De rust is Overheerser van de beweging, strofe 26 van de Daodejing en een commentaar

Daodejing.026

Het zware is de wortel van het lichte; de rust is Overheerser van de beweging.
Daarom laat de Wijze nooit af van zwaarte en rust.
Al is er nog zoveel schoons te zien, hij blijft wonen in de rust, en gaat er vèr van.

Maar helaas,
de Heer van tienduizend wagens acht het Rijk licht om zichzelf.
Door ze gering te achten verliest hij zijne ministers,
door zich te laten medeslepen verliest hij de heerschappij.

Bron: Mysteriën van Tao en de Daodejing

Ieder hemellichaam, dus ook de aarde, heeft een elektromagnetisch aantrekkingsvermogen. Ten gevolge van dit vermogen kan alles wat tot de aarde behoort, wat van haar wezen is, haar niet verlaten, wordt op zijn plaats gehouden en bezit dus levensmogelijkheden. Deze zwaartekrachtwerkzaamheid heeft twee eigenschappen: aantrekking en afstoting. Door de kracht van afstoting wordt alles dat niet tot het wezen van de aarde behoort, en dus voor haar en voor haar schepselen schadelijk zou kunnen zijn, buiten het stelsel gehouden. De tweevoudige werking van de zwaartekracht gaat uit van het hart van de aarde, het centrale brandpunt van de Planeetgeest, dat de zwaartekrachtwerkingen van alle aardstrata bepaalt: de stofsfeer, ethersfeer, astrale en mentale sfeer.

De gehele persoonlijkheidsopenbaring wordt volledig gecontroleerd door de zwaartekrachtwerkingen van de Planeetgeest; niet alleen het stoflichaam, maar ook het etherische, astrale en mentale lichaam. Daarbuiten ligt een volstrekt persoonlijkheids-niets, een ledig, waarin geheel andere elektromagnetische zwaartekrachtgebieden en condities optreden. Die uiterste grens geldt voor iedere sterveling wiens hart geheel en al verbonden is met het hart van de aarde.

De Universele Leer onderscheidt de Planeetgeest, betrekking hebbende op de grofstoffelijke aarde, en de Planeetlogos, de Heer van de oorspronkelijke, onaantastbare goddelijke planeet. Uit deze heilige Aarde is onze planeet als ontwikkelingsveld voortgekomen: de Planeetgeest is een projectie van de Planeetlogos. De Planeetgeest is het ´land der vreemdelingen-schap´ waarin de microkosmoï af moeten dalen, om na een volbrachte leertijd weer daaruit op te stijgen en terug te keren naar het Vaderhuis, de Planeetlogos – die derhalve alfa én omega is.

Zo blijkt dat er een machtig levensgeheim, een mysterie met het hart verbonden is, dat door u kan en moet worden opgelost: het geheim hoe de zwaartekracht van uw leven, de wortel van uw bestaan, te verplaatsen uit het diep van de aarde tot in de oergrond van de Logos, de eeuwige heerlijkheid van de andere planeet, de heilige Aarde.

De gehele elektromagnetische conditie, de gehele kwaliteit van de persoonlijkheid, dus wat zij aantrekt en afstoot, wordt door de toestand, de geaardheid van het hart bepaald. Deze zwaartekracht is de oergrond van uw bestaan, van uw doen en laten. Het hart is het centrale brandpunt, dat richting aan uw gehele levensgang geeft en vorm aan uw ervaringen. In het hart ligt de wortel van de levensplant, die u aan het licht tilt. Lao Zi zegt: Het zware is de wortel van het lichte. Om deze ´beweging´, dus deze groei en haar resultaat tot stand te brengen, moet er kracht zijn. Als de wortel van uw bestaan in de Gnosis ligt, dan zal die kracht een bewogenheid, een beweging veroorzaken, die aangeduid kan worden als ´innerlijke vrede´ en ´rust´. Op een gegeven moment wordt die rust de meester van de beweging.

In het hart van de mens ligt de zetel van het leven, de kernkracht van de monade, de onsterfelijke roos. Zij vertegenwoordigt de Planeetlogos in de natuurgeboren mens. In het middelpunt van de microkosmos is de mens dus volstrekt God-geboren.
Het hart kent zeven aanzichten, zeven kamers, zeven holten met elk een zevenvoudige werking. Met de roos als middelpunt zou het dus mogelijk zijn zeven maal zeven stralingen van de ganse persoonlijkheid te doen uitgaan. Het hart is als een lichtende cirkel.

Het bewustzijn van de roos is goddelijk. Naast dit machtige, wonderheerlijke spirituele zijn bezit de mens nog een geheel ander bewustzijn, dat wij aantreffen in het hoofdheiligdom. Daar zetelt het ´ik´, het animale of verstandelijke bewustzijn. Het ik-bewustzijn is een werkzaamheid in en van de persoonlijkheid. En daarom is het animaal-sterfelijk. U wordt volkomen geleefd en beheerst door het verstandelijke zelf, door het hersenbewustzijn, dat niets anders is dan het product van het natuurgeboren heden, op de basis van het karmische en erfelijke verleden.

Het zwaartepunt van uw leven moet volkomen worden verplaatst van het hoofd naar het hart. Dat is het endura, het inkeren, de omkering van het gehele persoonlijkheidswezen tot de Heer des Levens. Het endura richt u niet naar buiten, doch naar binnen, tot het ware, het hoogste zelf, tot de heilige gouden roos die in het hart woont en straalt. Doch door heel het verleden en de ik-waan die u beheerst, is uw hart zeer vervuild, zeer onrein en zeer geschonden. Daarom is de zuivering des harten een immense taak die voor u ligt.

Zo zien wij dan drie kruisen opgericht op de heuvel van Golgotha:

  • Centraal het kruis van de mens die overwonnen heeft, de mens van de gouden stralende roos
  • Daarnaast het kruis van de verstokte ik-centrale mens, die zich in de natuur des doods de heersende, de alles wetende en alles bezittende waant; de mens die het ene pad niet kent, ermee spot of het afwijst. Is deze mens niet de volstrekte moordenaar van zijn hoogste, goddelijke zelf, de grootste vijand van de God in hem?
  • En aan de andere zijde zien wij de derde figuur: de om uitkomst worstelende mens. De mens die naar de ware innerlijke vrede en rust jaagt. De verplaatsing van het zwaartepunt des levens naar zijn hart zal de uiteindelijke verlichting teweeg brengen en de rust die de meester is van de beweging.

Het verstandelijke zelf is niets anders dan de uiterlijke vorm, het huis waarin de roos woning heeft gekozen. De bewoner van het huis is de hoofdzaak! Maar helaas, op zijn best is er een min of meer chaotische wisselwerking tussen huis en bewoner, tussen hoofd en hart. Er is steeds sprake van grote verwarring en innerlijke verdeeldheid. Doordat de vorm over het wezen heerst en zijn roeping niet beseft, verwerkelijkt de mens de situatie die Lao Zi benoemt als De Heer van tienduizend wagens acht het Rijk licht om zichzelf.
De vorm die u bent, het persoonlijkheidshuis, heeft de grote roeping de roos de gelegenheid te geven volledig tot openbaring te komen en te laten heersen over de vorm. De vorm is dus niet nutteloos en waardeloos, maar essentieel in het proces. De vorm is ´de heer van de tienduizend wagens´.  Dat wil zeggen zeer sterk, zeer machtig, zeer begaafd en met grote vermogens toegerust.
Als de vormelijke mens iets van die macht en persoonlijkheidsvermogens beseft en ervaart en ten gevolge daarvan het goddelijke gering gaat achten en zichzelf centraal stelt en hoofdzaak acht, dan verliest hij zijn vermogens. Lao Zi zegt: Dan verliest hij zijne ministers, door zich te laten medeslepen verliest hij de heerschappij.

Verleg daarom tijdig het zwaartepunt van uw leven en maak uw vorm tot een tempel waarin de God-in-u kan wonen. Niet het pad van de godsdienst, maar het pad van de godswording is het pad van de Gnosis.
De wijze (die dit geheim heeft opgelost), laat nooit af van zwaarte en rust, hij blijft wonen in de rust, zegt Lao Zi. Immers, zijn levenszwaartepunt is in het Andere, in de Ander, tot ontwikkeling gekomen.

Bron: hoofdstuk 26 van De Chinese Gnosis van J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri