LEES MEER OVER MYSTERIËN VAN TAO EN DE DAODEJING
Strofe 14 van de Daodejing (vertaald door Henri Borel)
Gij kijkt er naar, en gij ziet Het niet; men noemt Het kleurloos (I).
Gij luistert er naar, en gij hoort Het niet; men noemt Het aphoon (Hi).
Gij tast er naar, en gij raakt Het niet; men noemt Het onstoffelijk (Wei).
Deze drie dingen zijn niet met eigen woorden uit te leggen.
Daarom Lees verder