Betekenis van de tetractys of vierheid van Pythagoras

De tetractys of vierheid, de getallenrij 1 – 2 – 3 – 4 die wordt toegeschreven aan Pythagoras, geeft de vier toestanden van de wereld en de mens weer en toont tegelijk hoe de ene toestand zich uit de andere ontwikkelt.

De één: in de kosmos, macrokosmisch gezien: het oorspronkelijke vaderprincipe, het scheppende ‘woord’, de orde van de spirituele wereld; in de mens, gezien als microkosmos, het ware zelf, zijn spirituele
identiteit, de onsterfelijke geest in hem.

De twee: macrokosmisch het oorspronkelijke moederprincipe, ‘leven’, de werkzame kracht van de spirituele wereld; microkosmisch de uit de vlam van de geest voortkomende spirituele levensenergieën.

De drie: macrokosmisch het oorspronkelijke zoonprincipe, ‘licht’, het bewustzijn van de spirituele wereld, de ‘wereldziel’; microkosmisch het spirituele bewustzijn, de onsterfelijke ziel van de mens: bewustzijn.

De vier: macrokosmisch de oorspronkelijke zichtbare wereld, de zuivere uit- drukking van vader, moeder en zoon, vrij van dood en smart; microkosmisch de oorspronkelijke lichamelijkheid, die leeft uit vader, moe- der en zoon en daarom onsterfelijk is.

Volmaakt is hij, die zelf de tetractys werd. Hij is 1 + 2 + 3 + 4 = 10, de één op een nieuw niveau.

Wie gelijktijdig deel heeft aan de vier genoemde toestanden, leeft in de grootst mogelijke volheid en macht. Hij denkt scheppend, verwekt daardoor inzicht in zijn bewustzijn en zet dit inzicht in een nieuwe schepping om. Daarom was voor de pythagoreeërs de getallencombinatie 1, 2, 3 en 4 een uitdrukking van de hoogste volheid en het heiligste: de zogenoemde ’tetractys’.

Men kan nu in een kwantitatieve rekensom deze vier getallen optellen met als uitkomst het getal 10. Ook deze som met haar uitkomst betekende voor de pythagoreeërs een realiteit. wie deel had aan deze vier, door de grillen 1, 2, 3 en 4 gesymboliseerde toestanden, die weer deel geworden was van het eerste, van het scheppende principe. De vier is in deze zin een secundaire één. Dat kwam tot uitdrukking in de tien, de één verbonden met een nul. Wie de vier bereikt en in scheppende zin de voorgaande toestanden één tot drie tot uitdrukking brengt is schepper op een secundair niveau: een één verbonden met een nul.

De tetractys was voor de pythagoreeërs een volledige beschrijving van de structuur van de werkelijkheid. Want zij omvatte de drie grondprincipes van de werkelijkheid en het principe van de projectie, waardoor deze grondprincipes op een lager niveau worden voortgezet en herhaald. De schepping gaat altijd door, zich steeds op een lager niveau projecterend. En volgens onze hedendaagse wetenschap is dat ook zo. In de natuur bevat een een keus, bijvoorbeeld een melkweg, altijd een kleinere eenheid, bijvoorbeeld een zonnestelsel, waarin de wetten van de hogere eenheid op dezelfde wijze gelden.

Daarom waren getallen voor de Pythagoreeërs een middel om de opbouw en de scheppingsprocessen van de wereld te verduidelijken, en dan niet alleen de uiterlijke, zichtbare kant maar vooral ook de geestelijke kant, de innerlijke krachten en hun werkzaamheid.

Bron: Konrad Dietzfelbinger in Pythagoras en in ‘Mysteriescholen’

BESTEL PYTHAGORAS