Reageren op ontwikkelingen in alle wezens en harmoniëren met veranderingen in alle gebeurtenissen

Lao-tzu sprak:

Zij die zich aan de Weg houden om mensen te leiden gaan akkoord met zaken zoals die zich voordoen en ze handelen in overeenstemming met wat mensen doen. Ze reageren op ontwikkelingen in alle wezens en harmoniëren met veranderingen in alle gebeurtenissen.

Aldus is de Weg leeg en onverstoffelijkt, gelijkmatig en gemakkelijk, helder en kalm, buigzaam en inschikkelijk, onversneden en zuiver, duidelijk en eenvoudig. Dit zijn concrete beelden van de Weg.

Lege onverstoffelijking is de verblijfplaats van de Weg. Gelijkmatig gemak is het fundament van de Weg. Heldere kalmte is de spiegel van de Weg.

Buigzame inschikkelijkheid is de functie van de Weg. Omkering is normaal voor de Weg: Buigzaamheid is de vastberadenheid van de Weg,

Inschikkelijkheid is de kracht van de Weg. Ondersneden zuiverheid en duidelijke eenvoud zijn de drager van de Weg.

Leegte betekent dat er geen innerlijke belasting is. Gelijkmatigheid betekent dat het gemoed ongeremd is. Wanneer je niet belast wordt door aangewende verlangens, is dat de vervulling van leegte. Wanneer je geen voorkeur of afkeer kent, is dat de vervulling van gelijkmatigheid. Wanneer je één met jezelf bent en standvastig, is dat de vervulling van kalmte.

Wanneer je geen persoonlijke belangen hebt, is dat de vervulling van zuiverheid. Wanneer je treurt noch behagen schept, is dat de vervulling van deugdzaamheid.

De regering van complete mensen laat intellectualisme achter zich en ontdoet zich van opzichtige uiterlijkheden. Vertrouwend op de Weg verwerpt zij geslepenheid. Ze rijst op uit eerlijkheid, in harmonie met het volk. Ze beperkt wat behouden en minimaliseert wat nagestreefd wordt. Ze ontdoet zich van verleidelijke begeerten, elimineert het verlangen naar kostbaarheden en vermindert het overwegen.

Beperking van wat  behouden wordt leidt tot helderheid, minimalisering van wat nagestreefd wordt leidt tot verworvenheid. Daarom, wanneer het uitwendige door het centrum wordt beheerst, wordt niets genegeerd. Als je het centrum kunt bereiken, dan kun je het uitwendige regeren.

Met de verworvenheid van het centrum, zijn de inwendige organen kalm, de gedachten gelijkmatig, de zenuwen en botten sterk, de oren en ogen helder. De grote weg is vlak en niet ver van ons vandaan. Zij die het ver weg zoeken gaan en keren daarna terug.

Bron: Wen-Tzu, verdere lessen van Lao-tzu, hoofdstuk 3