De aquarius samenzwering – bestseller uit 1980 van Marilyn Ferguson over persoonlijke en sociale transformatie in de jaren tachtig

Flaptekst van ‘De aquarius samenzwering’ van Marilyn Ferguson (1938-2008)

De aquarius samenzwering is geen systeem en kent geen politieke doctrine ze is een nieuwe tijdgeest. Meer en meer mensen ondergaan momenteel een persoonlijke bewustzijnsverandering; er is een groeiend besef van ecologische waarden, toenemende belangstelling voor het mystieke, voor spiritualiteit en holistische geneeswijzen, een sterk mondiaal besef en een groeiende betrokkenheid bij de milieu- en vredesproblematiek. Al die krachten zijn werkzaam en deels ook voelbaar de aquarius samenzwering is een andere samenleving aan het creëren en in die verandering spelen stress en crises als voedingsbodem een belangrijke rol. Niet alleen de crises op sociaal of economisch gebied, maar ook een crisis in ons bewustzijn. 

Nieuwe opvattingen, visies en denkbeelden zorgen voor een paradigmaverandering op tal van gebieden: economie, onderwijs, politiek, geneeskunde, godsdienst en gezinsleven. Er vinden hier transformaties plaats, er komt meer synergie, we krijgen een bredere kijk op ziekte en gezondheid, er is een herwaardering van relaties en arbeidsverhoudingen. De snelle en radicale veranderingen die de samenzwering opwekt, worden door de schrijfster tot in detail beschreven en geanalyseerd. Deze ontwikkeling van het menselijk bewustzijn met zijn ongekende mogelijkheden heeft grote gevolgen. Ze kan leiden naar een allesomvattende sociale ineenstorting of een doorbraak betekenen naar een volgende fase in de evolutie van de mens.

Marilyn Ferguson was uitgeefster en redactrice van Brain/Mind-Bulletin, een blad op het gebied van humanistische geneeskunde, creativiteit, hersenonderzoek, biofeedback en natuurwetenschappen. Van The Aquarian Conspiracy is al een groot aantal vertalingen verschenen. Het is een indrukwekkend en goed onderbouwd boek, dat alle veranderingen in onze samenleving op de voet volgt en een hoopvol stemmend beeld van onze toekomst schetst.   

Een woord vooraf door prof. Henri van Praag (1916-1988)

De aquarius samenzwering van Marilyn Ferguson is een gebeurtenis. Het is zelfs meer: het is een historisch moment. Met de ze uitspraak bedoelen we, dat het niet slechts de uitdrukking is van een groot creatief vermogen, maar het vertolkt een idee, die door duizenden onbewust ervaren is, zonder dat ze het onder woorden konden brengen. 

Marilyn Ferguson toont ons aan, dat het Aquarius tijdperk is begonnen, maar dat het nog verborgen ligt in een cocon. Als we erin slagen de cocon af te werpen, zal de vlinder met prachtige kleuren verrijzen. De aquarius samenzwering is ook een opwekking tot moed, namelijk de moed om onszelf te zijn in een wereld, die zich nog aan alle kanten verzet tergen het nieuwe. Zonder totale vernieuwing en integratie is er geen toekomst voor de mensheid, maar deze vernieuwing en integratie zijn reeds in potentie aanwezig. 

In de futurologie spreekt met tegenwoordig wel van change agents, dat zijn personen, die zich inzetten voor een nieuwe wereld, die menselijker, vollediger, creatiever is. Men zou De aquarius samenzwering een handleiding voor deze change agents kunnen noemen. Een boek waarvan een Amerikaanse recensent met recht gezegd heeft: ‘an exciting vision of a truly manmade future (Een opwindend visioen van een waarlijk door de mens geschapen toekomst)’.

Voorwoord door Max Lerner (1902-1992)

Ik maakte voor het eerst kennis met Marilyn Ferguson via haar boek, The Brain Revolution, en later in haar opmerkelijke tweewekelijkse researchblad, het Brain/Mind Bulletin. Beide gaven een voorproefje van wat zou volgen. Nu, met De aquarius samenzwering, heeft ze een boek geschreven over de transformatie van ons bewustzijn, dat op zichzelf al een stempel op het bewustzijn van onze tijd zal drukken. 

Marilyn Ferguson is heden ten dage de beste bron van informatie op het gebied van geavanceerd onderzoek in de sociale en natuurwetenschappen. Zij vertegenwoordigt een nieuw type van ‘investigative reporter’ – niet iemand die speurt naar de corruptie van een politicus maar één die het spoor van een nieuwe onderzoeksidee in alle opzichten volgt; het volgt tot aan de bron en tot in de vertakkingen in aanverwante gebieden, en die probeert te zien wat de conclusies impliceren voor het totale bereik van het menselijk denken en bewustzijn. 

Ze heeft de moed gehad dit boek te schrijven als participant-waarneemster van het transformatieproces. Begonnen met de bedoeling enig licht te werpen op het vraagstuk der intelligentie, raakte ze verstrikt in de mysteries en openbaringen van het hersenonderzoek, verdiepte ze zich in alle daaraan verwante disciplines – en was nooit meer dezelfde. Ze is een onuitputtelijke bron van informatie, gedachten en activiteiten gebleken, een heel ‘onderzoeksnetwerk’ in zichzelf. 

Overal werd ze gevraagd voor congressen over de dimensies van de geest en het functioneren van de hersenen. de ene dag was ze in Los Angeles, de volgende twee dagen in Denver, het weekend in Houston of Princeton, en dan weer terug naar San Francisco of San Diego. Ze leeft op conferenties, seminars en discussies, zoals de rest van ons leeft op proteïnen en koolhydraten. Haar observatiepost is in ieder auditorium, haar troepen op iedere universiteitscampus, haar spionnen in ieder kleine bewustzijnsgroep en ieder laboratorium. 

Nietzsche sprak van filosofie als de gaya-wetenschap, de heerlijke wetenschap, en voor Marilyn Ferguson is dit een juiste omschrijving van de terreinen van kennis waarover zij rapporteert en die zij samenbrengt. Ze beschrijft met enthousiasme de wereld van hen die erin zijn geslaagd zijn de oogkleppen van de menselijke geest af te schudden, en haar eigen kijk op de wereld weerspiegelt hun optimisme. ‘Ik heb goed nieuws voor je’ is haar boodschap. 

Het bericht dat we ons midden in een kennisevolutie bevinden, die de tekenen van een doorbraak vertoont: dat onderzoekers in de menswetenschappen onafhankelijk van elkaar in convergerende lijnen naar gelijke doelen bewegen; dat zij de traditionele modellen van de kosmos en van onszelf – van de aard van de natuur en de aard van de menselijke natuur – overboord zetten en uitzoien naar nieuwe; dat zij hierin gestimuleerd zijn door recent werk op het gebied van de hersenhelften, moleculaire biologie, biochemie, de genetische code, primatologie en ethnologie, biofeedback en veranderende bewustzijnstoestanden, geneeskunde en psychotherapieën, archeologie en astronomie, op het gebied van het evolutieproces, de structuur van de taal, de zin van het leven, leiderschap en macht, en het besturen van volkeren en naties. Het verbijsterende feit is dat voor het eerst een renaissance plaatsvindt in alle disciplines, die de scheidslijnen ertussen doorbreekt en ze fundamenteel transformeert – waarna ze allen samenkomen.

De lezer zal op deze bladzijden een aantal grondbegrippen tegenkomen – paradigma’s en paradigma-veranderingen, entropie en syntropie, holisme, hologrammen, het onzekerheidsprincipe, dissipatieve structuren, gepunctueerde evolutie. Dit is geen ‘popularisering’ die op enigerlei wijze aan de essentie van deze begrippen afbreuk doet. Veeleer is het de vermenselijking van onderzoekingen en ontdekkingen die tot dusverre slechts toegankelijk waren voor de ingewijden.

Wij dienen de auteur erkentelijk te zijn voor de indrukwekkende manier waarop ze alles uitlegt en samenvoegt en die dit boek maakt tot een voorloper van andere welke zullen volgen, nu het pad eenmaal is gebaand. Het zal ongetwijfeld een belangrijk element worden in ‘de open samenzwering’ van zoeken en onderzoeken dat het beschrijft. 

Tot slot een opmerking over de sfeer van het boek. Ik heb al enige tijd moeite met het heersende gevoel van pessimisme en het doemdenken. Ik ben niet blind voor het tragische en absurde, dat in onze tijd en misschien in het menselijk bestaan lijkt te zijn ingebouwd. Maar tegelijkertijd ben ik van mening, dat er in de millennia van menselijke strijd ook een gevoel van hoop en mogelijkheid is ingebouwd. Het is niet de geringste bijdrage van de nieuwe inzichten in de transformatieprocessen, dat zij dit gevoel van hoop en mogelijkheid hebben losgemaakt. Te midden van de overheersende somberheid is het nieuws, dat Marilyn Ferguson ons brengt, dat van een open menselijke natuur in een open kosmos. Net als het werk van de mensen, dat het beschrijft, is dit een boek badend in zonneschijn.   

Introductie door Marilyn Ferguson

In het begin van de jaren zeventig, tijdens een onderzoek voor een boek over hersenen en bewustzijn, kwam ik erg onder de indruk van wetenschappelijke ontdekkingen die duidden op het bestaan van menselijke vermogens, welke ons idee van ‘de norm’ duidleijk te boven gingen. In die tijd werden de socale implicaties van dit onderzoek grotendeels genegeerd door de wetenschap en waren ze bij het publiek onbekend. Het betrof hier specialistisch onderzoek, verspreid over vele disciplines, technisch geschreven, en twee of drie jaar nadien gepubliceerd in tijdschriften die hoofdzakelijk te vinden zijn in gespecialiseerde bibliotheken. 

Terwijl de wetenschap, op haar objectieve wijze, verrassende data over de menselijke natuur en de aard van de werkelijkheid aan het licht bracht, zag ik dat honderdduizenden individuen op hun eigen houtje op subjectieve verrassingen stuitten. Via systematische studies van bewustzijnservaringen, met behulp van een verscheidenheid aan methoden, ontdekten zij zulke fenomenen van de geest als versneld leren, bewustzijnsverruiming, de kracht van innerlijk visualiseren voor genezing en het oplossen van problemen, alsmede het vermogen eens begraven herinneringen weer naar boven te halen; de uit deze onderzoekingen voortkomende inzichten veranderden hun waarden en relaties. Ze gingen nu op zoek naar informatie, die hen zou helpen hun ervaringen te begrijpen. 

 Misschien omdat het één van de eerste pogingen was om tot een synthese te komen, maakte mijn boek, The Brain Revolution: The Frontiers of Mind Research, mij tot een officieel verzamelpunt voor onderzoekers die de implicaties van hun ontdekkingen zagen, voor mensen die hun aantekeningen wilden vergelijken, en voor de media die op zoek waren naar achtergrondinformatie met betrekking tot de toenemende belangstelling voor het bewustzijn. 

Teneinde tegemoet te komen aan deze blijkbare behoefte aan contact en communicatie, startte ik eind 1975 met de publicatie van een tweemaandelijkse neiuwsbrief, Brain/Mind Bulletin, waarin aandacht werd besteed aan onderzoek, theorie, vernieuwingen op het gebied van leren, gezondheid, psychiatrie, psychologie, bewustzijnstoestanden, dromen, meditatie en aanverwante zaken.   

Het bulletin was een bliksemafleider voor een energie, die ik schromelijk onderschat had. De onmiddellijke reactie – een lawine van artikelen, correspondentie en telefoontjes – bevestigde dat een snel groeiend aantal mensen nieuw terrein aan het onderzoeken was, zowel de wetenschap betreffende, als de subjectieve ervaring. Overal tijdens mijn reizen door het land voor het geven van lezingen en het bijwonen van congressen, kwam ik deze pioniers tegen. En de nieuwe inzichten werden ook daadwerkelijk toegepast. Het sociaal activisme van de jaren zestig en de ‘bewustzijnsrevolutie’ van het begin van de jaren zeventig leken zich te bewegen in de richting van een historische synthese: maatschappelijke transformatie als gevolg van persoonlijke transformatie – verandering van binnenuit. 

In 1976 publiceerde ik een redactioneel hoofdartikel onder de titel ‘De beweging die geen naam heeft’. Hierin stond onder meer: 

‘Er is iets ommerkelijks aan de gang. Het beweegt zich met bijna duizelingwekkende snelheid, maar heeft geen naam en is moeilijk te beschrijven. Terwijl Brain/Mind Bulletin bericht over neiuwe organisaties – groepen di zich richten op nieuwe benaderingen ten aanzien van gezondheid, humanistisch onderwijs, nieuwe politiek en management – worden wij getroffen door de ondefinieerbare kwaliteit van de Zeitgeist. De geest van onze tijd is zwanger van paradoxen. Hij is tegelijkertijd pragmatisch en transcendentaal. Hij hecht waarde aan zowe verlichting als mysterie … macht en ootmoed … onderlinge afhankelijkheid en individualiteit. Hij is tegelijkertijd politiek en a-politiek. Onder de mensen waarop hij rust, vinden wij personen die onlosmakelijk zijn verbonden met het etablissement, maar ook voormalige spandoeken-dragende radicalen. 
Recentelijk heeft ‘hij’ de geneeskunde, het onderwijs, de sociale wetenschappen, de fysische wetenschappen, zelfs de overheid met zijn implicaties besmet. Hij wordt gekenmerkt door beweeglijke organisaties die afkerig zijn van het creëren van hiërarchische structuren en die zich keren tegen elk dogma. Hij gaat uit van het principe dat verandering alleen kan worden vergemakkelijkt, niet verordonneerd. Hij produceert weinig manifesten. Hij lijkt iets van lang geleden in ons te raken. En misschien, door het integreren van magie en wetenschap, kunst en technologie, zal hij slagen, waar alle anderd pogingen gefaald hebben.’

Misschien, schreef ik, is deze ondefinieerbare kracht een idee waarvoor de tijd rijp is, en is hij thans sterk genoeg om bij name genoemd te worden. Hoe zou men deze beweging echter kunnen karakteriseren? De reacties van de lezers op dit artikel en de verzoeken van andere tijdschriften om het te mogen overnemen, bevestigen dat velen dezelfde krachten voelden en zagen. 

Maanden later, tijdens  het opzetten van een schema voor een boek over te voorschijn komende maatschappelijke alternatieven, waarvoor ik op dat moment nog geen titel had, zat ik opnieuw na te denken over de eigenaardige vorm van deze beweging: het a-typische leiderschap, de geduldige toewijding van haar aanhangers, hun onwaarschijnlijke successen. Plotseling realiseerde ik me dat de deelnemers in hun gezamenlijke strategieën, hun onderlinge band, en hun herkenning van elkaar via subtiele signalen, niet slechts met elkaar samenwerkten. Zij waren aan het samenspannen. ‘Het’ – deze beweging – was een samenzwering!

Aanvankelijk gebruikte is deze term niet graag. Ik wilde hetgeen gebeurde niet sensationaliseren en het woord samenzwering roept gewoonlijk negatieve associaties op. Toen kwam ik een boek tegen over spirituele oefeningen, waarin de Griekse schrijver Nikos Kazantzakis zei, dat hij zijn kameraden ’als samenzweerders’ wilde laten weten dat zij zich in het belang van de wereld zouden kunnen verenigen. De volgende dag stond er in de Los Angeles Times een verslag van de redevoering van Canada’s premier Pierre Trudeau voor de Habitat Conferentie van de Verenigde Naties in Vancouver: Trudeau citeerde een passage waarin de Franse wetenschapper en geestelijke Pierre Teilhard de Chardin aandrong op een ‘samenzwering van liefde’. 

Conspireren begekent letterlijk ‘samen ademen’. Het is een innige verbintenis. Teneinde het positieve karakter van deze verbintenis duidelijk te maken koos ik het woord aquarius. Hoewel ik niet deskundig ben op het gebied van de astrologie, werd ik aangetrokken tot de symbolische kracht van de alles doordringende droom in onze populaire cultuur: dat we na een donker, gewelddadig tijdperk, dat van de vissen, een millennium van liefde en licht binnentreden – in de woorden van de populaire song The Age of Aquarius, het tijdperk van ‘de ware vrijmaking van de geest’.

Of het nu wel of niet in de sterren geschreven staat, we schijnen inderdaad een nieuw tijdperk binnen te gaan; en aquarius, de waterman in de oude dierenriem, beweging en het lessen van een oude dorst karakteriserend, is een toepasselijk symbool.

In de daarop volgende jaren, een periode van eindeloos onderzoek, overdenken en herzien van dit boek, raakte de term aquarius samenzwering bekend. Onveranderlijk riep hij verbaasde, geamuseerde reacties op, wanneer samenzweerders zichzelf en hun gezamenlijk streven tot het veranderen van maatschappelijke instituties, methoden van ‘problem solving’, en verspreiding van macht herkenden. Sommigen ondertekenden hun brieven met ‘mede-samenzweerder’ of adresseerde hun correspondentie aan mij ‘p/a De aquarius samenzwering’. Dit etiket leek passend voor de solidariteit en intrige van de beweging. 

Terwijl haar netwerken groeiden, begon het geheel met de week meer het karakter van een samenzwering te krijgen. Overal in het land, alsook in het buitenland, leken groepn zich sppontaan te organiseren. In hun persverklaringen en interne berichtgeving gaven zij uiting aan dezelfde overuiging: ‘We zitten midden in een belangrijke transformatie …’ ‘In deze periode van cultureel ontwaken’. 

Samenzweerders brachten me in contact met andere samenzweerders: politici, welgestelde particulieren en zakenlieden, beroemdheden, vakmensen die probeerden huin beroep een andere inhoud te geven, en ‘gewone’ mensen die wonderen op het terrein van maatschappelijke verandering bewerkstelligden. Zij, op hun beurt, brachten me in contact met weer anderen en hun netwerken. 

Hulp kwam van alle kanten: medewerking  op het gebied van onderzoek, tips, privé circulewrende tijdschriften, boeken en artikelen, expertise, kritische kanttekeningen bij het manuscript in z’n verschillende stadia, aanmoediging, hulp bij het aan het licht brengen van de rijke historie van het transformatievisioen. Zij die hielpen, wensten hiervoor op geen enkele wijze erkenning; zij wilden slechts dat anderen zouden volenen wat zij zelf hebben gevoeld, een glimp opvangen van onze vollectieve mogelijkheden. 

Eind 1977 stuurde ik, teneinde mijn eigen oordeel over de samenzwering en de opvattingen van haar aanhangers te toetsen, een enquêteformulier naar 210 personen die betrokken warten bij maatschappelijke transformatie op velerlei gebied. Honderdvijfentachtig gaven respons. Zij vertegenwoordigden zeer verschillende terreinen en lagen van de bevolking. Ofschoon velen zeer bekend zijn en een paar zelfs beroemd, zijn de manen van de meesten van hun niet in brede kring  bekend. Slechts drie van hen stelden prijs op anonimiteit; dit is werkelijk een ‘open samenzwering’. 

De respondenten zijn niet geidentificeerd met betrekking tot hun uitspraken in antwoord op de enquête, ofschoon de namen van velen van hen in de tekst voorkomen, daar zij hun opvattingen ook in het openbaar hebben geventileerd. de samenzwering dient niet te worden geassocieerd met individuele personen. Eenmaal geïdentificeerd zou het voor degenen, die in stilte naar verandering  hebben gestreefd, moeilijker kunnen blijken op dezelfde weg voort te gaan. Belangrijker nog is dat men mogelijk kunstmatige scheidingslijnen zou kunnen gaan trekken met betrekking tot wie wel en wie niet een samenzweerder is. Namen zouden de aandacht van de werkelijk belangrijke zaken kunnen afleiden: iedereen kan een samenzweerder zijn. 

Tijdens het schrijven van de eerste versie van dit boek deinsde ik terug voor het gebruiken van het woord transformatie. Het impliceerde een grote, misschien onmogelijke verandering. We schijnen er echter van doordrongen dat onze samenleving opnieuw moet worden opgebouwd, niet slechts op bepaalde punten aangepast, en het concept is inmiddels gemeengoed geworden. Men spreekt vrijelijk over het transformeren van deze of gene instelling of procedure en men heeft er steeds minder moeite mee te spreken over de eigen persoonlijke transformatie – een voortdurend proces dat de loop van het eigen leven heeft veranderd. 

Uiteraard zijn er bepaalde risico’s verbonden aan het onder de aandacht brengen van de eens anonieme beweging, die zonder publiciteit zo efficiënt heeft gefunctioneerd. De kans bestaat altijd dat deze grote culturele ommekeer zal worden gecoöpteerd, gebaggetelliseerd en misbruikt; iets dat in zeker opzicht al heeft plaatsgevonden. En het gevaar bestaat dat de uiterlijke vormen en symbolen van transformatie worden aangezien voor de moeilijke weg zelf. 

Maar wat de risico’s van onthulling ook mogen zijn, deze samenzwering, die dateert van jaren her en die diep is geworteld in de menselijke geschiedenis, behoort ons allen toe. Dit boek schetst haar dimensies – voor hen die er geestelijk aan verwant zijn, maar die niet hebben geweten hoeveel anderen hun gevoelens delen, en voor hen die wanhopen maar bereid zijn open te staan voor hoopvolle ontwikkelingen.

Evenals het in kaart brengen van een nieuwe ster, maakt het benoemen en beschrijven van de samenzwering slechts een licht zichtbaar dat reeds de hele tijd aanwezig was, doch onopgemerkt is gebleven omdat we niet wisten waar we moesten kijken. 

Marilyn Ferguson