Eric op ’t Eynde over zijn artikel ‘Abstract en concreet’ in LOGON in een interview met Hello Radio Spirituality

We gaan het hebben over abstract en concreet in spirituele zin, en gaan daarover in gesprek met Eric op ’t Eynde. Hij heeft het artikel Abstract of contreet, werken en verwerkelijken geschreven dat is gepubliceerd in een uitgave van het Logon magazine (LOGON 2021-2) van het Gouden Rozenkruis.

Je bent al vele jaren leerling van het Gouden Rozenkruis. Hoe is dat bij jou tot stand gekomen?

Dat is best een mooi verhaal. Mijn positie in het leven was altijd al dat ik wil begrijpen hoe ikzelf en de wereld om mij heen in elkaar zitten. In mijn studententijd had ik een aantal vrienden en vriendinnen die op dezelfde manier met het leven bezig zijn. Als ingenieursstudent had ik inmiddels mogen ontdekken dat de wetenschap eigenlijk alleen maar met modellen voor de werkelijkheid werkt en dat daar wijzer van worden dus ook relatief is. Op een bepaald moment waren er een aantal vriendinnen die een aankondiging van een lezing van het Rozenkruis hebben ontdekt en daar zijn we met zijn drieën naartoe gegaan. Iets verder door zijn we alledrie leerling geworden. En één van die twee vriendinnen is inmiddels al geruime tijd mijn echtgenote. 

Dat is mooi, dat is een extra bijkomstigheid dus?

Zeker geen bijkomstigheid. Dat biedt ook heel specifieke leermogelijkheden om de wereld te ontdekken als een combinatie van man en vrouw, waarbij de vrouw op haar manier in de wereld staat en de man in de zijne. Als je daarover met elkaar en interactie gaat, levert dat af en toe heel verrassende inzichten op. 

Ik denk dat jullie elkaar heel goed aanvullen. Dat denk ik aan: wie is er bij jullie abstract en wie concreet?

Abstractie vertrekt van de werkelijkheid. Ik zie hier een geweldig indrukwekkende eikeboom voor mij. Dat is werkelijkheid, dat is heel concreet. Ik kan die aanraken, ik kan die zien, ik kan die soms ruiken, ik kan een eikel op mijn hoofd krijgen. Dus concrete ervaarbare werkelijkheid. In het artikel is concreet iets wat met de zintuigen waarneembaar is en het is ook iets waar we aan kunnen werken.  Abstract bevindt zich op een volkomen ander niveau. Mijn echtgenote vertrekt veel meer vanuit de te ervaren werkelijkheid en vanuit de emotionele ervaring daaromheen. Zelf heb ik de neiging om in denken over de werkelijkheid over te gaan en in die zin ben ik dus abstracter in mijn benadering dan zij. 

Wanneer wist je zeker dat het Gouden Rozenkruis was waar je naar op zoek was?

Dat is heel snel gegaan. Ik kwam uit een sociaal katholieke omgeving. Dat betekent dat het ging om toegepast christendom, een sterk geëngageerde kant ook, maar toch niet voldoende antwoorden biedend, niet voldoende motiverend om mij ook werkelijk in dat katholicisme te engageren. Ik heb verder gezocht en er zat een periode tussen dat het sociaal engagement eerder richting marxisme is gegaan. Dat levert dan een aantal andere inzichten op. 

Ik herinner me een bepaald gesprek met de vrouw die nu mijn echtgenote is geworden tijdens een  wandeling. Toen kwamen we tot een beeldvorming over onze realiteit. Ondanks dat het ons beide op dat moment relatief goed ging, was er het besef dat we blijkbaar behoorlijk diep in een moeras zitten. Er is iets in ons dat daar uit wil. We wilden iets vinden om daaruit te geraken. 

Als antwoord op dat verlangen om uit dat moeras, uit die zuiging te geraken zijn we op die lezingen van het Rozenkruis terecht gekomen. Eén van de eerste lezingen werd gegeven door Emiel de Keijzer, een figuur die in Vlaanderen heel belangrijk is geweest voor de School. Hij hanteerde ook een niveau van abstractie en een benadering van leven en werkelijkheid en van de School van het Rozenkruis die mij heel erg aansprak.

Eén element dat hij gebruikte in zijn lezingen en waar hij op inging was de boeken van Ouspensky. Eén van die boeken heb ik dan ook gelezen Tertium Organum. Daar ging voor mij een wereld open. In die zin dat hij, behoorlijk abstract redenerend, een andere kijk geeft op de relatie tussen God en de mens en hoe de mens verder kan gaan naar God, terwijl hij logisch blijft. 

Ik heb de School wat verder verkend en ben in Duitsland naar een cursus van de School gegaan en daarna leerling geworden. Dat ging allemaal behoorlijk snel en er was een heel duidelijke herkenning. Ook heel belangrijk voor mij was dat wanneer je in een centrum, of meer nog in een tempel van die School komt, waar dan ook, dan smaak je of hoor je diezelfde kwaliteit van vibratie. Dat is voor mij de innerlijke factor van de School die de herkenning heel erg bevestigt en die essentieel is.

Je hebt een mooi artikel gepubliceerd gekregen in het Logon Magazine. Als je kijkt naar concreet en abstract, is er dan een soort snijpunt voor te stellen tussen concreet en abstract? Verandert het trillingsniveau als het gaat om abstract denken en concreet handelen?

De kern van het artikel is voor mij het kantelpunt waarbij we …

DOWNLOAD LOGON 2021-2 (PDF, 76 PAGINA’S)

LEES OP ISSUU.COM (BLADEREN)

NEEM EEN JAARABONNEMENT OP LOGON