Esoterische bezinning op de opstanding, gedeelten uit een voordracht van Wim Leene

 

Citaat opstanding Wim Leene spirituele teksten

Het opstandingsfeest is wel een van de zwaarste leerstukken van het oude christendom Wanneer we ons hierop in esoterische zin willen bezinnen, moeten we ons goed realiseren dat dit feit niet berust op een wondergeloof. Het is niet een soort toverij, een wonder dat eens, lang geleden, in de mensheidsgeschiedenis is gebeurd. Het opstandingsfeit moet gegrond staan in redelijkheid.

Het opstandingsleerstuk is een lichtende idee, waarin God niet slechts is: die overwinnaar in Christus die uit de doden oprijst; het beduidt tevens de overwinning van het goddelijk bewustzijn op de natuur. De historische gebeurtenis kan ons, mensen die hier in de stof worstelen, niet gelukkig maken.

De natuurvolken kennen in het opstandingsfeest slechts het feest van de wederopstanding van de levende natuur. En zij vierden dit dan ook soms op uitbundige wijze. Ook in het Westen ziet men in dit feest meestal niet meer dan een hernieuwde opborrelende energie die alles tot nieuw leven wekt.

Hoe waar en zeker dit alles ook is, het is nog maar slechts een opstandingsfeit van de natuur; het ware geestelijke opstandingsfeit gaat hier vele malen bovenuit. In de opstandingsleer gaat het om de definitieve overwinning op de dood van de natuur, niet slechts het jaarlijks terugkerende feit.

De dood gaat voorbij, maar de iedere keer weerkerende incarnatienoodzaak maakt dat de dood evenveel malen weerkeert als de mens incarneert. Het opstandingsfeest spreekt tot ons niet van deze weerkerende smart, maar van de definitieve overwinning op de dood.

Waarom zouden we anders het esoterisch christendom nodig hebben; toch niet om ons te spreken van karma en reïncarnatie, of zelfs van kosmische liefdeprincipes? Hebben dat ook niet reeds vele andere godsdiensten geleerd? Daarvoor hebben we geen christendom nodig, want dat wisten de boeddhisten reeds lang en voor hen de brahmanen.

Wie Christus ontvangt, wordt verlost uit de natuur en naar het nieuwe beeld herschapen. Dat wil niet zeggen een rekken van het aardse, maar een volkomen loskomen van het aardse. Dat is de glorie van het opstandingsfeest.

De bevrijde ziel gaat dan uit in de volkomen vrijheid, niet zo nu en dan of alleen bij de dood, maar voor eeuwig en niet meer gebonden aan karma en de wetten van reïncarnatie. Voor eeuwig bevrijd en daarom het meest geschikt om mede te dienen en medekruisdrager te worden, totdat allen het zullen hebben bereikt.

Bron: De vuurgloed van de ontstijging, Wim Leene