Laat ieder als een Hercules zijn Cerberus verslaan – het onbewust drijven is als een driekoppige hellehond

BESTEL DE PARADIJSVOGEL EN ANDERE MYTHISCHE DIEREN

‘De slangen van de slangenstaf van Hermes
omstrengelen elkaar drie malen.
Cerberus opent zijn drievoudige muil en het vuur
zingt de lof van God door de drie tongen van de bliksem’.

Het Nuctemeron van Apollonius van Tyana

Als de hel een plaats is, het huis van Hades,
is het vanzelfsprekend dat een hond het bewaakt
en dat die hond wordt voorgesteld als een gruwelijk dier,
die bijt en blaft en zijn tanden laat zien. 

Met zijn drie koppen soms wel vijftig,
met honderd vurige slangen als manen
en wild slaande drakenstaart, spuwt de hellehond
zijn speeksel en giftige adem in het rond
om zielen te beletten de hel te verlaten
en wie toch gaat, verslindt hij.

Cerberus, het zondewezen, som van verleden
in het heden en van al wat nog komen zal.
De hel is geen plaatst waarheen is te reizen,
ook geen plaats na de dood:
Cerberus woont in het gemoed van mensen,
in de slangenstaf, en arbeidt met begeertevuur.

Het menselijk willen wordt, moordt en brandt,
grijnst, gromt en grijpt naar eigenbelang,
in het kortstondig leven brengt het grote geseling,
een woest en wrede siddering van helse pijn. 

Maar als de hel in de mens is,
dan moet daar ook de hemel zijn.
En duizelingwekkende waarheid …,
hoe kan een omkering zich voltrekken?

Er is slechts één zonde die Cerberus bedrijft:
duisternis wil duisternis blijven, opgesloten in zichzelf
terwijl het licht schijnt, overal en wacht ….
tot de mens het herkennen en toelaten zal.

Begeren en willen zijn in diepste wezen
goddelijke krachten de mens gegeven.
Cerberus is in het leven te overwinnen met
het zelfoffer: heilbegerend in het licht gaan staan,
licht willen zijn voor de ander.

’t Voorbij gaan aan het eigen willen,
brengt de slangen van Cerberus tot rust, en
nieuw bezielend bewustzijnsvuur stroomt binnen.
het is de vuurkracht van ontstijging,
de Mercurius slangenstaf wordt opgericht,
het zuiver gemoed, het zuivere denken,
tilt Cerberus in het licht, bevrijd hem van zijn
ingebeelde taak als deurwachter van de hel.

De mens die zich inwijdt in het leven van licht
en waakt, doorbreekt waan, overwint angst,
klieft dogmatisch denken vaneen,
en aan Cerberus ontstegen, kiest hij de ene wil
van God: de liefde als drijfveer in zijn leven.

O, laat ieder als een Hercules zijn Cerberus verslaan,
het onbewuste drijven, de onderwereld,
met moed en heldhaftige daden
zegevierend over de tijd,
een Hercules zijn die ook de aarde
van gebrokenheid bevrijdt.

Bron: De Paradijsvogel en andere mythische dieren – oerbeelden van zieleleven door Ankie Hettema-Pieterse

BESTEL DE PARADIJSVOGEL EN ANDERE MYTHISCHE DIEREN