De innerlijke Christus, de opstanding en het Leven

 

De innerlijke Christus, de opstanding en het Leven. Hoofdstuk 69 van Het Evangelie van de Heilige Twaalven

Toen Jezus met zijn discipelen aan de westzijde van de tempel zat, zie, daar kwamen enige mensen voorbij die een dode op een baar naar de begraafplaats droegen, en iemand zei tot hem: ‘Meester, wanneer een mens sterft, zal hij wederom leven?’

En hij antwoordde en zei: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven, Ik ben het Goede, het Schone, het Ware; indien een mens mij gelooft, zal hij niet sterven, maar eeuwig leven. Zoals in Adam allen sterven, zo zullen allen in Christus wederom levend gemaakt worden.

Spirituele Pasen Pinksteren en Kerst esoterische betekenis modules Pentagram Boekwinkel 599KLIK HIER OM IN TE SCHRIJVEN OP WWW.SPIRITUELEPASEN.NL

Zalig zijn de doden, die in mij sterven en vervolmaakt zijn in mijn beeld en gelijkenis, want zij rusten van hun moeiten en hun werken volgen hen. Zij hebben het kwade overwonnen en zijn gemaakt tot zuilen in de tempel van mijn God, en zij zullen niet meer uitgaan, want zij rusten in de Eeuwige.

Voor hen die het kwade gedaan hebben, is geen rust, maar zij gaan uit en in en lijden eeuwenlang tot hun verbetering, tot zij volmaakt geworden zijn. Maar voor hen die het goede gedaan hebben en volmaaktheid verkregen hebben, is daar eindeloze rust en zij gaan het eeuwige leven binnen. Zij rusten in de Eeuwige.

Over hen heeft het herhaalde sterven en geboren worden geen macht meer; voor hen wentelt het wiel van de Eeuwige niet meer, want zij hebben het middelpunt bereikt, waar eeuwige rust is, en het middelpunt van alle dingen is God.’

En de discipelen vroegen hem: ‘Hoe zal een mens het Koninkrijk binnengaan?’ En hij antwoordde en zei: ‘Indien gij wat beneden is niet gelijk maakt aan wat boven is, en het linkse gelijk aan het rechtse, en wat achter is gelijk aan wat voor is, indien gij niet ingaat in het middelpunt en opgaat in de Geest, zult gij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.’

Citaat Evangelie van de Heilige Twaalven ingaan in het koninkrijk Gods 570
En hij zei ook: ‘Geloof niet, dat er één mens zonder dwaling is, want zelfs onder de profeten in het christendom is het woord der dwaling gevonden. Doch er zijn zeer veel dwalingen die door de Liefde bedekt worden.’

En toen het avond geworden was, ging hij met de twaalven naar Bethanië. Want daar woonden Lazarus en Maria en Martha, die hij liefhad. En Salomé kwam tot hem en vroeg hem, zeggende: ‘Heer, hoe lang zal de dood regeren?’  En hij antwoordde:  ‘Zolang gij mannen lasten oplegt en gij vrouwen baart. En voor dit doel ben ik gekomen, om een einde te maken aan de werken van de zorgelozen.’

En Salomé zei tot hem: ‘Dan heb ik er goed aan gedaan, dat ik niet gebaard heb. ‘
En de heer antwoordde en zei: ‘Eet van iedere weide die goed is, maar eet niet van die welke de bitterheid des doods in zich heeft.’

En toen Salomé vroeg, wanneer de dingen waarnaar zij vroeg zijn zouden, antwoordde de heer: ‘Wanneer ge het kleed der vernedering met voeten zult treden en boven begeerte uit zult rijzen; wanneer de twee één zullen zijn, en het mannelijke met het vrouwelijke noch mannelijk noch vrouwelijk zijn.’

En wederom tot een andere discipel die vroeg: ‘Wanneer zullen allen de wet gehoorzamen?’ zei Jezus: ‘Wanneer de Geest Gods de gehele aarde en het hart van iedere man en iedere vrouw zal vervullen.

Ik wierp de wet op aarde en zij schoot wortel en droeg op de gestelde tijd twaalf vruchten tot voeding voor allen. Ik wierp de wet in het water en zij werd gereinigd van alle vervuiling des kwaads. Ik wierp de wet in het vuur en het goud werd van alle droesem gereinigd. Ik wierp de wet in de lucht en zij werd levend gemaakt door de Geest van de Ene Levende, die alle dingen vervult en in ieder hart leeft.’

En vele dergelijke uitspraken zei hij tot hen, die oren hadden om te horen en een bewustzijn om te begrijpen. Maar voor de menigte waren het duistere uitspraken.

Bron: Het Evangelie van de Heilige Twaalven