysteriën, Inwijding in de Esoterische Tarot door Woldemar von Uxkull