Het vrijmakende pad van het Rozekruis – hoofdstuk 7 over de anti-mens

BESTEL DE VIJFDELIGE BUNDEL ‘DE APOCALYPS VAN DE NIEUWE TIJD’ VOOR € 10,–

Het boekje Het vrijmakende pad van het Rozenkruis bevat alle teksten van de vierde van de vijf Aquarius-conferenties van de Internationale School van het Gouden Rozenkruis. Dat boekje kan afzonderlijk worden besteld en maakt tevens deel uit van een bundel van de vijf boekjes van met de teksten van de vijf Aquarius-conferenties, die vanaf september 2020 kan worden aangeschaft voor slechts € 10,-. De lezer wordt aangespoord zichzelf te vernieuwen, waarbij de werkzaamheid van Aquarius, een veranderende stralingswerkzaamheid die over de wereld gaat, een grote hulp is. Hieronder volgt een gedeelte uit de vijfde conferentietoespraak op de vierde Aquarius-conferentie in 1966 in Bazel.

Wanneer de eenheid van geest, ziel en rede waarlijk tot stand gekomen is; wanneer deze hogere driehoek getrokken is, dán eerst kan de ware, de hogere, de verlossende arbeid een aanvang nemen. Al het daaraan voorafgaande noemen wij de voorbereiding. De arbeid die daarna verricht moet worden heeft vier aanzichten: Het astrale voertuig, het etherische voertuig en het stoffelijke lichaam dienen waarlijk bezield te worden, en onder de werkelijke, redelijke controle te worden gesteld, geheel in overeenstemming met de wetten van de geest, de wetten van de nieuwe levensstaat. 

Al het natuurlijke dient volkomen door-ademd te worden door het nieuw-natuurlijke, de geest van de nieuwe natuur. En als deze taak dan verricht is, volgt de vierde opgave: dan dient de anti-mens te worden aangetast en van zijn plaats te worden gestoten. U moet dat goed verstaan. 

De anti-mens (wij hebben met opzet déze naam gekozen om hem aan te duiden) is in feite tegen-natuurlijk, doch niettemin zeer reëel. En het gehele bouwwerk waaraan wij op een zeker moment begonnen zijn, kan door hem worden geblokkeerd. Wij willen nu trachten hem te verklaren.

Een nagenoeg onvoorstelbaar lange tijd is de oude-staat-van-zijn, de gewone natuurlijke staat-van-zijn in ontwikkeling geweest. Aan die ontwikkelingsgang lag steeds een en dezelfde idee-voor-de menswording ten grondslag: de natuurgeboren staat diende volkomen te worden en te zijn, alvorens aan de bovennatuurlijke staat kon worden begonnen. 

Vandaar dat de gehele staat-van-zijn van de mens in het verleden steeds gelegen heeft op het niveau van de gewone, natuurlijke ontwikkeling, zoals wij die in de gehele natuur aantreffen. De mens zoals wij hem hier kennen, is in feite een hogere diersoort. Wij dienen die waarheid onder ogen te zien, ook al probeert men haar weg te praten. 

Daarvan getuigt bijvoorbeeld het feit dat men hier en daar bezig is te trachten van een aap een mens te maken. En wanneer wij zouden blijven de gewone natuurgeboren wezens van de oorsprong, dan zou er ook geen sprake zijn van ook maar één spoortje van de anti-mens. 

Doch sedert de ontwikkelingsgang van de rasgodsdienten is daarin verandering gekomen. In een heel voorzichtig, langzaam tempo, zo dat zij duizenden jaren van ontwikkeling overspande, werd aan de mens een bepaalde moraliteit bijgebracht, en werd verschil gemaakt tussen, enerzijds, de hypernatuurlijke levens staat van de mens en zijn levensgewoonten, waarin in feite geen spoortje zondigheid kon worden bespeurd, én, anderzijds, een hogere, een andere mens. Het eerste millimeterstapje in de richting van een nieuwe menswording werd zo gezet. 

En naarmate nu dát proces voortging, werd geleidelijk aan de anti-mens openbaar! Alles wat van de oude mens was en is, alles wat tot zijn levensgewoonten behoorde, heel zijn doen en laten, zijn begeerte, al zijn wensen en verlangens, pakten zich samen tot een fel verzet, als in zelfverdediging! En de anti-mens, de tot een wezen saamgebundelde lagere begeerte-aard, vond natuurlijk in iedere gelijksoortige sterveling een bondgenoot, met gelijksoortige behoeften en verlangens.

En naarmate toen de natuurgeboren mens zich meer en meer ging voegen naar hogere wetten en leefregels, en zijn moraliteit op een hoger plan kwam, ontwikkelde zich in dezelfde mate een strijd tussen wat genoemd werd het zwart gevloekte en de goddelijke invloeden, tussen het duivelse en het goddelijke in de mens, tussen de terrein-verliezende, oorspronkelijke natuurmens en de zich-ontwikkelde mens, die door de rasgoden zelf werd geleid. 

U ken de natuurwet: wie zwak is verdedigt zich, en aanvalen is vele malen een vorm van verdediging. Zo hebben wij u dan in het kort verklaard hoe de anti-mens in ons is gekomen. Hij is het product van een natuurwet, die zich tot op de huidige dag verzet tegen de gang van zaken volgens het zich geleidelijk voltrekkende godsplan, en vecht, in zelfverdediging, tot het laatste sprankeltje levenskracht. 

Men zal zonder overdrijving kunnen vaststellen, dat de anti-mens in ons nu tot zijn grootste kracht is gekomen. Want in die lange reeks van eeuwen, waarin het type van de natuurgeboren mensheid in ontwikkeling is geweest, en in die strijd tussen de opwaarts strevende mens en de groeiende anti-mens in hem, werd hij als overladen met zonden. En het gevolg daarvan was bij velen een zeer krachtig zondebesef; en dat zondebesef is nu weliswaar zeer krachtig geworden, maar de anti-mens daartegenover zó sterk, dat zich bij vrijwel de gehele mensheid duidelijk doet gevoelen een soort van overgave, een zich neerleggen bij de astrale toestanden van het moment. 

Zulk een toestand van bewogenheid als wij thans doorleven, is altijd een bewijs dat de natuurwet doorkruist gaat worden door een geestwet; en dat de mensheid, naar adem snakkende, de moed dreigt op te geven. De zondenlast, door de anti-mens gestimuleerd, heeft zich zo hoog opgestapeld, dat er, op de horizontale lijn gezien, praktisch geen uitkomst meer is. 

U begrijpt nú wellicht, naar wij hopen en bidden mogen, dat het pad van het Rozenkruis, waar de bewustwording waarvan ook deze vierde Aquarius-conferentie is gewijd, ons mogelijkheid tot uitkomst biedt. Want langs dit pad kan men in feite, zonder strijd, de anti-mens uit zijn microkosmos verdrijven. 

Er is geen levend wezen, dat zoals wij en al onze medemensen, het zojuist beschreven pad van ontwikkeling is gegaan, dat aan deze opgave zal kunnen ontkomen. De natuurorde-in-ons dient, nu een bepaald puntbereikt is, een einde te nemen. Kan dat  niet op een natuurlijke wijze, in rust en vrede en blijdschap, dan geschiedt het aanvankelijk in onvrede. 

In ieder geval zal op de dag, die daarvoor gesteld is, de natuurorde doorkruist worden door de geestorde van onze planeetgeest, Jezus Christus, en zal de ontwikkelingsgang van het verleden, die ons tot een afgrond, tot een beest geworden is, worden gebonden. Want het gehele universum zou anders worden gedenatureerd, met al de gevolgen van dien. 

De onheilige ontwikkelingsgang van de wetenschap, die zo duidelijk blijkt, en die de mens tot de afgrond heeft gevoerd, bedreigt niet slechts onze planeet met een ramp, doch is geworden tot een actuele interkosmische dreiging, veroorzaakt niet zozeer door de bewuste wil van de mens, als wel door de anti-mens-in-hem, die bezig is, door middel van het denkvermogen van zijn slachtoffers, de wetenschapsmensen, de godsorde van de dingen zelf aan te tasten. 

Daarom zult u begrijpen dat nu zal worden ingegrepen, ja dat moet worden ingegrepen, zoals de heilige taal duidelijk aantoont. Het getal van het beest is daarbij, zoals vanzelf spreekt, het getal van de verzonken mensheid. Er is een absolute eenheid tussen deze twee, natuurwetenschappelijk. 

En daarom gaat zich ontwikkelen een interkosmische ingreep, een gang van reinigingen verandering, een gang van herstel en genezing. En wij horen van Babels val, en wij horen van het zegelied daarover. En van de nederlaag van het dier en zijn profetenschaar. En van het geketend worden van de gehele ontwikkelingsstaat van het anti-wezen. En van de nieuwe interkosmos, die zich daardoor ontwikkelen gaat!

En broeders en zusters: wat nu op de wereld en rond de wereld interkosmisch geschieden gaat, en al hetgeen door de mensheid zal worden opgevat als een grote ramp, zal reeds bij voorbaat kunnen worden opgevangen door hen, die het pad van het Rozenkruis zullen willen bewandelen, en zich vrij willen en zullen maken van de anti-mens in hen. Ook in ons zal de geestorde van Jezus Christus de natuurorde en haar gevolgen dienen te doorkruisen De weg daartoe hebben wij u gewezen!

Tot drie malen toe werd Jezus de Heer, na geroepen te zijn tot de geestorde en na de kracht daartoe ontvangen te hebben, gehouden te bewijzen, dat hij volkomen vrijgemaakt was van de anti-mens in hem:

‘Toen liet de duivel van hem af, en ziet, de verhevenen zijn gekomen en dienden hem!’

Zo treden wij de geestorde van de vernieuwing tegemoet.   

Bron: Het vrijmakende pad van het Rozenkruis door Jan van Rijckenborgh en Catharose de Petri

BESTEL DE VIJFDELIGE BUNDEL ‘DE APOCALYPS VAN DE NIEUWE TIJD’ VOOR € 10,–