Een diepere betekenis van de kruisafname en de opstanding van de tempelmens.
Wanneer de ontwaakte zielenmens in zijn zuivere toestand-van-zijn blijven kan, werkelijk werkzaam blijft, en daardoor versterkt wordt, dan komt het moment dat de ziel vrijgemaakt en verlost moet worden van het kruis van de natuur, en volkomen vrij en onaantastbaar de tempel van het natuurgeboren lichaam moet kunnen ingaan en uitgaan.
Let wel, de tempel van het natuurgeboren lichaam is gebruikt om de ziel te wekken, en de plaats daartoe is het etherische dubbel, het levenslichaam. Het levenslichaam is van de zelfde vorm en gestalte en van dezelfde orgaanstructuur als het stoffelijke lichaam. Daarom is de ziel die tot volwassenheid is gekomen in het levenslichaam aan dat levenslichaam gebonden.
Daarom moeten de twee, het stoflichaam en het levenslichaam, wanneer althans het moment daartoe gekomen is, van elkaar worden losgerukt. Het levenslichaam moet van het kruis van de natuur worden afgehaald.
Deze kruisafname is een nauwgezette en bijzondere aangelegenheid. Zij vereist het voortbestaan van beide, een opstanding van beide, en zij vestigt aandacht op zes plaatsen, op zes punten van de persoonlijkheid, namelijk op het hart, op het hoofd, op de twee handen en op beide voeten.
Het zielen-levenslichaam is namelijk op deze zes plaatsen verbonden met de overige voertuiglijkheid die wij aanduiden als de tempel van het natuurgeboren lichaam. Het hart is de zetel van de roos. Het hoofd is de zetel van het denkvermogen, respectievelijk van de geest. De beide handmiddelpunten zijn de organen voor en van het handelingsvermogen. En de beide voetcentra zijn de organen van de voortbewegingsactiviteit.
Dit gehele stelsel kan symbolisch worden weergegeven door de vijfpuntige ster, de ster van Bethlehem, de ster van Golgotha, door de kruisgang Christi. Deze kruisgang is dus geen marteldood, doch een volstrekte opstanding.
De kruisgang Christi is dus de opstanding van het zielen-levenslichaam en tegelijkertijd het grote feest van het bereiken van het doel van de tempelmens. Want de tempel van het natuurgeboren lichaam en de zielenmens wonen in en zijn omsloten door dezelfde microkosmos.
Bron: Het Levende Woord van Catharose de Petri