Het lied van de gebedsverhoring: de tiende boetezang uit het Evangelie van de Pistis Sophia

Hieronder volgt de tiende boetezang van de dertien boetezangen die de Pistis Sophia zingt in het Evangelie van de Pistis Sophia. Deze zang staat ook bekend als het lied van de gebedsverhoring, waarin de Pistis Sophia het Licht der Lichten voor de eerste maal ziet.

Ik riep in mijn nood tot u, o Licht der Lichten, in mijn verdrukking, en gij verhoorde mij. O Licht, red mijn kracht uit onrechtvaardige en zondige lippen en uit arglistige valstrikken. Het licht dat mij werd ontroofd door de listige valstrikken zal u niet gebracht worden. Want de valstrikken van Authades en de netten van de onbarmhartige zijn uitgezet.

Wee mij, dat mijn eigen woning ver weg was en ik mij in de woonsteden van de Chaos bevond. Mijn kracht was in gebieden die niet de mijne zijn. Ik smeekte de onbarmhartigen om genade, maar terwijl ik smeekte gingen zij voort zonder reden tegen mij te strijden.

Bron: Het Evangelie van de Pistis Sophia