En de Geest Gods kwam op de apostelen en de profeten, en zich herinnerende wat de Heer hen onderwezen had, beleden en prezen zij eenstemmig God zeggende:
Wij geloven in één God: de Oneindige, de verborgen Bron, de Eeuwige Vader-Moeder, van wie alle dingen komen, de zichtbare en de onzichtbare. Het Alles in allen, door alles en om alles. De Heilige Tweeheid, in wie alle dingen zijn; die was, die is en die zal zijn.
Wij geloven in één Heer, onze Vrouwe, de volmaakt heilige Christus: God uit God, Licht uit Licht voortgebracht; Onze Heer, de Vader, de Bruidegom en de Zoon. Onze Vrouwe, de Moeder, de Bruid en de Dochter. Drie gestalten in één ongedeelde Wezenheid: een Tweevoudige Drie-Eenheid. Dat God geopenbaard moge worden als de Vader, de Bruidegom en de Zoon van iedere ziel; en dat iedere ziel volmaakt moge worden als de Moeder, de Bruid en de Dochter Gods.
En dit door de opvaart van de ziel in de Geest en het nederdalen van de Geest in de ziel. Die komt uit de Hemel en vlees geworden is uit de eeuwig gezegende Maagd, in Jezus-Maria en iedere Christus Gods; en geboren is en de weg des Levens leert en lijdt onder de heersers der wereld en gekruisigd is en begraven en nederdaalt ter helle. Die weder opstaat en in heerlijkheid ten hemel vaart, vanwaar Hij aan aan allen Licht en Leven geeft.
Wij geloven in de Zevenvoudige Geest Gods, de Leven-Schenker, die uitgaat van de Heilige Tweeheid. Die komt op Jezus-Maria en op allen, die getrouw zijn aan het Licht van binnen; die woont in de Kerk, het uitverkoren Israël Gods. Die voortdurend in de wereld komt en iedere zoekende ziel verlicht. Die de Wet geeft, die de levenden en de doden oordeelt. Die spreekt door de profeten van alle landen en van alle eeuwen.
Wij geloven in één heilige Algemene en Apostolische Kerk; de getuige, de ontvangster en de schenkster van alle Waarheid. Verwekt door de Geest en het Vuur Gods; gevoed door de wateren, zaden en vruchten der aarde. Die door de Geest des Levens, haar twaalf Boeken en Sacramenten, en haar heilige woorden en werken de uitverkorenen in een mystieke gemeenschap tezamenbindt en de mensheid met God verzoent, ons tot deelhebbers aan het Goddelijke Leven en Wezen maakt en dit in heilige symbolen aanduidt.
Wij verwachten de komst van de Universele Christus en van het Koninkrijk des Hemels waarin gerechtigheid woont. En de heilige stad met haar twaalf poorten, waarin de Tempel en het Altaar Gods zijn. Vanwaar de drie Orden in viervoudig dienstbetoon uitgaan om aan allen de waarheid te onderwijzen en het dagelijks offer van lofprijzing te offeren.
Zo binnen, zo buiten; zoals in het groot, zo in het klein. Zoals boven, zo beneden; zoals in de hemel, zo op aarde. Wij geloven in de reiniging van de ziel door vele geboorten en ervaringen, de opstanding uit de doden en het eeuwige Leven der rechtvaardigen, de Eeuwigheid en de Rust in God voor eeuwig.
Amen.
En toen de rook van de wierook opsteeg werd het geluid als van vele klokken gehoord en een menigte van de hemelse scharen prees God, zeggende: ‘Glorie, Eer, Lof en Aanbidding zij God, de Vader, de Bruidegom en de Zoon; Eén met de Moeder, de Bruid en de Dochter; van wie de Eeuwige Geest uitgaat, door wie al het geschapene is. Van alle Eeuwigheid – Nu – en tot in alle Eeuwigheid. Amen – Halleluja, Halleluja, Halleluja.
En wie iets afdoet van of toevoegt aan de woorden van dit Evangelie, of als onder een korenmaat het Licht daarvan verbergt, dat door de Geest aan ons, de twaalf getuigen, gekozen door God, ter verlichting en redding van de wereld, gegeven is, dat hij zij: Anathema Maranatha, tot de komst van Christus Jezus-Maria, onze zaligmaker, met alle heiligen. Amen.’
Hier eindigt het Heilige Evangelie van het Volmaakte Leven van Jezus-Maria, de Christus, de zoon van David naar het vlees, de zoon van God naar de Geest, door wiens hulp en kracht het geschreven is.