Op de zevende dag sprak de hogepriester aldus:
Het ene symbool ontstaat uit het andere. Verborgen wegen doorkruisen het boek Thoth. er loopt bijvoorbeeld een magische weg doorheen die op onderlinge verbindingen van getallen betrekking heeft. Vandaag zullen we je iets meer van de Osirisweg laten zien. Het symbool waar je nu voor staat, toont je de werkzaamheid van Osiris. Zijn invloed is voelbaar van het eerste tot het negentiende symbool, waarbij hij er steeds twee overslaat. Hij omvat derhalve de afbeeldingen I, IV, VII, X, XIII, XVI en XIX. Zeven symbolen dus.
Het eerste wat wij sterfelijken merken van de godheid, die op zulke grote hoogten troont dat hij voor de meeste mensen ondoorgrondelijk en ontoegankelijk is, is het bestaan van bepaalde wetten (symbool IV); wetten roepen echter autoriteit op (symbool V), waardoor het goddelijk plan verwerkelijkt (symbool VII) kan worden.
Je bent, mijn zoon, in het goddelijk plan tot volmaaktheid geroepen. Dat betekent niet alleen dat het slechte en minderwaardige in je moet afsterven en dat je hogere, meer verfijnde bekwaamheden tot ontwikkeling zult dienen te brengen, maar ook dat je inzicht in de grote lijnen van het goddelijk beeld dient te verkrijgen. Laten we nu de afbeelding van vandaag eens wat nader bekijken. We kunnen er vele gevolgtrekkingen uit maken, die ons rijkelijk stof tot denken zullen leveren.
De zegewagen van Osiris (symbool VII) verbeeldt de verwerkelijking van het grote plan. Je ziet een man die rechtopstaand een zegewagen bestuurd. De kroon op zijn hoofd en de scepter in zijn hand wijzen op een samenhang met de farao (symbool IV). Bij symbool I heb je de het heelal scheppende God gezien. Symbool IV toonde je de na de schepping rustende godheid en in symbool VII zie je de god die zijn schepping naar volmaaktheid leidt.
De sterren op het baldakijn van de wagen tonen je dat ook de myriaden sterrenstelsels bij de evolutie betrokken zijn. De op de wagen geschilderde gevleugelde schijf betekent ook de aarde, net als de rest van het universum, immer hogere ontwikkelingsfasen tegemoet gaat, terwijl de fallus aan de voorkant van de wagen er op duidt dat door ontwikkeling en gerichtheid het geslacht der mensen vooruit komt en verbetert en de vormen waarin de geesten zich belichamen steeds vollediger zullen worden. Let ook op de scepter in de hand van de wagenbestuurder, welke uit een driehoek binnen een door een cirkel omsloten vierkant bestaat, hetgeen wil zeggen: ‘Eeuwig bevindt de godheid zich in zijn schepping’. De Eeuwige is trouw, hij zal het werk van zijn handen nooit verlaten. Leer rust en vertrouwen te vinden in deze zekerheid.
De zwarte en de witte sfinx, die de wagen trekken, stellen de machten van goed en kwaad voor, welke, dienstbaar als zij beide zijn aan de godheid, alle twee bijdragen tot de verwezenlijking van het grote plan. De sfinx is een raadselachtig wezen; het is bij tijd en wijle onbegrijpelijk hoe door bepaalde gebeurtenissen het goddelijk plan toch gediend kan worden. Wij moeten ons daarover noch opwinden, noch ergeren, maar er vol vertrouwen in leren berusten. Het zou Hem immers niet zwaar vallen slechtheid te vernietigen? Maar dat zal nooit gebeuren want, behalve dat dan het evenwicht zou worden verstoord, is het kwade bij de opvoeding van de godeskinderen onmisbaar.
Zij moeten met verdorvenheid in aanraking kunnen komen om aan hun keuze tussen goed en kwaad een zo groot mogelijke inhoud te geven. Zij moeten op de strijd met het kwaad voorbereid en geoefend worden om zo geestkracht te verwerven. Want als de zwarte sfinx harder aan de wagen trekt, zal ook de witte zijn pas moeten versnellen. Alles staat het grote plan ten dienste, want alles komt uit de godheid voort, door hem wordt alles onderhouden en tot hem keert alles terug. Maar ga nu en vind rust in dit besef …’
Ook deze avond sprak de jonge priester het geheimzinnige woord hardop uit. Hij bespeurde slechts geringe angst. Na enige ogenblikken verscheen de wolk. Hij verdeelde zich … en een grote man in een grijs gewaad werd zichtbaar in de deuropening. Door zijn kleed heen straalde gedempt licht. De jonge priester kon ook ditmaal geen woord uitbrengen.
Bron: Egyptische Mysteriën, Inwijding in de Esoterische Tarot door Woldemar von Uxkull