Recensie over ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ – medicijn voor de mensen van de nieuwe eeuw ?

BESTEL DE JONGEN, DE MOL, DE VOS EN HET PAARD

Het boek De jongen, de mol, de vos en het paard van Charley MacKesy draagt een menselijkheid over die de wereld heel hard nodig heeft. Dat schrijft Marijke Kaniok in haar recensie over dit nieuwe boek dat nu al wordt aangemerkt als een klassieker. Dit boek is één van de zes titels die genomineerd zijn voor Het beste spirituele boek van VBK media in 2021 van de Maand van de spiritualiteit 2021. Hieronder volgt een gedeelte uit het begin van het boek. De onderstaande recensie is gepubliceerd in het derde nummer van LOGON in 2020.

Als een vlinder ergens neerstrijkt om – zoals het lijkt – even uit te rusten, beweegt hij zijn vleugels, dicht-open, dicht-open. Wanneer de vleugels zich spreiden, ervaar je de schoonheid van zijn kleurrijke tekening, het is alsof hij zich op deze wijze kenbaar maakt.

Als het boek: De jongen, de mol, de vos en het paard, bij jou neerstrijkt, laat het dan in en bij je ‘rusten’. En als je het openslaat, laat je dan verrassen, beleef het karakter, de schoonheid, de uitnodiging om gekend te worden.

Aan het begin van de wereldwijde corona-crisis verschijnt dit boek in de Nederlandse taal en binnen een paar maanden omgeeft het zich met een aura van ‘klassieker’. In juni komt reeds de zesde druk uit! Herbergt het een geheim?

Of is het misschien de hoogste tijd om de wereld dit boek cadeau te geven?
Het is bijna lachwekkend dat in een tijd van ‘afstand houden’, ‘niet aanraken’, ‘elkaar niet opzoeken’ de boodschap van dit boek het totale tegendeel brengt.

Een opvallend kenmerk van het boek: het is in een zeer persoonlijk handschrift geschreven. Alsof het een brief is, een brief aan jou! Maar een brief krijg je nooit toevallig: een brief wil je iets zeggen, bevat een verhaal, een boodschap, een mededeling, of een uitnodiging.
En deze brief aan jou is dat ook!

Het boek, de brief vertelt je over een jongen, maar al spoedig weet je: je bent het zelf. Het vertelt over een mol; en je weet: ik ben ook de mol. Ben je dan ook de vos en het paard? Zonder al te veel te analyseren, voel je dat de hoofdrolspelers van dit verhaal kunnen metaforen zijn, aspecten van jezelf.

De mol is het aspect van de aardewroeter, de mens die de materie als zijn levensdomein kent en daar ook de heerlijkheden van geniet (de mol houdt van taartjes!).
In de vos kun je het verstand, het mentale zien, dat berekenend en met slimmigheid het leven tracht te beheersen.
Het verhaal wordt compleet als het paard ‘Hallo’ zegt. Hij is de ‘grootste’ van de vier vrienden: de bezieling, het hart.

Dit is het verhaal: De jongen is eenzaam, maar vindt in de mol, de vos en het paard de liefste vrienden die je maar bedenken kan.

En wat beleven ze?
Het leven! Genegenheid, liefde, warmte, geborgenheid, moed, onzelfzuchtigheid, vriendschap, al deze eigenschappen bloeien op in de personages.
Je leert de vrienden kennen door hun gesprekjes, vol levensvragen:
‘Wat wil jij worden als je groot bent?’
‘Wat is het moedigste dat je ooit hebt gezegd?’
‘Wat is jouw beste ontdekking?’
En dan de wijze, onverwachte antwoorden, vaak met een milde humor omrankt, zo authentiek!
Geen van de vrienden heeft de neiging om de ander te kwetsen, te corrigeren, te veranderen, integendeel, ze geven elkaar alleen maar moed en hoop.
Ze durven hun zwakheid te tonen; ze gaan niet opzij voor tegenslagen en moeilijkheden; ze uiten hun tederheid…

De auteur Charles Mackesy is beeldend kunstenaar. Hij moet een intuïtieve ingeving hebben gehad om dit verhaal te schrijven, terwijl hij het ook op onnavolgbare wijze heeft geïllustreerd.
De grote kracht van zijn creatie ligt in het feit dat je niet alleen de woorden moet lezen, maar ook iedere tekening. Want soms hebben de woorden zo’n diepe uitwerking dat een tekening niet nodig is, en soms ‘lees’ je de tekening die zo’n krachtig is, dat woorden overbodig zijn. Wonderlijk, dat kracht zich kan uiten in subtiliteit!

De vriendschap, de liefde, de moed en al die – zo broodnodige – eigenschappen die de mens nodig heeft om in het leven (de wildernis) voort te gaan, worden in het verhaal nog op een hoger niveau getild, wanneer het paard (de bezieling) opbiecht dat hij ook kan vliegen. Hij kan zich verheffen boven het aardse, boven materie, boven eenzaamheid en voordeel-denken! In de ruimte zijn!

Waar de vrienden de vreugde, de vrijheid, de speelsheid hebben beleefd door op het paard te rijden en wat door de bijna muzikale tekeningetjes werd uitgedrukt, daar hult de ervaring van het vliegen zich in een paar donkere, droomachtige illustraties, omdat woorden daar eigenlijk niets over kunnen zeggen. Kan ‘bezieling’ tot ziel opgeheven worden? En de totale mens erin meenemen? Als het hart zich opheft, zijn kracht toont, dan verandert er ongemerkt, als vanzelf iets in het leven.

Mackesy heeft een vorm gevonden om in alle eenvoud de grootste filosofische, spirituele, psychologische, religieuze en maatschappelijke stelsels te verenigen, ja, te overstijgen, ze tot een eenvoudige noemer terug te brengen en dichtbij en in de mens te plaatsen – zo dichtbij, dat je er niet om heen kunt!

Want liefde brengt je overal! Niet als een eigenschap, maar als een staat-van-zijn. Nergens wordt het boek belerend of moraliserend.

Het mooie van het verhaal over de vier vrienden is, dat ze geen uitgesproken doel willen bereiken en toch weten dat ze op weg naar huis zijn. Ze beseffen dat ze samen voor al het goede en schone zorg moeten dragen. En dat ze al heel ver zijn gekomen….

Door de uitspraak: ‘Thuis is niet altijd een plek’ weet je als lezer dat ze diep van binnen ervaren dat ‘thuis-zijn’ altijd ‘hier’ is, waar jij zelf bent. En als je dat ervaart en weet, ben je al ver gekomen…

Wanneer het verhaal eindigt, schrijft de auteur het woord ‘einde’… maar hij zet er een groot kruis overheen: er is dus geen einde!
De brief is eindeloos lang!
De brief blijft altijd geldig!

Dit boek zit vol met dit soort verrassingen: kleine details in bewoordingen, in tekeningen, en bijvoorbeeld in de binnenkant van voor-en achterkaft van het boek. Daar is een muziekstuk afgedrukt, waar over de notenbalken de vier vrienden in allerlei vrolijke posities samen voortwandelen, dansen en vliegen! De muziek is de ‘soldatenmars’ van Robert Schumann.

Dat zet aan het denken: waarom kiest de auteur een ‘soldatenmars’? Hij bedoelt zeker niet de soldaat die vecht en doodt. Nee, je kunt hierbij denken aan een ‘krijger’, een ‘ridder’ die zijn in-eigen queeste volgt en in alle levensomstandigheden moedig, onverschrokken en loyaal zijn medemenselijkheid in praktijk brengt. Want dit boek draagt een menselijkheid over die de wereld heel hard nodig heeft. Misschien zegt men heel veel later: dit boek is een medicijn voor mensen van een nieuwe eeuw om hen er aan te herinneren wat mens-zijn is.

BESTEL DE JONGEN, DE MOL, DE VOS EN HET PAARD

LEES LOGON 2020-3