De bovenstaande video is een nieuwjaarsconcert 2021 onder leiding van Jordi Savall. Het gaat om de negende symfonie die de grote en vernieuwende componist Ludwig von Beethoven (1770 -1827) voltooide in 1824. De uitvoering in de bovenstaande video werd verzorgd door Chorus Vox Bona (uit Bonn), Sara Gouzy – Sopraan) Laila Salome Fischer (Alt) Martin Platz (Tenor) en Manuel Walser (Bas). De symfonie bevat een zeer beroemd en diepzinnig lied dat de maestro componeerde: ‘Ode an die Freude’ .
De tekst ‘Ode an die Freude’ is ontleend aan het gelijknamige lofgedicht dat Friedrich von Schiller (1759-1805, een vriend van Johann Wolfgang von Goethe) schreef in 1785. In feite is het een oproep aan ieder mens om te gaan luisteren naar de goddelijke vonk en daaruit te gaan leven. Het gevolg daarvan zal zijn dat alle mensen broeders worden: ‘Alle Menschen werden Brüder’.
Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!
Deine Zauber binden wieder,
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder,
Wo dein sanfter Flügel weilt.
Wem der große Wurf gelungen,
Eines Freundes Freund zu sein,
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer’s nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund.
Freude trinken alle Wesen
An den Brüsten der Natur:
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns, und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott!
Froh, wie seine Sonnen fliegen
Durch des Himmels prächt’gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.
Seid umschlungen, Millionen,
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder! Über’m Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such’ ihn über’m Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.
Vreugde, prachtige, goddelijke vonk,
dochter van het Elysium
Wij betreden, dronken van vurig verlangen,
hemelse, jouw heiligdom!
Jouw magie herenigt
wat strikt werd gescheiden;
alle mensen worden broeders,
waar jouw zachte vleugel zich welft.
Wie het grote genoegen ten deel valt
een vriend van een vriend te zijn,
wie een toegewijde vrouw de zijne kan noemen,
jubele met ons.
Ja, wie ook maar één ziel op de aarde
de zijne kan noemen!
En wie dat nooit gekund heeft,
die trekke zich al wenende terug
uit dit gezelschap!
Vreugde drinken alle wezens
uit de borsten van de natuur;
alle goeden, alle slechten
volgen haar rozenspoor.
Zij gaf ons kussen en wijn.
Een vriend, tot in de dood.
Wellust is aan de worm gegeven,
en de cherubijn staat voor God.
Wees omhelsd, miljoenen!
Deze kus, die de hele wereld omvat!
Broeders, achter het uitspansel der sterren
moet een goede vader wonen.
Werpen jullie je op knieën, miljoenen?
Ervaren jullie de schepper, wereld?
Zoek hem boven het uitspansel met sterren!
Boven de sterren moet hij wonen.
Wees omarmd, miljoenen!
Deze kus, die de hele wereld omvat!
Broeders, boven het uitspansel met sterren
moet een goede vader wonen.
De negende symfonie van Beethoven slaat in als een bliksemschicht. Eigenlijk moet men veeleer spreken van een aardbeving of een zondvloed. Het is bijna niet te geloven dat de Achtste en de Negende door dezelfde man werden geschreven. Het genie blijft zichzelf nimmer gelijk. En er verloopt een lange tijd tussen de twee laatste van Beethovens symfonieën. Het is zelfs de grootste tijdsduur die er ooit tussen twee symfonische werken van de meester was verlopen: een tijdvak van elf jaren.
In 1882 komt de meest gevierde componist uit die dagen naar Wenen: Rossini. Hij brengt Beethoven een bezoek, maar wordt door de dove componist bijzonder koel ontvangen. En in datzelfde jaar zendt het Philharmonisch Orkest van Londen aan Beethoven een bedrag van 50 pond sterling. Beethoven beloofde daarvoor het volgende jaar een nieuwe symfonie, maar het schrijven ervan vroeg hem heel wat meer tijd.
Bij andere kwalen, die hem bijna voortdurend kwelden, was nu ook een bindvliesontsteking gekomen. Het werd februari 1824, eer hij het reusachtige werk voltooide. Het eerste afschrift daarvan draagt als titel: ‘Grote symfonie, geschreven voor het Philharmonisch Genootschap te Londen’. Maar het uiteindelijke manuscript draagt Beethoven op aan de koning van Pruisen.
De componist noemt het Opus 125. De toonsoort is d-mineur. In deze Negende verbreekt Beethoven bijna alle banden met de traditionele symfonie. De uitvoering ervan vraagt veel meer dan een uur. Het scherzo verschuift naar de tweede plaats, het langzame deel naar de derde. Binnen het raam van elk deel afzonderlijk worden de afmetingen van de onderdelen aanzienlijk gewijzigd. Daardoor bereikt Beethoven een grootse, dramatische werking. En de afsluiting brengt iets ongehoords. Hier roept de componist voor het eerst in een symfonie de menselijke stem te hulp: solisten en koor.
Er is over de negende symfonie enorm veel geschreven. De grootste musici – ook Wagner – hebben getracht het werk te verklaren. Zonder uitzondering hebben zij daarbij de menselijke inhoud boven de muzikale laten gelden. Het betekent dat hier een stap werd gedaan van het puur muzikale kunstwerk naar de uitdrukking van een idee. En een verhevener gedachte had Beethoven niet tot uitgangspunt kunnen kiezen: menselijkheid, broederschap, liefde, geloof. Dat alles samengevat in het grote woord: Vreugde.
‘Ode an die Freude’ (Ode aan de Vreugde) van Friedrich Schiller gaf de tekst die Beethoven inspireerde. Uit zijn schetsen blijkt, dat hij erover heeft gedacht Schillers dichtregels te laten inleiden door de woorden van een solo-stem: ‘Laat ons de ode van onze onsterfelijke Schiller aanheffen!’ Maar in de uiteindelijke vorm vindt hij een effect van ongewoon dramatische werking. Het orkest laat achtereenvolgens de hoofdthema’s van de eerste drie delen horen. Ze worden telkens afgebroken en als ontoereikend terzijde geschoven.
Dan verheft de bariton zijn stem: ‘O vrienden, niet déze klanken! Laat ons in plaats daarvan prettiger en vreugdevoller klanken doen horen!’ Daar breekt de jubelzang ook reeds los, eerst bij de solisten, dan bij de overweldigende, naamloze massa van het koor: ‘Vreugde, prachtige, goddelijke vonk, dochter van het Elysium. Wij betreden, dronken van vurig verlangen, hemelse, jouw heiligdom!’
Het had niet veel gescheeld, of Wenen was ditmaal de première misgelopen. Maar alle vrienden sloten de handen ineen. Zo kan Wenen er prat op gaan dat alle symfonieën van Beethoven er de eerste uitvoering beleefden. En in tegenstelling tot verscheidene van haar voorgangers vond de Negende op 7 mei 1824 een geestdriftig onthaal. Dirigent Umlauf moest de al stokdove Beethoven tussen de delen van de symfonie herhaaldelijk opmerkzaam maken op het stormachtige applaus achter zijn rug.
Pas in 1826 klonk het werk in Londen, waarvoor het eigenlijk bestemd was. In 1831 volgde Parijs. Nicolai, stichter van de Weense Philharmonie, organiseerde in 1842 een uitvoering met 750 zangers en 450 musici. Bij de première waren er naar alle waarschijnlijkheid niet meer dan 80 en 70 geweest. Rusland leerde het werk in 1836 kennen, Italië pas volledig in 1878.
Bron: Wereldgeschiedenis der Muziek van Kurt Pahlen