Toen nu de magiërs niet terugkeerden om hem over het tot koning geboren kind te vertellen, was koning Herodes woedend. En toen vertelden de hovelingen hem over een ander kind in Bethlehem, dat geboren was om voor te gaan, en het volk gereed te maken om de Koning te ontvangen. Dit alles ergerde de koning meer en meer.
Hij riep zijn lijfwacht en droeg hem op naar Bethlehem te gaan en het kind Johannes en het kind Jezus, de jong geboren toekomstige koning, te doden.Hij zei: ‘Laat er geen vergissing gemaakt worden, zodat ge er zeker van zijt dat de pretendenten van mijn troon gedood worden: dood alle mannelijke kinderen in de stad die onder de twee jaar zijn’.
De lijfwacht ging en deed zoals Herodes geboden had. Elizabeth wist niet dat Herodes van plan was haar zoon te doden, en zij en Johannes vertoefden in Bethlehem. Maar toen ze het vernam, nam zij de kleine Johannes en vluchtte snel naar de heuvelen. De moordende lijfwacht was in de buurt; ze moest zich haasten, maar ze kende de geheime grotten in de heuvelen en ze verborg zich met Johannes in één van hen, tot de lijfwacht verdwenen was.
Hun wrede taak was gedaan; de lijfwacht keerde terug en vertelde de geschiedenis aan de koning. Ze zeiden: ‘We weten dat we het koningskind gedood hebben, maar Johannes, de wegbereider, konden we niet vinden’. De koning was woedend op de lijfwacht omdat zij het kind Johannes niet gedood hadden, en ze werden in de boeien geklonken.
En andere soldaten werden naar Zacharias gezonden, de vader van de voorloper, terwijl deze dienst deed in het heilige der heiligen, om hem te zeggen : de koning eist dat u zult zeggen waar uw zoon is. Maar Zacharias wist het niet en hij antwoordde: ‘Ik ben een dienaar van God, een dienstknecht in het heilige der heiligen, hoe kan ik weten waarheen zij mijn zoon gebracht hebben?’.
En toen de soldaten terugkeerden en de koning vertelden wat Zacharias gezegd had, was hij woedend en zei: ‘Soldaten, ga terug en vertel die doortrapte priester dat hij in mijn handen is, dat hij – als hij niet de waarheid vertelt en niet de schuilplaats van zijn zoon Johannes bekend maakt – zal sterven’.
De soldaten gingen terug en vertelden de priester wat de koning gezegd had. En Zacharias zei: ‘Ik kan alleen mijn leven geven voor de waarheid, en wanneer de koning mijn bloed zal storten, zal God mijn ziel redden’.
De soldaten gingen weer terug en vertelden de koning wat Zacharias gezegd had. Zacharias stond voor het altaar in het heilige der heiligen, in gebed verzonken. Een soldaat kwam naderbij en doorboorde hem met een dolk. Hij viel en stierf voor het voorhangsel van Gods heiligdom.
En toen het uur van consecratie kwam – want Zacharias wijdde de priesters dagelijks – kwam hij niet. En na lang wachten gingen de priesters binnen in het heilige der heiligen en vonden het lichaam van de dode. En daar was verdriet, diep verdriet in het gehele land.
En Herodes zat op zijn troon; hij scheen zich niet te verroeren. Zijn lijfwacht kwam; de koning was dood. Zijn zoons regeerden in zijn plaats.
Tekst: Aquarius Evangelie, hoofdstuk 6