Het lied van de verbrijzeling: de vierde boetezang uit het Evangelie van de Pistis Sophia

Hieronder volgt de vierde boetezang van de dertien boetezangen die de Pistis Sophia zingt in het Evangelie van de Pistis Sophia. Deze zang staat ook bekend als het lied van verbrijzeling, waarin het ik naar het graf wordt gedragen. 

O Licht, waarop ik heb vertrouwd, hoor mijn berouw aan en laat mijn stem uw woonplaats mogen bereiken. Verberg uw lichtgewaad niet voor mij, maar behoed mij als zij mij kwellen; red mij haastiglijk ten dage dat ik u roep. Want mij dagen zijn vervlogen als een zucht en ik ben tot stof geworden.

Zij hebben mijn licht weggenomen en mijn kracht is verdord. Het mysterie dat ik vroeger trouw vervulde, ben ik vergeten. Door de stem van de angst en de kracht van de Authades is de kracht in mij verdwenen. Ik ben geworden als een vreemde demon die in de materie woont en in wie geen licht is; ik ben als een valse geest geworden, die in een stoffelijk lichaam woont en in wie geen lichtkracht is. Ik ben geworden tot een dekaan, die zich alleen in de lucht bevindt.

De emanaties van de Authades hebben mij in het nauw gedreven en de met mij verbondene zei bij zichzelf: ‘In plaats van met licht, dat haar eerst vervulde, hebben zij haar met chaos vervuld. Het zweet van mijn lichaam heb ik doorgeslikt, evenals de angst van de tranen van de materievan mijn ogen, opdat zij die mij verdrukken niet ook deze dingen van mij zouden wegnemen. 

Dit alles, o Licht, is over mij gekomen vanwege uw gebod en uw bevel; en het is uw beschikking dat ik mij hier bevind. Uw gebod heeft mij omlaag gezonden en ik ben afgedaald als een kracht van de Chaos; mijn kracht is in mij verstard. Maar gij, o Heer, zijt eeuwig licht en altijd zoekt gij de verdrukten. 

Verhef u, o Licht, en zoek mijn kracht en de ziel die in mij is. Uw bevel, dat gij mij hebt opgelegd in mijn ellende, is opgevolgd. Mijn tijd, dat gij mijn kracht en mijn ziel zoekt, is nu gekomen, en het is de tijd die gij tevoren hebt bepaald om mij te zoeken. Want uw verlossers hebben de kracht vna mijn ziel gezocht, daar het getal vervuld is opdat ook haar materie gered zal worden. 

Te dien dage zullen alle archonten der materiële eonen uw licht vrezen en alle emanaties van de dertiende materiële eoon zullen het mysterie van uw licht vrezen, opdat de anderen het gereinigde van hun licht zullen kunnen aantrekken. Want de Heer zal de kracht van uw ziel zoeken; Hij heeft zijn mysteriën geopenbaard. Hij ziet op de boetezang van hen die zich in de lagere gebieden bevinden, en hij heeft hun boetezang niet veronachtzaamd. 

Dit is het mysterie dat een voorbeeld geworden is voor het komende geslacht; en het geslacht datgeboren zal worden, zal den Hoge lof zingen. Want het licht zag nederwaarts vanuit de hoogte zijn licht; het zal neerblikken op de gehele materie. Om naar de zuchten van hen die gebonden zijn te luisteren en om de kracht der zielen wier kracht geketend is, te verlossen. Opdat het zijn naam in hun ziel legge en zijn mysterie in de kracht. 

Bron: Het Evangelie van de Pistis Sophia