Pinkstermuziek die Mozart componeerde op 12-jarige leeftijd: Veni Sancte Spiritus

Wolfgang Amadeus Mozart is bekend als wonderkind en vele van zijn muzikale composities worden nog steeds wereldwijd gespeeld en beluisterd. 

Wat veel minder bekend is, is dat Mozart ook een aantal religieuze werken heeft geschreven, zoals het Veni Sancte Spiritum (vertaling: Kom Heilige Geest) dat aansluit bij Pinksteren.

De tekst van het Veni Sancte Spiritum stamt uit de middeleeuwen en werd als sequens (mis-gezang) gebruikt, waarna de lezing uit het evangelie volgde.

In de middeleeuwen ontstond al de gedachten dat de teksten niet meer door de kerkgangers werden begrepen. Daarop begon men verhalen uit de Bijbel met behulp van toneel op muziek in de kerk uit te beelden. Heel langzaam ontwikkelde zich hieruit rond 1600 de opera.

Tegelijkertijd begon er zich (tijdens de Renaissance) een muziekstroming te ontwikkelen die los kwam van de kerk. Vooral de kwaliteiten en de virtuositeit van het individu van de musicus werden benadrukt. Men werkte, net als in de schilderkunst niet meer in de naam van God, maar bevestigde met zijn of haar handtekening het individu. Opera is nooit in naam van God gemaakt, hoewel heel veel bijzondere en soms mystieke verhalen op muziek zijn gezet. Opera laat vooral de kwaliteiten van de zang-solisten muzikaal zegevieren.

Een kleine 200 jaar later gebruikt de jonge Mozart het opera idioom in zijn religieuze werken. In zijn tijd van de verlichting werd het dogmatisch opgelegde kerkelijk denken verworpen en maakte plaats voor de rede. Alleen vanuit het gezonde verstand kon de waarheid worden gevonden. Er ontstond een scheiding van kerk en staat. Daarentegen werd kerkmuziek en muziek daarbuiten (kamermuziek en muziek voor paleizen en concertzalen) niet meer gescheiden gezien, maar juist als een eenheid.

Op basis van het humanistisch denken werd het bestaan van de mensheid en de wereld om hen heen als harmonisch-religieus ervaren. Daardoor worden in deze tijd alle muzikale elementen versmolten, die de uitdrukking van een positieve levenshouding en het religieus zelfbesef ondersteunen. Op basis van deze gedachten ontstond de intensiteit en vooral ‘innigheid’ in de kerkmuziek tijdens de klassieke periode. (De Eerste Weense School: Haydn, Mozart, Beethoven)

Mozart schreef het Veni Sancte Spiritum in 1768 op 12 jarige leeftijd. Zijn vader Leopold Mozart had een officiele positie in de aartsbisschoppelijke kapel in Salzbug. Het lag voor de hand dat zijn zeer talentvolle zoon ook religieuze werken zou schrijven. Wolfgang schreef nooit religieuze muziek in opdracht (voor geld), maar vanuit innerlijke noodzaak.

Dit korte, eenvoudige, maar diepzinnig werk bestaat uit twee delen in C-Groot. De tekst van het Veni Sancte Spiritum wordt gezongen door een koor. Soms met een korte solo, maar altijd voor twee zangers tegelijk. Ze worden begeleid door een orkest, bestaande uit strijkers, twee hobo’s, twee hoorns, twee trompetten, pauken en een orgel. In video bovenaan zijn de hoorns en trompetten vervangen door twee trombones.

Het eerste deel (allegro) staat in de driekwartsmaat (de maatsoort voor de dans), wat een ‘levend; effect geeft. Daarna volgt er in de tweekwartsmaat een jubelend Halleluja.

Suus Blanke

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER W.A. MOZART